nederlandse bloemisterij meester gemaakt in de wetenschap dat één contract beter is dan geen en dat het Landbouwschap zich tot het aller uiterste heeft ingezet. De achterstallige betalingen aan gasre- keningen liepen op tot in de miljoenen. De te treffen regelingen voor de finan ciële tegemoetkomingen van de zijde van de Overheid en het beleid van de banken zijn tot kwellende vraagpunten geworden voor een groot aantal onder nemers. De vastgestelde beleidslijnen terzake zijn gericht op de overlevingskansen voor een zo breed mogelijk scala van ondernemingen met toekomst. Het sectorprogramma van de Overheid omvat een bedrag van 300 miljoen gul den, maar dat zal wel veel te krap blij ken. Voor vertrouwen in de bloemisterij is op termijn wel enig licht te bespeuren. Als de directeur van het Centraal Planbu reau gelijk krijgt zal zich een voorzich tige opleving van de economie in de loop van volgend jaar voltrekken, nadat in het komende najaar een dieptepunt zal zijn bereikt. Hij verwacht ook dat ingevoerde goede ren duurder zullen worden door een stij gend kostenpeil elders. Dit zal naar onze mening dus ook van toenemende invloed worden op het aanbod uit derde landen op de EG- markt, gepaard gaande aan sterk stij gende transportkosten, hetgeen onze concurrentiepositie binnen de EG zou kunnen versterken. Grote verschillen Er is nog een groot onderscheid in kos tenfactoren naast de energieprijs. Grote verschillen bestaan op fiscaal gebied, in de lonen en loonkosten, waaronder de sociale lasten, maar vooral in het ver markten van bloemisterijprodukten, in sortiment en kwaliteit. We zullen het beter moeten doen dan onze concurren ten en efficiënter en dat doen we meestal ook. Op deze terreinen moeten we onze kansen zien te grijpen en inha ken op de door ons behaalde voor sprong, zoals b.v. door specialisatie, centrumfunctie, concentratie van het aanbod en de vraag, gunstige verkeers- ligging, verpakking, onderzoek, voorlich ting en onderwijs. Dat betekent echter dat we de gelegenheid moeten krijgen op basis van die voordelen langs de weg der geleidelijkheid in te spelen op de nieuwe situatie. Doorgaan met de bloe misterij in onze klimaatzone heeft be slist alle reden. Wij hebben begrip ge vraagd van de overheid om daadwerke lijk onze overlevingskansen te onder steunen. j Toch is te voorzien dat een aantal be drijven de strijd zal moeten opgeven. Dat is een trieste zaak voor wie moet af haken. Daaraan is de grote aarzeling toe te schrijven in de eindfase van het gas- prijsoverleg. Op de valreep is gelukkig voor hen nog een verbetering uit de bus gekomen met betrekking tot de bedrijfs beëindigingsregeling waaronder de glasafbraak. Deze zal worden aangepast aan de nieuwe situatie, waardoor de j mogelijkheid van een aanvullend sector- beleid aanmerkelijk is versterkt. Onduidelijkheid is er nog over de reactie bij de Europese Commissie. Steunmaat regelen in een aantal landen, nadat zij Nederland hadden aangeklaagd, heeft de positie der klagers naar onze mening wel verzwakt, j Verder is er onduidelijkheid over de be rekeningsgrondslag voor de in het voor- i uitzicht gestelde 5 termijnen van telkens 6 maanden, waarin de verdere prijsaan passingen gerealiseerd moeten worden. Zoeken naar alternatieven Eén ding is zeker, de huidige energie zal steeds duurder worden en daarom moet j onverminderd naar alternatieven en be- sparingen gezocht worden, zoals econo- misch haalbare toepassing van zonne- energie, windkracht, spaarbekkens, geothermische warmte e.d. Ook zal op verantwoorde wijze gebruik gemaakt moeten worden van wat de J natuur zelf in andere klimaatzones en omstandigheden te bieden heeft in de vorm van energie-arme produkten. Hier bij zal men zeer selectief te werk moe ten gaan en verschuivingen in het aan bodsvolume moeten voorkomen. Uit I een oogpunt van innovatie en sorti mentsverruiming liggen hier ongetwij feld nog grote mogelijkheden. De legen- i darische plantenzoekers van weleer hebben veel te weeg gebracht. Thans zal men zich veel meer op de gebruiks- j waarde ervan moeten gaan toeleggen. I In de sfeer van kostenbesparingen die I we moeten nastreven om onze positie te handhaven past absoluut niet het an dere gasvraagstuk dat is ontstaan door de toepassing van het zenuwgas me thylbromide voor de grondontsmetting aan té nauwe banden te leggen. Natuurlijk moeten voorzichtigheidsgren- J zen voor de gezondheid getroffen wor den, maar aan de andere kant mag het gewas niet bloot gesteld worden aan ontoereikende bescherming, waardoor de teelt waardeloos wordt en de onder nemers met hun werknemers brodeloos worden. Meer dan ooit is juist nu een versterking van de inspanningen op het afzetfront geboden. In een tijd van verstarrende of neergaande conjunctuur kan het bloe- mengebruik onder druk komen te staan. Alle ons ten dienste staande middelen zijn daarom onder auspiciën van het Bloemenbureau Holland (BBH) gemobi liseerd. Op de bestaande afzetmarkten en via de daarvoor geëigende kanalen worden de media op de consument en handel gericht en in toenemende mate begeleid door diensten op het gebied van vrije publiciteit. Waar mogelijk doen we in het buiten land de naar de consument gerichte pu bliciteit in samenwerking met de instan ties aldaar die zich bewegen op het vlak van de onpersoonlijke reclame. De samenwerking met de Bloembollen- raad voor de bolbloemenpromotie wordt steeds hechter. Ook voor de bloembollen. Met Plant Publiciteit Hol land is ook een goede samenwerking tot stand gekomen. Het is van groot be lang dat de sierteeltsectoren elkaar steunen en samenwerken om een krachtiger gezicht naar buiten te verto nen, ook in het buitenland. Samenwerking In West-Duitsland is een goede sa menwerking opgebouwd met de 'Deut sche Blumenwerbung', waar we voor snijbloemen op 50/50-basis in het bud get participeren. Voor de potplantensec tor is die samenwerking in voorberei ding, maar vooralsnog is dit voor wat aansluiting bij het Duitse budget betreft moeilijk gebleken. Daarom is een ver hoogde activiteit ontwikkeld door mid del van de vanuit het BBH-kantoor te Düsseldorf geleide persdienst voor con sumenteninformatie aan dag- en week bladen. De samenwerking met de Bloembollen- raad in West-Duitsland strekt zich ook uit naar Oostenrijk, waar de 'Blumen werbung' in Wenen graag met ons mee wil werken vanwege de financiële parti cipatie in hun budget. Met Zwitserland loopt deze weg helaas nog niet zo best. In dit drietalige land liggen hier bij gebrek aan een centraal reclamebeleid de zaken niet eenvoudig, vervolg op pagina 37

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 10