Onder de norm
Een opgaande lijn is er volgens het LEI evenmin wan
neer de financieel-economische situatie van de land
bouw over een langere periode wordt beschouwd. In
de landbouw ingezette arbeid en kapitaal ontvangt ge
middeld genomen een vergoeding die de helft be
draagt van het bedrag dat buiten de landbouw als
norm geldt. Dat was tien jaar geleden nog 80 90%.
voor ons land. Dat maakt het Landbouw Economisch
Bericht heel duidelijk. De bijdrage van de land- en tuin
bouw aan de betalingsbalans in 1980 is wederom toe
genomen. Netto, dat wil zeggen, onze agrarische ex
port verminderd met de agrarische import blijft een be
drag van f 10,7 miljard.
De hoeksteenfunctie van de landbouw voor de wel
vaart in ons land is daarmee nogmaals onderstreept.
Zoals een boer waakt
over de gezondheid van
zijn beesten, zo waakt
het LEI over de gezond
heid van de Nederlandse
1and- en tuinbouw. Eén
van de middelen daarbij
:s de jaarlijkse röntgenfo-
'o in de vorm van het
Landbouw Economisch
Seri ebt.
Het LEI wijt deze teruggang niet aan een onvoldoende
produktiviteit, maar vooral aan het uiteenlopen van
kosten en opbrengsten.
Omdat ook agrarische gezinnen uitgaven hebben
waarop steeds minder bezuinigd kan worden, is deze
onderbeloning vooral terug te vinden in de eigen ver
mogenspositie. De verhouding eigen vermo
gen/vreemd vermogen is het afgelopen jaar met een
aantal procenten teruggelopen. De lagere grondprijzen
zijn hier voor een deel debet aan. Gemiddeld genomen
is er wat dit betreft zo op het oog nog wel wat weer
stand. Er zijn niet zoveel sectoren in ons land waar zo
als in land- en tuinbouw de gemiddelde verhouding ei
gen vermogen ten opzichte van het vreemde vermo
gen, volgens het LEI, op een niveau van 55 (glastuin
bouw) of 78 (landbouw) ligt.
Dit zijn gemiddelden. Uit het feit dat dit jaar door de
overheid in overleg met onder meer de Rabobank een
Bijzonder Bedrijfskrediet voor de landbouw is ingesteld
om bedrijven met een zwakke eigen vermogenspositie
te helpen het hoofd boven water te houden, blijkt wel
dat gemiddelde cijfers niet alles zeggen. Aan de andere
kant moet het mogelijk zijn sectoren met dergelijke ge
middelde vermogensposities zonder al te veel kleer
scheuren door de huidige economische crisis te lave
ren.
Produktief
Land- en tuinbouw zijn geen afgeschreven sectoren
Bij de kabinetsformatie heeft de georganiseerde land
bouw de produktieve functie van de landbouw onder
streept. Tegelijkertijd is gewezen op kwetsbare aspec
ten van de landbouw. De hoge rentevoet is één aspect.
Daarnaast zal de nieuwe regering er alert op dienen te
zijn dat het EG-landbouwbeleid niet wordt terugge
draaid.
Als derde is genoemd het belang van het behoud van
de basisinstrumenten van het landbouwbeleid. Deze
zijn er op gericht dat de landbouw mogelijkheden be
houdt zich aan te passen aan veranderde omstandighe
den. Onderzoek, onderwijs, voorlichting en landinrich
ting vormen hierbij de zwaartepunten.
Toenemende belangstelling
De belangstelling voor het agrarisch beroep blijft on
danks de wat sombere berichten groot. Het LEI stelde
vast dat er in 1980 500 meer meewerkende zoons op
de landbouwbedrijven waren dan in 1978. Een plus
punt uit oogpunt van werkgelegenheid. Maar deze
werkgelegenheid zal op den duur alleen kunnen stand
houden als er een voldoende beloning tegenover staat.
Straks komen deze jongeren voor de bedrijfsovername
te staan. Willen we deze extra werkgelegenheid veilig
stellen, dan zal de overname niet onnodig verzwaard
dienen te worden door de fiscus. Dan zijn er wellicht
op dit punt zelfs extra maatregelen nodig. Een zaak die
de komende tijd in het beleid de nodige aandacht zal
vragen.