landbouwcommentaar dat ook in de komende jaren wel blijven doen. daarover mee te praten. Door een samenloop van om standigheden zijn er dit jaar nog geen ingrijpende maatregelen getroffen op de Europese zuivelmarkt, maar er zweven nog steeds ideeën boven de onder handelingstafels die het type veehouderijbedrijf dat in Nederland voorkomt ernstig kunnen treffen. Dat is een bedrijf dat op relatief weinig grond, door een zeer doelmatige bedrijfsvoering tot hoge produkties komt. Krachtvoer speelt hierbij een rol maar niet de hoofdrol. Het zit, net zoals bij de tuinder, in het vak manschap van de melkveehouder, de goede afzetorga nisatie en dienstverlening. Wel is het zo dat de moder ne melkveehouderij in Europa vooral is ontstaan rond om de aanvoerhavens van veevoer. Voor Nederland is dat Rotterdam, maar er zijn even goed moderne veehouderijgebieden in de buurt van het Franse Le Havre (Normandië) of het Italiaanse Ge nua (de Po-vlakte). Andere veehouderijgebieden zoals de traditionele weidegebieden in de bergstreken drei gen in de knel te geraken. Dergelijke uiteenlopende ontwikkelingen per gebied spelen op de achtergrond altijd mee in de Brusselse onderhandelingen en zullen Kwetsbaar Nederland is erg kwetsbaar voor een wijziging in het zuivelbeleid ten nadele van de bedrijven, zoals die bij ons de laatste 15 jaar zijn ontstaan, bijvoorbeeld door een heffing op hoge produkties. Het ontbreekt ons land immers aan de mogelijkheden om te schakelen naar een meer extensieve vorm van melkveehouderij. Dat zou alleen kunnen door de oppervlakte van de bedrij ven aanzienlijk te vergroten. Meer land per man bete kent in ons land minder mankracht en dus minder werkgelegenheid. Landen, die meer dan ons land gezegend zijn met grote landbouwarealen, zoals Frankrijk, hebben wat dit be treft meer mogelijkheden. Op het terrein van de inten sieve landbouw lijkt Frankrijk zelfs wat achterop te zijn geraakt. De export van de Franse landbouw is wat ach tergebleven bij de hoge verwachtingen die een jaar of tien geleden bestonden. Misschien is ook daaruit de toenemende kritiek op produktiemethoden te verklaren waarmee Nederland op het terrein van de export zo'n succes heeft geboekt. Het zag er allemaal zonnig uit aan het begin van het nieuwe jaar. De verbouwing gereed en alle balans besognes achter de rug. De Accountantsdienst had de jaarstukken gezien en wel bevonden, maar er bleef onrust in het hart van mijn collega. Waarom was ineens de groei van de middelen het afgelopen jaar zo achtergebleven bij de ramingen, die andere jaren toch vrij goed pleegden te kloppen met de werkelijkheid. De cijfers van het eerste halfjaar gaven daar destijds nog geen enkel vermoeden van. Hij dook er samen met de intern controleur nog eens goed in en ai gauw bleek dat de opnamen van spaargelden in december wel zeer extreem waren geweest. Vele tienduizenden guldens waren op die manier onttrokken aan zijn middelen en daar school de bron van het falen van zijn prognoses. Opvallend was, dat het vooral oudere dorpsbewoners waren geweest, die met haastige spoed hun spaarre kening hadden geplunderd of soms zelfs geheel had den opgeheven. Was er ergens een geheime concur rent op de plaatselijke markt, stelde men geen vertrou wen meer in de bank die nu al generaties lang het geldverkeer van het dorp regelde? Het mysterie diende snel te worden opgelost en daar toe begaf de directeur zich naar het etablissement De Witte Koe. Als je immers iets wilt weten ga je naar dat oord, waar vooral de ouderen van het dorp zich plegen op te houden met biljartspel en kaarten. Hij is een eerste klas politicus en begon dus niet met vragen, maar met een rondje voor de hele zaak. Op die wijze had hij al snel een kring om zich verzameld en na nog enkele brede armzwaaien in de richting van de tap en een uurtje later, wist hij behendig het gesprek te brengen op de bank en de spaarboekjes. Het onrustige geschuifel en het bedremmelde reageren van de omstanders maakte hem duidelijk dat hij op het goede spoor was. En dat spoor leidde naar een vreemde ontdekking. De Accountantsdienst had tegen het einde van het vo rige jaar de saldocontrolebiljetten voor de spaarreke ningen aan de cliënten verstuurd. Voor het eerst vanuit het spiksplinternieuwe regiokantoor, dat zich bevindt in dezelfde provincieplaats waar ook de Inspecteur der directe belastingen domicilie heeft gekozen. Al sinds jaar en dag houdt de belastinginspecteur kan toor in een straat, waarvan de naam voor de hele regio het symbool is van zijn lange arm. En het fraaie, nieu we regiokantoor is nou net in diezelfde straat geves tigd... Wie ermee was begonnen kon niet worden achter haald, maar onder de ouderen van het dorp deed bin nen enkele dagen het gerucht de ronde dat controlebil jetten afkomstig zouden zijn van de inspecteur van de belastingen. De meesten van hen hadden door hun status van bejaarde al jarenlang geen aangiftebiljet van deze heer ontvangen en waren rijp voor de kleine pa niek die op het gerucht volgde. Weg met de spaarrekening dus. Geef de kinderen wat extra, bewaar het geld thuis in het doosje, koop toch nog wat duurzaams, maar laat in geen geval die verre inspecteur van de belasting aan de armzalige spaar centjes komen! De directeur heeft uitvoerig verklaard wie de controle biljetten verzendt en wat de functie is van zo'n saldo controle. Of ze helemaal overtuigd zijn, is de vraag. Voor hen is een directeur van een plaatselijke bank zo solide, dat het idee dat zo'n man ook nog eens door een andere instantie wordt gecontroleerd aanleiding zou kunnen zijn voor een nieuwe paniek. Maar mijn collega blijft na zijn middagje in De Witte Koe hopen op een hernieuwde aanwas van zijn spaar- middelen. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 34