wob wob ken een beroep blijven doen op de Rabohypotheekbank voor hypothecaire leningen, zowel in de particuliere als in de bedrijvensector. Het functioneren van.de Rabohypo theekbank als aanvullende en onder steunende financieringsbron voor de aangesloten banken hangt voor een be langrijk deel af van de mate waarin via de afzet van pandbrieven de benodigde middelen kunnen worden aangetrokken. Naast een actief plaatsingsbeleid bege leidt de Rabobank Nederland ook het verdere leven van de pandbrieven Rabo hypotheekbank. Zo onderhoudt zij dagelijks ter beurze van Amsterdam een markt in alle door de Rabohypotheekbank uitgegeven pandbriefseries. Hierdoor wordt een goede verhandel baarheid bevorderd, en daardoor aan haar afnemers van pandbrieven de mo gelijkheid gegeven de stukken tegen een reële koersvorming te verzilveren. Aan de aangesloten banken de taak bij de beleggingsadvisering aan cliënten daar waar mogelijk en gewenst ook aandacht te schenken aan de pandbrie ven van de Rabohypotheekbank. BANK NIET OP STOELVAN DE BOER Al staan tegenwoordig vele adviseurs hem terzijde, de uiteindelijke beslissin gen voor zijn bedrijf moeten door de boer zelf genomen worden. Ing. B. Vare kamp, onze regio-directeur in Friesland, bracht dit met klem naar voren toen hij onlangs sprak voor de Friese Provinciale Raad voor Bedrijfsontwikkeling. 'De boer moat seis de leije ha' (de boer moet zelf de leidsels in de hand houden) is in de Friese coöperatieve wereld een oud principe dat nog niets aan beteke nis heeft verloren. Een kenmerk van het ondernemen is het nemen van risico's. Het zou onjuist en minderwaardig voor de boer zijn als deze risico's hem uit handen worden genomen. Sociaal-eco nomische voorlichting van de standsor ganisaties en de landbouwvoorlichting van de overheid hebben in eerste in stantie tot taak de boer voor te lichten en kostenbewust te maken. Ook boek- houdbureau's, leveranciers en Raboban- ken staan in dit opzicht voor de boer klaar. Maar de uiteindelijke beslissingen liggen bij de ondernemer zelf. Met name de jonge boer dient zich niet alleen vaktechnisch, maar ook bedrijfs economisch voor te bereiden op het lei den van een bedrijf. In de achter ons liggende periode van groei en steeds stijgende prijzen bleken de aangegane financiële verplichtingen meevallers te vertonen, waardoor de zwakke rentabiliteit van sommige boe ren niet aan het licht kwam. De even eens stijgende activa boden voldoende zekerheid voor het aangaan van finan ciële verplichtingen. Gelukkig kan worden gezegd, dat de Ra- bobanken zich steeds gematigd hebben opgesteld wat de waardering van de grond betreft. Hierdoor zijn er waar schijnlijk minder problemen ontstaan, dan de toch al verdrietige gevallen waar we nu mee te maken hebben, doen ver moeden. Voor deze gevallen dient in goed overleg een oplossing te worden gezocht. In de toekomst zal de boer rekening houdend met de consequenties van meer produktie - weer meer kostenbe wust dienen te worden, terwijl de ban ken nog sterker zullen moeten letten op de ondernemerskwaliteiten en het fi nancieel weerstandsvermogen van de ondernemer. Mede daardoor zal de boer ook inderdaad zelf risico's kunnen ne men. AANBEVELENSWAARDIG EXPORTSYMPOSIUM Meermalen hebben we in ons maandblad de noodzaak van exportbe vordering en de specifieke verantwoor delijkheid van onze Rabobankorganisa- tie op dat gebied aan bod laten komen. De ruimte die wij in dat verband in ons vorige nummer aan de Federatie voor de Nederlandse Export (FENEDEX) be schikbaar hebben gesteld moge hiervan een zeer recent bewijs zijn. Vandaar dat we graag even aandacht willen vragen voor een exportsymposi um dat op 17, 18 en 19 november in het Rotterdams Wereldhandelscentrum (World Trade Center) wordt gehouden. Op initiatief van dit centrum wordt een geconcentreerde informatie gegeven over de voornaamste 6 exportmarkten van ons land, die 73 procent van onze export afnemen. Het symposium is dan ook getiteld 'Export 73 De initiatiefnemers zijn van mening dat er vele wegen bewandeld kunnen wor den om de Nederlandse export te stimu leren. Stimuleringsmaatregelen (bij voorbeeld regeringssubsidies) zullen echter weinig resultaten opleveren, wanneer niet in de eerste plaats gede gen informatie over de beschikbare ex portmarkten aanwezig is, aldus lichten zij hun initiatief toe. De 6 exportmarkten die tijdens het drie daagse symposium aan de orde zullen komen zijn: West-Duitsland en Bel gië/Luxemburg (17 november); Italië en Groot Brittannië (18 november) en Frankrijk en de Verenigde Staten van Amerika (19 november). Het symposium is in het bijzonder be stemd voor deelnemers uit het midden- en kleinbedrijf, die reeds in zekere mate exporteren of gaan exporteren. In combinatie met het symposium wordt er ten behoeve van de toehoor ders/bezoekers een informatiemarkt in gericht met een 30-tal stands, die zullen worden ingenomen door overheidsin stellingen zoals de dienst voor Economi sche Voorlichting en Exportbevordering van het ministerie van Economische Za ken, Kamers van Koophandel, exportbe vorderende organisaties, banken etc. Vanzelfsprekend is ook Rabobank Ne derland vertegenwoordigd om belang stellenden te informeren welke diensten onze organisatie ten behoeve van de ex portbevordering kan verlenen. In de aanhef is het al gezegd: onze orga nisatie heeft op dat gebied een specifie ke verantwoordelijkheid. Het ligt dan ook voor de hand dat onze aangesloten banken hun leden en cliënten over het te houden symposium zullen informe ren. Het lijkt ons voor onze leden en cliënten met grensoverschrijdende acti viteiten (dan wel belangstelling) een aanbevelenswaardige gelegenheid om zich nader over de export te oriënteren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 7