Naast het toezicht op de planning en de
bouw houdt de overheid ook toezicht op
de in rekening te brengen tarieven.
Tot 1961 geschiedde dit op grond van
de bepalingen van de Prijsopdrijvings-
en Hamsterwet 1939 en vanaf 1961 tot
1965 op grond van de Prijzenwet 1961
Dit toezicht werd uitgeoefend door het
ministerie van Economische Zaken.
Gaandeweg werden in de vijftiger jaren
de prijsbeheersingsmaatregelen voor
het bedrijfsleven verzacht en uiteindelijk
opgeheven; het toezicht op de zieken
huistarieven bleef gehandhaafd.
Dit toezicht is op zichzelf nauwelijks ter
discussie geweest.
De patiënt heeft immers feitelijk geen
keuzevrijheid om wel of geen gebruik te
maken van gezondheidszorgvoorzienin
gen, maar zal 'tot iedere prijs' weer ge
zond willen worden.
Toepassing van vraag- en aanbodregels
kan leiden tot onaanvaardbaar hoge
tarieven, die zouden verhinderen dat ie-
voorzieningen van kracht geworden. De
belangrijkste verschillen met de oor
spronkelijke wet zijn:
- het bieden van een kader voor plan
ning in de intramurale gezondheidszorg
(bijv. de 4 °/oo norm voor ziekenhuizen);
- het bevorderen van de doelmatigheid
en van de kostenbeheersing (bijv. het
instellen van een bouwplafond);
- het bieden van de nodige rechtsze
kerheid voor alle belanghebbende per
sonen en instellingen.
We vragen ons wel af, of het er vroeger in alle ziekenhuizen zo ver
zorgd aan toeging, als op dit schilderij dat in het Rijksmuseum Twen
te hangt. Aan het in aanbouw zijnde Sint Maartens Gasthuis in Venlo
zal het wat de situatie in deze tijd betreft niet liggen.