landbouw heeft
dienende en
produktieve functies
C\
memorie van toelichting:
Dit jaar zijn op de derde dinsdag in september
de plannen voor het komende Begrotingsjaar
onder bijzondere omstandigheden aan de
Tweede Kamer gepresenteerd. Het oude kabi
net heeft ze opgesteld terwijl de nieuwe rege
ring enkele dagen tevoren was beëdigd door
de koningin. De nieuwe regering zal ongetwij
feld een aantal accenten gaan verleggen. En
zal daarmee zeker niet wachten tot de volgen
de begroting. Voor het beleid op wat langere
termijn zijn de gepresenteerde Begrotingen
dus niet zo erg interessant. Dat geldt voor een
deel ook voor de memories van toelichting die
zo'n begroting vergezellen en waarin de be
treffende minister het hoe en waarom van zijn
beleid uiteenzet. Ik zeg voor een deel, omdat
in de huidige omstandigheden de invulling
van de financiële cijfertjes politiek gevoeliger
ligt dan een beschrijving van de bestaande si
tuatie en toekomstige ontwikkelingen. En een
memorie van toelichting is in hoofdzaak een
beschrijving en een terugblik.
Zo ook de memorie van toelichting van Land
bouw. Oud-minister Braks (hij is zoals bekend
niet teruggekeerd in het nieuwe kabinet) zet
in feite in twee pagina's van de 73 die de me
morie telt, zijn beleidsuitgangspunten uiteen.
Er worden in die korte inleiding wel enkele fundamen
tele zaken aan de orde gesteld.
'De agrarische sector heeft een dienende en een pro-
duktie-functie', zo stelt minister Braks. Het dienende
heeft betrekking op de verhouding van de landbouw
tot anderen: de consument, de samenleving.
Vooral de kwaliteit van de produktie gaat de oud-mi
nister aan het hart. Hij zegt: 'Er moet de producent
veel, zo niet alles, aan gelegen zijn om aan de gerecht
vaardigde wensen van de consument tegemoet te ko
men. Die wensen kunnen betrekking hebben op de
kwaliteit van het produkt als zodanig, maar ook op de
wijze van produktie'. De overheid kan op dit punt re
gels stellen. Maar Braks vindt het nog belangrijker dat
er een basis van vertrouwen is tussen producenten en
Ir. J. H. Egberink
consumenten. Alle regels zijn immers niet te controle
ren. Bovendien is er ook een stimulerend beleid van de
overheid naast dat van verboden en regels.
Een voorbeeld van dat laatste is de juist voor de derde
dinsdag van september bij de Tweede Kamer ingedien
de Meststoffenwet. Daarin wordt het gebruik van mest
op het land geregeld. Dit is bij onze intensieve wijze
van landbouwproduktie noodzakelijk geworden om het
produktievermogen van de grond te beschermen, zo
dat ook in de toekomst landbouw mogelijk blijft. Ge
vaarlijke stoffen moeten zoveel mogelijk uit de grond
worden geweerd. Ook een teveel aan mest heeft be
zwaren. De wet beoogt niet alleen normen ten aanzien
van de kwaliteit van de mest en de te gebruiken hoe
veelheid. Er wordt in overleg met het bedrijfsleven een
netwerk van dienstverlening voorgesteld om ernstige
knelpunten op dit gebied uit de weg te ruimen. Mest
banken die nu op vrijwillige basis werk doen zullen in
de nieuwe wet een officiële status krijgen om de over
schotten aan dierlijke mest in het ene gebied nuttig en
verantwoord aan te wenden in de tekortgebieden. Ook
de voorlichting zal op dit gebied actief zijn. Bedrijfsle
ven en overheid staan gezamenlijk voor de taak de kri
tiek van de samenleving op sommige aspecten van
landbouwproduktie tot een voor alle partijen bevre
digende oplossing te brengen.