JRH hun aangelegenheden kunnen afhande len of bespreken. Kortom, wij zien voor de toekomst naast de figuur van de bankadviseur een figuur opdoemen die we voorlopig 'relatiebeheerder' hebben genoemd. Toegegeven, op die term is wel wat af te dingen, houdt echter slechts voor ogen dat het gaat om een speciaal contactpunt voor die groep le den en cliënten, die we in ons bankbe drijf de 'zakelijke relaties'plegen te noe men. De 'bedrijvenmarkt' mag men ook wel zeggen. De achterliggende gedachte voor invoering van een 'relatiebeheer der' is dezelfde als voor de bank adviseur. Er komt een stukje geschiede nis en een stukje 'marktbenaderingsfilo sofie' bij te pas. Van ouds letten wij coöperatieve banken op wat onze leden en cliënten nodig hadden en daarop trachtten we onze diensten zo goed mo gelijk af te stemmen. Allengs is die hou ding in meer recentere jaren als het ware doorkruist en wat vervaagd, om dat we in ons bedrijf een veelheid van produkten kregen, die ieder onze aan dacht hadden en waarvoor we van onze cliëntèle de aandacht vroegen. De zoge naamde 'produkt-gerichte' benadering dreigde de 'cliëntgerichte'benadering te weinig ruimte te laten. Dat gevaar is ge lukkig tijdig onderkend en bewust is daarom besloten onze marktbenadering meer af te stemmen op de behoeften en mogelijkheden van bestaande en poten tiële cliënten. Voor de bedrijvensector mikken we daarbij op een nieuwe aan pak van het relatiebeheer. Dat zal al duidelijk worden als we de ons inziens belangrijkste trekken, de ge dachte relatiebeheerder, in een soort profielschets bekijken. De man (of de vrouw) moet een algemene kennis heb ben van alle bankdiensten, hij moet als een breed georiënteerde 'bankier' optre den, meer een generalist dan een speci alist zijn. Hij draagt zorg voor de door de relatie gewenste snelheid en kwaliteit van diens bankzaken. Met vele instru menten en hulpmiddelen zal hij moeten werken, zoals informatiesystemen, het beleidsplan en het marketingsplan. Hij zal daar in belangrijke mate zelf voor verantwoordelijk moeten zijn en dien overeenkomstige taken en bevoegdhe den moeten hebben. Het belangrijkste is eigen/ijk dat hij een 'totaal-relatie' met zijn cliënten opbouwt (en dus niet eenzijdig zijn energie op een of meer af zonderlijke produkten richt). De contac ten met zakelijke relaties dienen dan ook volgens een goed systeem te wor den georganiseerd. Wat weer niet bete kent dat nu alles maar uitsluitend op het resultaat gericht moet worden. Net als overal zijn ook in het zaken-doen goede intermenselijke verhoudingen een eer ste voorwaarde. De behoeften van de cliënt staan immers centraal. Zo'n profiel is niet mis. Voor de betrok ken medewerkers zal het taakverzwa ring betekenen, maar ook een taakver- dieping, die veel voldoening belooft en plezier in het werk. Ik heb ergens gele zen dat we overigens niet bang hoeven te zijn dat er geen voldoende capabele mensen bij onze banken zouden zijn om in de schoenen van zo'n relatiebeheer der te stappen. Dat zal best lukken. En er is ook nog zoiets als opleiding en be geleiding door bijvoorbeeld mensen van de regiokantoren. Het bovenstaande zal vrijwel ie dereen plausibel voorkomen. Me nigeen in onze organisatie zal zeggen: meteen doen, of zal er op wij zen: dat hebben wij eigenlijk allang. Zo wel de ene als de andere uitspraak moet voorlopig met een korreltje zout geno men worden. Wijselijk is dan ook beslo ten eerst eens een proef bij de banken te nemen, die ook als eerste met de hankadviseurs hebben geëxperimen teerd. Die proef wordt nu voorbereid en we zullen er te zijner tijd wei meer van horen. De zaak is namelijk minder eenvoudig dan men denkt. We kunnen wel gemak kelijk over een functie van relatiebe heerder praten, we kunnen de cliëntge richte benadering in plaats van de pro- duktgerichte willen nastreven, we heb ben echter te maken met de levende praktijk bij onze banken. En die is geva rieerd, wat