iife
Drs. A. M. Dierick
hoofd stafgroep
Economisch onderzoek
Ir. M. C. Matthes
Bedrijfstakonderzoek
Gasprijsakkoord
Na uitermate moeilijke onderhandelin
gen heeft het Landbouwschap in mei
met de Gasunie een akkoord bereikt
over een extra aanpassing van de aard-
gasprijs voor de glastuinbouw. Overeen
gekomen werd dat deze aardgasprijs
naast de reeds eerder afgesproken ver
hoging met 41/2 cent per m3 dit jaar met
4 cent extra zal worden verhoogd tot
ruim 30 cent eind 1981Verder is over
eenstemming bereikt over het te voeren
gasprijsbeleid voor de glastuinbouw tot
1 april 1984. Hierbij staat het verschil
tussen de aardgasprijs voor de tuin
bouw en de vergelijkbare prijs voor in
dustriële grootverbruikers op 1 maart
1982 centraal. Het dan bestaande prijs
verschil zal in vijf halfjaarlijkse termijnen
vanaf 1 april 1982 worden overbrugd.
Deze inhaalrondes zullen worden aan
gepast, indien zich in het voorafgaande
halfjaar wijzigingen hebben voorgedaan
in de vergelijkbare prijs voor industriële
grootverbruikers.
Een van de belangrijkste voorwaarden
van het Landbouwschap voor een ak
koord was - naast een zo beperkt mo
gelijke prijsverhoging - de uitwerking
van een sectorbeleid, waarvoor de over
heid f300 miljoen heeft uitgetrokken.
Dit geld zal grotendeels gebruikt wor
den om individuele ondernemers met
subsidies in staat te stellen zich door
middel van energiebesparing aan de
nieuwe situatie aan te passen, terwijl
een bedrag van f 30 miljoen ter beschik
king zal worden gesteld voor verdere
stimulering van het onderzoek naar
energiebesparing in de glastuinbouw.
Onder de gegeven omstandigheden
vormt dit akkoord, alles bij elkaar geno
men, toch geen onbevredigend resul
taat. De forse prijsverhoging voor dit
jaar is wel bijzonder pijnlijk, maar lijkt
helaas ook onontkoombaar. Datzelfde
geldt eveneens voor de verdere prijsver
hoging in de komende jaren, die gelei
delijk zal moeten worden doorgevoerd,
zodat de glastuinbouw tijdwinst krijgt
voor aanpassing door energiebesparing.
Sectorbeleid
Het sectorbeleid is grotendeels neerge
legd in de 'Beschikking Energiebespa
rende Maatregelen in de Glastuinbouw',
die nog goedgekeurd moet worden door
de Europese Commissie. Deze regeling
is gericht op perspectief biedende be
drijven, waarvan het voortbestaan on
der normale omstandigheden niet in ge
vaar zou komen.
De betrokken bedrijven zullen een indi
vidueel energiebesparingsplan moeten
indienen, waarmee een besparing van
minstens 20 moet worden bereikt op
basis van het téeltplan 1980/81 bij het
bestaande glasareaal en het daarbij be
horende genormeerde energieverbruik.
In dat plan zal de ondernemer moeten
aangeven, op welke wijze hij dit beoogt
te realiseren en welke investeringen hij
daartoe vóór 1 januari 1985 zal verrich
ten. Daarbij kan hij kiezen uit een groot
aantal energiebesparende maatregelen
met een vastgesteld besparingspercen
tage, zoals gevelisolatie (9 bespa
ring), energieschermen (20-35 dub
beldek (35 rookgascondensor (7-
15%) en wijzigingen in verwarmings
systeem (8-20%). Na uitvoering van
voorgenomen investeringen zal per m3
genormeerde energiebesparing een bij
drage worden verleend van 35 cent over
ten hoogste 250 000 m3 per bedrijf. Op
dat de uitvoering van een goedgekeurd
energiebesparingssysteem niet zal wor
den verhinderd door liquiditeitsproble
men, zal hierop in het voorjaar van 1982
een voorschot kunnen worden verstrekt
van 2Vz cent per m3 tot een maximum
van f 37 500 per bedrijf.
Energiebesparing
Hoewel de energieproblematiek mo
menteel sterk in de belangstelling staat,
vormt energie niet de belangrijkste kos
tencomponent.in de glastuinbouw. Het
aandeel van de arbeidskosten is nog
steeds bijna het dubbele van dat der
energiekosten. Dit is mede het gevolg
van het feit, dat het energieverbruik per
eenheid produkt tussen 1973 en 1980
met een derde deel is afgenomen,
voornamelijk door een produktiestijging
per m2 grond, maar ook door allerlei
maatregelen ter beperking van het
energieverbruik.
De besparingsmogelijkheden zijn echter
nog in het geheel niet uitgeput, zoals
ook blijkt uit het sectorprogramma. Zo
kan er in en om het ketelhuis nog veel
worden bespaard door het aanbrengen
van rookgascondensors, terwijl bijvoor
beeld het omlaag brengen van verwar
mingsbuizen een energiebesparing tot
gevolg heeft en tevens lichtwinst en dus
opbrengststijging oplevert. Een betere
regeling van het klimaat met behulp van
de computer kan eveneens tot energie
besparing leiden. In de kas zelf kan
energie bespaard worden door het aan
brengen van een dubbele gevel en van
beweegbare energieschermen boven
het gewas en door over te gaan op sub
straatteelt en infraroodstraling. De erva-