reldoorlog uit, waar het zakenleven ui
teraard - vooral in het begin - de weer
slag van ondervond.
Wat niemand ooit had kunnen vermoe
den geschiedde in de eerste dagen van
de mobilisatie. Het geldverkeer stond
bijna stil. Zelfs de Rijkspostspaarbank
staakte gedurende enkele dagen alle ac
tiviteit. Later werd - heel voorzichtig -
wekelijks f25,— beschikbaar gesteld
voor elke spaarder.
Op advies van de centrale bank deden
de lokale banken bijna hetzelfde, maar
die maatregelen hadden niet genomen
behoeven te worden; er werd hoege
naamd geen gebruik van gemaakt.
Bij leden van de plaatselijke banken was
van angst en paniek geen sprake. Dit in
tegenstelling tot de houding van klanten
van andere bankinstellingen. Nu, en en
kele tientallen jaren later, nl. in 1940
bleek dat het vertrouwen in de Boeren-
leenbanken/Raiffeisenbanken groot en
ongeschokt was.
Pastoor/adviseur Van Lijnschooten stierf
en werd opgevolgd door pastoor Wier-
dels en het feest van het twaalf en een
halfjarig bestaan van de bank werd ge
vierd met wijn, geurige sigaren, schilde
rijen en foto's.
Zou men nu ook, op kosten van de bank,
aan de kassier een telefoonaansluiting
gunnen? Dat zou een groot gemak voor
die ijverige functionaris zijn. Deze mo
gelijkheid moest nog maar eens ernstig
worden overwogen.
De oorlogsomstandigheden hadden een
enorme toevloed van spaargelden ten
gevolge. Kassier en bestuurders waren
daar niet zo heel erg verheugd over. Het
kostte veel rente en de mogelijkheden
tot beleggen waren beperkt. Het zou
niet verstandig zijn om het vele overtol
lige geld bij de centrale bank te depone
ren. Die centrale was wel te vertrouwen
natuurlijk, maar gaf een zo lage rente
dat voor de plaatselijke bank slechts
verlies over zou blijven. Een uitweg
bood het beleggen in solide effecten en
dat deed men dan maar. Gelukkig had
de bank geen Russische 'papieren', hoe
wel deskundigen beweerden dat er
geen betere belegging bestond, want
Rusland gaat nooit van de kaart. Ook
deze deskundigen, zoals zovele vóór en
zovele na hen kregen de kous op de kop.
Salomo wist het reeds; er is geen
nieuws onder de zon. In 1922 stelde het
lid W. G. Verheul voor om van de winst
een deel - f 200,- a f 300 - af te zonde
ren voor noodlijdend Rusland waar dui
zenden stierven van honger en ellende,
terwijl wij hier leefden in overvloed.
Aangezien ook toen het hemd nader
was dan de rok, wenste Haak ook de
oprichting van een r.k. fanfare te steu
nen, doch Zwinkels vond dat het geld
het best besteed kon worden voor de
aankoop van een nieuwe piano voor het
gebouw der KSA. En Van der Hoeven
wilde het bedrag ten goede doen komen
aan de armen der parochie.
Verheul's voorstel werd aangenomen,
mits de centrale bank dat zou goedkeu
ren.
En zou - een vraag gesteld in 1924 - de
kleine handeldrijvende middenstand
door de Boerenleenbank aan krediet
kunnen worden geholpen nu deze niet
meer bij de Hanzebank terecht kon en
genoodzaakt werd naar een neutrale
kredietinstelling te gaan, die ze graag
met open armen zou ontvangen en als
lid inschrijven? (Misschien bedoelde de
vraagsteller wel de Voorschotbank
daarmee?)
Helaas! Statutair was dit nog niet toe-
j gestaan, maar op de algemene vergade-
ring van de centrale bank zou dit beslist
ter sprake worden gebracht.
Salarisverschillen
In Juni 1927 was er dan wel een feeste
lijke jubileumvergadering maar desal
niettemin werd er een hartig woordje
I gesproken over de belangrijke salaris
verschillen tussen de Utrechtse en de
Eindhovense banken. Eindhoven was
'lager', anders was er niet zo over ge-
klaagd, maar ontwierp intussen een
1 nieuwe regeling, waardoor 'onze Kas
sier' een belangrijke salarisverhoging
kreeg (applaus) en ook nog een flinke
gratificatie over het vorig jaar (opnieuw
applaus). Bovendien vierde deze sympa-
j thieke man ook zijn zilveren kassiers- en
huwelijksfeest. Hij zou een stoffelijke
bewijs van waardering ontvangen tot
een niet gering bedrag (wéér applaus)
en toen begon de vergadering snel te
verlopen in verband met de aanvang
van de Plechtige Mis van Dankbaarheid.
Voor snelle modernisering voelde men
blijkbaar niet zo heel erg veel. Het kost
te nogal veel overredingskunst om de
tuinders ervan te overtuigen dat het be
slist noodzakelijk was om hun 'glas' te
gen hagelschade te verzekeren, vooral
nu in deze jaren het glasareaal enorm
snel in grootte toe nam.
Nog in 1938 vroeg men zich af of de di
recteur wel een telefoonaansluiting
moest krijgen, ook al in verband met zijn
vele werkzaamheden voor de Vaste Las
ten Commissie. Het lid N. Barendse zou
daar niet zoveel prijs op stellen, als het
hem zou worden gevraagd want hij wist
bij ondervinding wat telefoonaansluiting
zeggen wil als men eens rustig thuis wil
zitten.
In 1939 nam pastoor Wierdels afscheid,
vergezeld van vele goede wensen.
Slechts enkele weken daarna liet zijn
Schepper zijn tijdelijk leven overgaan in
het eeuwige.
In mei 1940 toen A. J. Vijverberg reeds
dertig jaren lid was van de raad van toe
zicht (sedert 1920 voorzitter) nam de
Tweede Wereldoorlog ook ons land in
zijn greep. Er zat niets anders op dan de
komende jaren tegemoet te zien met de
beste wensen voor een spoedige vrede.
De leden, zowel als de raad van toezicht
(A. J. Vijverberg, H. N. Groenewegen en
J. P.Jansen), het bestuur (A. W. Kester,
N. Barendse en C. Vijverberg Pzn) plus
de directeur (nu echt de moderne naam
voor de beheerder) N. A. A. Krook kon
den er alleen maar het beste van hopen,
wordt vervolgd Tb.
Foto: Het geheet gerestaureerde Huis Honselersdijk, dat thans onder de naam
Nederhof dienst doet als gezinsvervangend tehuis.