Au - financiering gezondheidszorg dere landgenoot gelijke kansen op ge zondheidszorg heeft. Na een lange voorbereiding kwam in 1965 de wet Ziekenhuistarieven tot stand, waarbij o.a. het Centraal Orgaan Ziekenhuistarieven werd ingesteld. Het COZ is een orgaan, dat tot taak heeft de vaststelling van verantwoorde tarieven te bevorderen. Op basis van richtlijnen van het COZ wordt een ver- pleegtarief vastgesteld, dat uitgaat van een kostendekkende exploitatie. Exploi tatie-overschotten en -tekorten worden door middel van het verpleegtarief weer verrekend, mits de exploitatie binnen de richtlijnen is gevoerd. Ook rente- en af schrijvingskosten vormen een onderdeel van het verpleegtarief. Financiering investeringen De totale uitgaven ten behoeve van de gezondheidszorg worden over 1980 ge raamd op meer dan 28 miljard gulden. Dit is tweeduizend gulden per hoofd van de bevolking. Uitgedrukt in een percen tage van het bruto nationaal inkomen 1980 bedraagt het 8,8 Het aandeel van de intramurale zorg wordt voor 1980 geschat op 15 miljard gulden. De intramurale instellingen krijgen hun inkomsten uit: Links een maquette van het Sint Maar- tens Gasthuis in Venlo, dat een investe ring vergt van 300 miljoen gulden en waarvoor Rabobank Nederland en de Rabobank Venlo gezamenlijk de finan ciering verzorgen. Het staat nog in de steigers (foto boven). - de algemene middelen (academische ziekenhuizen): - ziekenfondsverzekeringen: - particuliere ziektekostenverzekerin gen: - Algemene Wet Bijzondere Ziektekos ten (AWBZ). Voor de financiering van investeringen komen de instellingen echter terecht bij banken en institutionele beleggers. Het niet-winstgevende karakter van in stellingen voor gezondheidszorg brengt namelijk met zich mee, dat deze instel lingen meestal geen, of slechts een be perkt eigen vermogen hebben en der halve vrijwel geheel gefinancierd moe ten worden met vreemd vermogen. Uit de exploitatie van een instelling is ook geen vorming van eigen vermogen mogelijk. Ook mag in de kostenbegro- tingen geen rekening worden gehouden met rente over het eigen vermogen. Voor de financiering van investeringen zijn instellingen dan ook aangewezen op vreemd vermogen. De financieringsbehoefte op korte ter mijn bestaat uit de vóórfinanciering van bouwprojecten, de debiteuren- en voor- raadfinanciering, alsmede de financie ring van tijdelijke exploitatietekorten. Tot de financieringsbehoefte op middel lange termijn wordt gerekend de finan ciering van apparatuur en inventaris. In vesteringen in grond, gebouwen en in stallaties brengen een financieringsbe hoefte op lange termijn met zich mee. Voor deze financieringsbehoefte zijn de volgende financieringsvormen aanwe zig: - de hypothecaire geldlening: - de obligatielening: - de onderhandse lening onder over- heidsgarantie. Voor kleinere projecten is de hypothe caire geldlening een geschikte financie-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 18