23
van energieopwekking derhalve in grote
delen van ons land, met name in de
kuststreken, een lonende zaak is. Het
hierbij afgebeelde kaartje van Neder
land, waarop de gebieden staan aange
geven met windsnelheden van gemid
deld 5 tot gemiddeld 6,5 meter per se
conde, gemeten op tien meter hoogte,
spreekt in dit verband voor zich.
Een nog maar enkele maanden geleden
door de minister van Economische Za
ken bij de Tweede Kamer ingediend
rapport, getiteld 'Perspectieven voor
windenergie in Nederland', bevat trou
wens een groot aantal conclusies, die
alle wijzen in de richting van veelbelo
vende kansen voor deze vorm van ener
gie in ons land.
Het rapport is eigenlijk de afsluiting van
het nationaal onderzoekprogramma
De gemiddelde windsnelheden op 10
meter hoogte in meters per seconde.
windenergie dat op 1 maart 1976 van
start ging en dit jaar afliep. Globaal be
keken blijkt uit het rapport dat er vrij
aanzienlijke mogelijkheden zijn voor
windenergie op een drietal gebieden: de
opwekking van elektriciteit ten behoeve
van het landelijke net, de energievoor
ziening in de glastuinbouw en de ge
deeltelijke vervanging van de conventio
nele elektrische poldergemalen door ge
malen die draaien op stroom, welke
door windturbines wordt opgewekt.
Wat de opwekking van elektriciteit be
treft, is uitgerekend dat er via windener
gie een bijdrage aan het landelijke elek
triciteitsnet (gevraagd vermogen tussen
de 4000 en 9500 megawatt) van 650
megawatt geleverd kan worden, zonder
ingewikkelde opslagsystemen. Deze
systemen zouden anders nodig zijn om
te voorkomen dat de 'gewone' elektrici
teitscentrales piekuren moeten maken
bij de elektriciteitsproduktie, als de
windturbines bij gebrek aan wind hun
werk niet kunnen doen. Worden deze
opslagsystemen wel ontwikkeld of wor
den er andere bijzondere voorzieningen
(koppeling aan het buitenlandse net)
toegepast, dan kan het aandeel van
windenergie in de nationale elektrici
teitsvoorziening nog veel groter zijn.
Over toepassing van windenergie in de
glastuinbouw zijn een paar interessante
zaken te vertellen. Er is al gesteld, dat
windenergie met name in de kuststre
ken een lonende zaak is. Welnu, het
Westland waar zich de grootste con
centratie van onze energieverslindende
glastuinbouw (landelijk verbruik 3 mil
jard m3 aardgas per jaar, ofte wel 7
van het binnenlandse gasverbruik) be
vindt, zit dus wat windaanbod betreft
populair gezegd gebeiteld. En het is niet
zo dat tuinders die overgaan op de aan
schaf van een windmolen daarmee al
leen maar elektriciteit, bijvoorbeeld voor
de belichting van bepaalde gewassen,
kunnen opwekken. De windturbines zijn
namelijk ook geschikt om warmte te
produceren, welke, in aanvulling op de
aardgasverwarming, geschikt is om de
kassen op temperatuur te houden.
Hoe gaat dat in zijn werk? Volgens een
publikatie van het Bureau Energie On
derzoek Projecten van het Energieon
derzoek Centrum Nederland (ECN) in
Petten als volgt: 'De wind brengt de
wieken van een windturbine in bewe
ging. De draaiende beweging, mechani
sche energie, wordt door een stelsel van
assen en tandwielen overgebracht op
de as van een speciaal geconstrueerde
waterrem (een vat met water waarin
een schoepenrad is bevestigd). Daarin
wordt de mechanische energie omgezet
in warmte. Het warme water dat zo
wordt verkregen kan worden gebruikt
voor de verwarming van de kassen.'
De rekenaars uit Petten hebben in prij
zen van 1980 becijferd dat de installatie
van een windturbine met een oppervlak
Proef molens bij de ECN in Petten.
van 200 m2 (kosten tussen de 50 000 en
60 000 gulden) een besparing op kan le
veren voor een gemiddelde glastuinder
van ongeveer 22 000 m3 aardgas per
jaar. Gaat men ervan uit dat de jaarlijkse
kosten die de investering in zo'n wind
molen met zich meebrengt 15 bedra
gen, dan komt dit neer op circa 8000
gulden. Zo'n warmtemolen begint der
halve al rendabel te worden bij een
aardgasprijs van f8000,- gedeeld door
22 000, is: 36 cent per kubieke meter.
Bij deze berekening is uitgegaan van
een kleine produktie windmolens, zeg
100 stuks. Maar ook zonder rekening te
houden met een verlaging van de kost
prijs voor windmolens in serieproduktie
is in te zien, dat bij een verdere stijging
van de aardgasprijzen voor de glastuin
bouw al snel het punt bereikt zal zijn,
waarop een warmtemolen zijn geld be
gint op te brengen. Immers, in het in
mei gesloten gasprijsakkoord tussen het
Landbouwschap en de Gasunie waar
over in het vorige nummer van ons
maandblad in het artikel 'Tuinbouw en
aardgas' werd geschreven, is bepaald
dat de gasprijs voor de glastuinbouw
eind dit jaar 30 cent per kubieke meter
gaat bedragen, terwijl verdere stijgingen
in het verschiet liggen.
Het is duidelijk dat de individuele tuin
der aanzienlijk op het gasverbruik kan
bezuinigen door gebruik te maken van
windenergie. Hoe die besparing lande
lijk gezien gaat uitpakken, als op grote
schaal windenergie voor de verwarming
van kassen wordt ingezet is nog ondui
delijk. Dat hangt ook af van het aantal
windmolens dat geplaatst kan worden.
Teveel molens op een kluitje vangen el
kaar de wind af, en dat betekent dus
minder opbrengst. Globaal gaat men er
in Petten van uit dat de windmolen met
waterrem 10 tot 15 procent van het
energieverbruik voor verwarmingsdoel
einden in de glastuinbouw voor zijn re
kening kan nemen, ofte wel 400 miljoen
m3 aardgas op een totaal Nederlands
aardgasverbruik van 44 miljard m3.
Dit voordeel zal overigens niet alleen de
glastuinder in de kaart spelen. Nationaal
economisch gezien kan zo'n besparing
bijvoorbeeld betekenen dat we straks
minder aardgas uit het buitenland hoe
ven in te voeren ten einde te voorkomen
dat onze voorraden te snel uitputten.
Bovendien zit er nog een positieve kant
voor de werkgelegenheid aan vast. Een
besparing van 400 miljoen m3 aardgas
in de glastuinbouw zou de bouw van
18 000 warmtemolens met een wind
vangend oppervlak van 200 m2 of 7000