blijkt als je nagaat hoe het relatiebeheer nu georganiseerd is. Bij de kleinere banken is zelfs nauwelijks on derscheid tussen een produktgerichte en een cliëntgerichte werkwijze te con stateren. Het aantal medewerkers is niet groot genoeg om van een echt pro- duktspecialisme bij zo 'n bank te kunnen spreken. Pas als een bank circa 25 me dewerkers heeft blijkt er aanleiding te zijn om de steven ook organisatorisch meer in de richting van de cliëntgerichte benadering te wenden. En zelfs dan zal er niet altijd plaats zijn voor een volsla gen, full-time relatiebeheerder. Het lijkt in die gevallen beter om aan een ge combineerde functie te denken, bijvoor beeld een relatiebeheerder, die tegelijk produkt-specialist is. Pas bij de grotere banken (meer dan 45 personeelsleden) komt de behoefte aan een of meer full time relatiebeheerders aan de orde. Er zijn nog wel meer knopen te ontwar ren, bijvoorbeeld de verhouding tussen de relatiebeheerder (een generalist) en de eventueel aanwezige specialisten. Ook de specialist zal in ieder geval moe ten leren werken vanuit de filosofie van het relatiebeheer, zeker als hem dat re latiebeheer mede wordt opgedragen. Mentaal kan dat enige aanpassing ver gen, want zijn speciale produkt blijft na tuurlijk interessant en belangrijk, maar wie ziet dat het om de totale relatie met de cliënt gaat, zal die aanpassing op kunnen brengen. We vergeten ook niet dat de generalist op specialistische know how moet kunnen terugvallen. Ik wijs ook nog even op de bijkantoren. Die kunnen natuurlijk ook een rol spelen bij het relatiebeheer. Maar of zo'n kan toorhouder nu ook de functie van rela tiebeheerder moet vervullen, kan nu moeilijk gezegd worden. Wel is het ze ker, dat bij de kantoorhouders de con tact- en signaleringsfunctie ten behoeve van het relatiebeheer van de bank meer accent verdient. Misschien heb ik tot nu toe te veel de persoon en de functie van de relatiebeheerder in de aan dacht geplaatst. Dat is in zoverre goed, omdat we door een aparte relatiebe heerder de gewenste cliëntgerichte be nadering van de zakelijke relaties het duidelijkst zien afgetekend. In de grond van de zaak gaat het echter niet om die persoon of zijn functie. Het belangrijkste is het relatiebeheer zelf. Wij willen de relatie tussen de bank en bedrijfscliën- ten zo goed en vol (denk aan integraal) mogelijk doen zijn. Dat vereist een be paalde instelling (meer generalist zijn) van onze mensen en onvermijdelijk een passende 'organisatie' van het relatie beheer. Zoals we al gezien hebben, wordt goed beseft, dat zo'n organisatie er bij de ene Rabobank anders kan uit zien dan bij de andere. De aan het werk zijnde projectgroep en de bevindingen die straks bij de proefbanken worden opgedaan, zullen ons met die 'organisa tie' wel verder helpen. Wij zeiden het al, de aandacht die het relatiebeheer krijgt is rondweg verheu gend. Als ik bedenk dat de eigenlijke stoot tot oprichting van onze banken lag in het streven om hun leden bedrijfskre- dieten te verstrekken, dan heeft hel mo dern relatiebeheer zeer oude rechten. En het is geen schande, dat we met de tijd mee daarin een eigentijdse verbete ring willen brengen. Geen schande, om dat het bedrijfsleven door de jaren heen bij ons altijd goed terecht kon en be diend werd, geen schande vooral omdat het weer eens bewijst dat een oude organisatie als de onze telkens weer verrassende nieuwe wegen inslaat. De heer Wagner zei aan het slot van zijn rede op onze Algemene Vergadering: 'Flexibiliteit is naar mijn mening een van de basisvoorwaarden voor het herstel van de Nederlandse economie in de ko mende jaren.' Welnu, daarom houden wij ons ook met relatiebeheer bezig. Een gezond teken van onze flexibiliteit of, veel poëtischer uitgedrukt, een teken dat onze jeugd zich telkens vernieuwt als die van een arend. Maar dat zou bij na een citaat uit Psalm 103 worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 5