het bodemrecht van de fiscus De verslechterde economische situatie heeft zich in het afgelopen jaar gemanifesteerd in een sterke toename van bedrijfsfinancieringen in de 'gevaren- Het kenmerk van deze 'gevarenzone' is dat de financiële positie van het bedrijf zodanig is, dat de oorspronkelijke verwachting van de bank dat de financiering zonder problemen wordt terugbetaald, in belangrijke mate is gedaald. Een veel voorkomende oorzaak van de financiële problemen is over-creditering. Behalve banken verstrekken ook leve ranciers krediet. De totale schuldenposi tie van het betreffende bedrijf kan dan zo hoog oplopen, dat de verplichtingen uit hoofde van de kredietverlening niet meer nagekomen kunnen worden met als gevolg een déconfiture van het be drijf. De goederenvoorraad die voor een niet gering deel onbetaald is, heeft voor de bank, die fiduciaire eigendomsover dracht van deze voorraad bedongen heeft, nauwelijks enige zekerheidswaar- de. De Hoge Raad heeft namelijk in een arrest uit 1970 bepaald, dat de door de wet bevoorrechte positie van de onbe taalde leverancier sterker is dan het fi duciaire eigendomsrecht van de bank op de betreffende goederen. Voorts kan de onbetaald gebleven leve rancier de koopovereenkomst ontbin den en op grond daarvan de goederen terugvorderen als ware er nooit ver kocht en geleverd. Bovendien kan de leverancier zich op ei gendomsvoorbehoud beroepen, zo hij dit bij algemene voorwaarden van ver koop en levering heeft bedongen, het geen tegenwoordig steeds vaker voor komt. De praktijk leert dat bedrijven in moei lijkheden veelal te kampen hebben met oplopende belastingschulden, die niet in de laatste plaats ontstaan omdat ver zuimd wordt tijdig BTW af te dragen. Aanvankelijk is de fiscus in sommige gevallen bereid tijdelijk een regeling te treffen. Uiteraard zijn er grenzen aan uitstelverlening: als 'de maat vol is' zal de Ontvanger der Belastingen overgaan tot het nemen van rechtsmaatregelen. Wat dit laatste betreft is de Ontvanger zeer goed toegerust. Door middel van een door hem zelf uitgegeven dwangbe vel tot betaling verschaft hij zich, zonder tussenkomst van de rechter, een execu toriale titel, op grond waarvan terstond executoriaal beslag kan worden gelegd op roerende en onroerende goederen van de belastingplichtige en op alle gel den, geldswaarden welke een derde, bij- Mr. L. H. v. d. Drift Juridische Zaken voorbeeld de bank, voor de belasting plichtige onder zich heeft (het zoge naamde derdenbeslag). Bovendien beschikt de Ontvanger over een bijzonder rechtsmiddel: het zoge naamd bodemrecht. Dit bodemrecht geeft de fiscus zich de mogelijkheid de invordering van de directe belastingen, de BTW en de volksverzekeringspre mies te verhalen op roerende goederen, ongeacht wiens eigendom die goederen zijn, mits deze goederen zich bevinden op de bodem van de belastingplichtige en strekken tot stoffering van die bo dem. Deze enigszins mysterieus geformuleer de wettelijke regeling komt, indien wij ons tot de bedrijfssfeer beperken, in 't kort hierop neer, dat de fiscus roerende bedrijfsmiddelen, welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend gebruikt worden voor de produktie of dienstverlening binnen de ruimte waarover de belas tingplichtige onafhankelijk van anderen feitelijk kan beschikken, rechtmatig kan aantasten en executeren. Handelsvoor raden vallen hier dus buiten. Ook ver voermiddelen worden niet getroffen door het bodemrecht, tenzij het bijvoor beeld vorkheftrucks betreft. Vermeldenswaard is, dat de ingeoogste of nog niet ingeoogste vruchten, bij voorbeeld de geoogste aardappelen die in de schuur opgeslagen zijn, het koren in schoven, het afgemaaide gras in de weide, onder het fiscale bodemrecht vallen. Bij het veeteeltbedrijf is bijvoor beeld het melkvee (produktiemiddel) aan het bodemrecht onderworpen. Bodembeslag door de fiscus op 'bo- dem'goederen is een uiterst pijnlijke ervaring voor de bank of financierings maatschappij, die de beslagen goederen gefinancierd heeft onder fiduciaire ei gendomsoverdracht of middels een huurkoop- of leasingtransactie, temeer daar de gedupeerde zich uitsluitend middels een bezwaarschrift kan wenden tot de Directeur der Rijksbelastingen, die de doelmatigheid en niet de recht matigheid van het gelegde bodembe slag beoordeelt en het bezwaar door gaans afwijst. De gedupeerde derde-eigenaar van goederen waarop de fiscus bodembe slag heeft gelegd, komt er wat zijn 'klachtenrecht' betreft bekaaid af: in de eerste plaats wordt het gelegde beslag hem niet betekend of medegedeeld; in de tweede plaats moet het bezwaar schrift binnen de uiterst korte termijn van 7 dagen te rekenen vanaf de dag der inbeslagneming worden ingediend wil het de vastgestelde executie van rechtswege doen opschorten: een tijdig ingediend bezwaarschrift heeft namelijk als rechtgevolg dat openbare verkoop niet mag plaatsvinden dan 8 dagen na dat de beslissing op het bezwaarschrift aan de klager is betekend. Opschorting van de executie vindt in de regel echter ook plaats, indien het be zwaarschrift niet binnen de wettelijke termijn van 7 dagen is ingediend, mits de verkoop uiteraard nog niet heeft plaatsgevonden. Laatstgenoemde op-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 30