Lgii
tuinbouw en aardgas
ringen met dubbele kasdekken zijn nog
zeer verdeeld, aangezien deze tevens
met lichtverlies en dus opbrengstdaling
gepaard gaan.
Energiebesparing in de glastuinbouw
Op wat langere termijn kan men ook
denken aan alternatieve energiebron
nen, zoals warmtepompen, windmo
lens, aardwarmte en afvalwarmte van
elektriciteitscentrales. De hoeveelheid
warmte, die bij de opwekking van elek
triciteit in ons land ontstaat, bedraagt
alleen reeds het dubbele van het ener
gieverbruik in de glastuinbouw.
Alles bij elkaar zou met genoemde
maatregelen in de tachtiger jaren het
energieverbruik per eenheid produkt in
de glastuinbouw wederom kunnen wor
den gehalveerd.
Financiering
Het sectorbeleid voor de glastuinbouw
zal naar schatting een investeringsgolf
in energiebesparende maatregelen van
f 1 miljard tot gevolg hebben. Het Mi
nisterie van Landbouw en Visserij zal
hiervan zoals gezegd f 270 miljoen beta
len door subsidies in het kader van het
sectorbeleid. De tuinders zullen met ei
gen vermogen en leningen het resteren
de deel moeten opbrengen, waarbij ui
teraard ook een beroep op de WIR zal
kunnen worden gedaan.
De Rabobankorganisatie is hierbij ook
nauw betrokken, want zij heeft aan de
tuinbouw thans ongeveer f 4 miljard ge
leend. Dat is driekwart van het vreemde
vermogen ofwel een derde deel van het
totale vermogen in deze sector. Bij de fi
nanciering van de glastuinbouw zijn 150
a 200 aangesloten banken in meerdere
of mindere mate betrokken, waarvan
enkele tientallen zelfs een belangrijk
aandeel van hun uitzettingen in deze
sector hebben zitten. Onze organisatie
zal dan ook de uitvoering van het sec
torbeleid voor de glastuinbouw begelei
den met geld en goede raad. Wat dit
laatste betreft is door Rabobank Neder
land een brochure samengesteld, waar
in voorlichting wordt gegeven over het
rendement van energiebesparende in
vesteringen in de glastuinbouw en over
de mogelijkheden om daarvoor in het
kader van het sectorbeleid een over
heidsbijdrage te verkrijgen.
Via een uitgebreid aardgasnet worden
de tuinbouwbedrijven van aardgas voor
zien.
Potentiële besparing
tot 1980
landelijk
bereikt
(t.o.v.
1973)
tot 1990
landelijk
technisch te
realiseren
(t.o.v. 1980)
Energiebesparingsmaatregel
per bedrijf landelijk
Ketelhuis:
- afstelling en onderhoud
- retarders
- rookcondensors
6% 6%
2% 1
15% 12%
3%
1
4%
8%
Kas:
- aanpassingen
- gevelisolatie
- energiescherm
7 7
5% 5%
25 25
2%
2%
1
5%
3%
15%
Teeltkundige aanpassingen:
- teelttechniek
- andere rassen
7
7
5%
15%
10%
Cumulatieve besparing
18%
45%
Idem per eenheid produkt
34%
50%
Bron: Nota Glastuinbouw en Energie van het Ministerie van Landbouw en Visserij.