de rabobank en
de financiering van
de gezondheidszorg
16
De Rabobankorganisatie wordt in steeds grotere
mate betrokken bij de financiering van instellin
gen voor gezondheidszorg.
De gezondheidszorg is voor onze organisatie ai
heel lang een bekende en gewaardeerde relatie-
groep.
In de aard van die relatie is de laatste jaren erg
vee! veranderd; waren het voorheen voorname
lijk leningen, welke uit hoofde van beleggingsuit
zettingen werden verstrekt, vandaag de dag gaat
het om de totale relatie met alle bankdiensten.
Met ingang van 1 augustus 1981 is binnen het
Directoraat Relatiebeheer en Kredietverlening
van Rabobank Nederland de Activiteit Gezond
heidszorg van start gegaan.
Zij heeft tot doel om in samenwerking met de
aangesloten banken relaties in de gezondheids
zorg met 'geld en goede raad' van dienst te zijn.
In onderstaand artikel wordt een overzicht gege
ven van de ontwikkeling van de gezondheidszorg
in Nederland, de financiering daarvan en de
plaats van de Rabobank daarin.
De verzorging van de zieke mens da
teert van oudsher. Het ziekenhuis bij
voorbeeld is als instituut gegroeid van
uit de middeleeuwse kloostergasthui
zen, waar onderdak geboden werd aan
armen, zieken en daklozen.
Later kwamen daar de stedelijke gast
huizen bij, gesticht door stadsbesturen
en geleid door regenten en regentessen,
wereldlijke bestuurders dus.
Deze historische ontwikkeling heeft een
zeer sterke invloed gehad op de gehele
structuur en de organisatie van de ge
zondheidszorg.
De ontwikkelingen zijn snel geweest: in
nog geen twee eeuwen van roeping tot
professie en van barbier tot chirurg.
In het algemeen is het oprichten en in
stand houden van een instelling voor
gezondheidszorg het resultaat van parti
culier initiatief.
De verzuiling in Nederland heeft ertoe
geleid dat er sprake is van rooms-katho-
lieke, protestants-christelijke en open
bare instellingen, die soms vlak bij el
kaar functioneren.
Behalve particuliere instellingen zijn er
ook enkele instellingen die door ge
meente, provincie of het rijk in stand
worden gehouden.
Onder instellingen voor gezondheids
zorg verstaan we in dit verband voorna
melijk de intramurale ('binnen de mu
ren') zorg, zoals ziekenhuizen, zwakzin
nigeninrichtingen, verpleeghuizen, psy
chiatrische inrichtingen, de dagverblij
ven en gezinsvervangende tehuizen
voor gehandicapten.
Samenwerking op het gebied van de
gezondheidszorg komt steeds vaker
voor.
Het gaat hierbij onder andere om zie
kenhuizen onderling, ziekenhuizen met
verpleeghuizen, extramurale ('buiten de
muren') instituten en de kruisverenigin
gen.
Deze ontwikkeling is deels spontaan,
deels een gevolg van het stimulerings
beleid van de overheid.
Door deze samenwerkingsverbanden
wordt de doelmatigheid van de gezond
heidszorg vergroot.
Voor de financiering van gezondheids
zorgvoorzieningen was men in het ver
leden aangewezen op schenkingen, le
gaten en andere vrijwillige bijdragen.
Ook werd een belangrijk deel van de fi
nanciering door de oprichters zelf ver
zorgd.
Kerkelijke- en liefdadigheidsinstellingen
verstrekten eveneens leningen, vaak
zelfs tegen tarieven welke beneden de
marktrente lagen.
Als gevolg van de veranderende maat
schappelijke opvattingen omtrent de
verzorging van de zieke en gehandicap
te medemens kwam er geleidelijk aan
vanwege de overheid toezicht op de ge
zondheidszorg.
F. R. Hoek
hoofd Activiteit
Gezondheidszorg
Planning en bouw
De planning en bouw van een zeer be
langrijk onderdeel van de gezondheids
zorg, te weten de intramurale zorg,
wordt geregeld in de wet Ziekenhuis
voorzieningen. Voor de bouw van een
instelling voor gezondheidszorg is ver
gunning van de minister nodig.
Het college voor Ziekenhuisvoorzienin
gen, dat bepaalde normen heeft opge
steld voor bijvoorbeeld het aantal bed
den dat er in een bepaald gebied zou
moeten zijn, adviseert de minister.
Door de wijze van ontstaan van zieken
huizen in het verleden, zijn er teveel zie
kenhuisbedden in Nederland, zodat het
beleid van de regering thans gericht is
op het tot stand brengen van fusies tus
sen bestaande ziekenhuizen en op ver
mindering van het aantal bedden.
Op grond van de huidige norm van 4
bedden per 1000 inwoners zijn er ca.
20 000 bedden teveel in Nederland! In
1979 is de gewijzigde wet Ziekenhuis-