9 van dinosaurus tot cnipje Intermediair van 19 juni 1981 bracht ons een schat aan vlot leesbare, technische informatie. Dat verleidde ons tot bijgaand stukje, waarvoor we enkele gege vens aan dit weekblad hebben ontleend. De voorlopers van onze huidige computers dateren uit de 'oertijd' van zo'n 30-40 jaar geleden. De een, in 1944, was een enorme elektro-mechanische dinosaurus, 2Vi bij 15 meter, die in 6 secon den twee getallen vermenigvul digde en in 12 seconden deelde. De andere was een elektro-mag- netische brontosaurus, die het tienmaal sneller deed. Toen kwam er, in 1945, een mammoet: een elektronische re kenmachine. Het beest, 3 bij 30 meter, had 18 000 buizen, 70 000 weerstanden, 10 000 condensa toren en 6 000 schakelaars. Maar hij was al knap vlug: optellen en vermenigvuldigen in 0,2 en 2,8 milli seconden. Die logge mam moet stierf snel uit en er kwam in 1952 een olifantenras, dat het aardig deed: echt elektronisch, bestuurd door een programma en voorzien van een geheugen. Het ras vermenigvuldigde zich zelfs op het commerciële vlak, want het experimentele 'saurus- en mammoetstadium' was voorbij. Dat gebeurde in het begin van de 50er jaren. Die olifant verbeterde zichzelf ook nog behoorlijk, doordat de in 1947 uitgevonden transistor zijn vroegere elektronenbuis ging ver vangen. Hij werd kleiner, gebruik te minder energie en werd veel betrouwbaarder. De eerste volle dig getransistoriseerde compu ters, onder andere de IBM 1401 verschenen in 1959 op de markt. Toen waren we al uit de 'oertijd' en bij de bekende geschiedenis beland. En daar ontmoeten we, na een jaar of tien, de 'chip'. Dit 'diertje' werd al eerder, in 1959, voor het eerst ontdekt. Op één klein plaatje silicium kan een complete centrale verwerkings eenheid ingebakken worden. Dat betekende het einde van het oli fantentijdperk. De computers werden weer veel kleiner, maar ook veel goedkoper, veel sneller en energiearmer. De eerste chip computer kwam in 1968 op de markt, de eerste zogenaamde processor in 1971 Zo'n chip micro-computer kan veel meer dan die mammoet van 1945: 20 keer zo snel, duizenden malen betrouwbaarder, 30 000 maal kleiner, kost 10 000 maal minder en is overal te koop. Hij verbruikt het vermogen van een gloeilamp in plaats van een loco motief en heeft een groter geheu gen dan de mammoet. Er zijn chips in soorten. Eenvou dige en daarom goedkope, die 'slechts' 2000 maal per seconde toegankelijk zijn, maar je hebt ze ook veel complexer en gecompli ceerder, met een toegangstijd van 100 miljoen maal per seconde! Het 'geheugen' van een chip wordt in aantallen 'bits' uitge drukt. Een bit is een eenheid van informatie: 0 of 1Een capaciteit van '64 K', dat wil zeggen 65536 bits op één minuscuul chipje, is al heel normaal. Er zijn al chips met het dubbele. En als we over het allernieuwste, de zogenaamde bubblegeheugens horen, komen we zelfs op meer dan 1 miljoen bits! Maar, schrijft Ruud 0verdijk in In termediair, de menselijke herse nen zijn nog steeds niet overtrof fen, gezien de capaciteit per volu me-eenheid. willen zeggen en hij meent, dat er nu in ieder geval heel objectief over gepraat kan worden. Van Dinten vindt zelfs dat we eigenlijk dat hele begrip automatise ring kunnen missen, dat is hem nog te ongewoon voor een gewoon geworden verschijnsel. Techniek, toegepast in de bedrijfsvoe ring, heeft altijd gevolgen. Handelingen, die nodig zijn om iets te produceren, worden er eenvoudiger door, dat levert arbeidsbesparing, meer produkten te gen minder kosten. Tegelijk opent de techniek telkens ongedachte mogelijk heden, omdat heel nieuwe produkten kunnen ontstaan, van stoomschepen tot jumbo-vliegtuigen. Dit is al sinds circa 1750 bekend en eigenlijk al sinds de mens zich, hoe primitief ook, de eerste werktuigen dienstbaar maakte. Het grote verschil met nu is, dat de 'der de golf met zo'n grote snelheid komt. De laatste vijf, hooguit tien jaar is de technologie echt aan het doorbreken, want elektronica en automatisering hebben elkaar zeer sterk gestimuleerd en die samenwerking opende enorme perspectieven voor het verzamelen en verwerken van gegevens. Van Eldik: 'We zitten middenin die doorbraak en naar mijn idee is het hoogtepunt daar van nog lang niet bereikt. Nieuwe pro- duktietechnieken zijn ter beschikking gekomen, die goedkoper en met minder kosten betere waar mogelijk maken. Daardoor kan de maatschappij, zeker op het terrein van de informatiegeving en -verstrekking, volstrekt veranderen. Klinkt dramatisch, maar vat dat zo niet op. Constateer slechts nuchter, dat de technologie bezig is een wereld van nieuwe mogelijkheden te openen.' Onderscheiden verband... Is die derde golf beheersbaar? De tech nologie gaat sneller dan ooit en dat ge beurt helaas in een tijd waarin de groei stagneert en de werkgelegenheid grote zorgen baart. Alleen daarom al kan een onbesuisd doorvoeren van technologie in het (bank-)bedrijf gemakkelijk weer standen wekken. Ook psychische weer standen, want er is nu eenmaal een grens aan wat een mens aan elkaar snel opvolgende ingrijpende veranderingen kan verwerken. We hebben openhartig over die be heersbaarheid gesproken. Van volstrek te beheersbaarheid, zó dat je de nieuwe vindingen van het begin af desgewenst helemaal kunt negeren, is natuurlijk geen sprake. Eenvoudig niet omdat al die technische toepassingen toch hun

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 9