investeringsloon
investeringsloon, dat in toenemende
mate in de belangstelling is komen te
staan. Investeringsloon is in principe
een instrument van bezitsvormingsbe-
leid. Dat geldt ook voor de vermogens-
aanwasdeling (VAD), die enigszins uit
het vizier is verdwenen. Al ligt er bij de
Tweede Kamer nog steeds een wets
ontwerp daaromtrent dat in oktober vo-
Drs. G. H. M.
van Duinen
Algemeen
Economisch
Onderzoek
rig jaar door de regering is ingediend.
Met het investeringsloon kan aanslui
ting worden verkregen bij de huidige
structurele problemen in de economie.
Met de VAD ligt dat anders. In dit artikel
zal aan de inhoud van de twee begrip
pen aandacht worden geschonken,
voorafgegaan door een korte schets
over ontstaan en achtergronden.
Ontstaan
Voor het ontstaan van de begrippen in
vesteringsloon en VAD moet men in Ne
derland terug tot de eerste helft van de
jaren zestig. De in die tijd weer sterk op
gebloeide belangstelling voor de proble
matiek van de bezitsvorming werd
mede veroorzaakt door de snelle groei
van de kapitaalgoederenvoorraad en de
wens van met name de vakbeweging
om grote groepen van de bevolking
daarin te laten delen. Dit resulteerde in
een plan voor vermogensaanwasdeling,
opgesteld door de toenmafige vakcen
trales.
Volgens dit plan zouden werknemers
een geblokkeerd aandeel moeten ont
vangen in de overwinst van bedrijven.
Onder overwinst werd verstaan de net
towinst na belasting en verminderd met
een redelijke vergoeding over het eigen
vermogen. Werknemers in bedrijven
zonder winstoogmerk zouden op deze
wijze buiten de regeling vallen. Vandaar
dat de vakbeweging voor deze werkne
mers in die tijd als alternatief een vorm
van investeringsloon wenste. Na een
periode van hevige discussie verdwenen
de beide concepten geleidelijk van het
toneel.
In 1974 werd de VAD weer actueel: de
toenmalige regering beloofde de vakbe
weging de invoering van een regeling
voor de vermogensaanwasdeling. Daar
bij was uiteindelijk sprake van een ruil.
Het offer heette, ook toen al, loonmati
ging, samenhangend met de gevolgen
van de oliecrisis. De gedachte van het
investeringsloon werd afgewezen.
Sindsdien heeft een aantal, soms vrij in
grijpend gewijzigde VAD-voorstellen de
revue gepasseerd. Het jongste ontwerp
ligt nog steeds bij de Tweede Kamer en
zal voorlopig nog niet in behandeling
worden genomen. In de volgende para
graaf zullen enkele hoofdlijnen van dit
voorstel worden weergegeven.
Investeringsloon zou
wellicht ook een be
langrijke financierings
bron voor onze export
kunnen zijn.