slechts 4 van de totale wereldhandel.
Daar zou toch best wat bij te sprokkelen
zijn.
Wanneer we dan voorts bedenken dat
80% van onze export naar EG-landen
gaat en daarvan weer het overgrote
deel naar onze buren dan moet het toch
duidelijk zijn dat er kansen liggen.
De ondernemer staat er niet alleen voor.
De overheid ziet in dat export een le
vensbelang is voor menig ondernemer
en voor de nationale economie als ge
heel.
Zij heeft dan ook een groot aantal maat
regelen getroffen om de export te be
vorderen. Zo is zij bereid 50 van bran
chegerichte promotionele activiteiten te
subsidiëren, verstrekt zij informatie via
de Economische Voorlichtingsdienst en
de kamers van koophandel, subsidieert
zij samenwerkingsregelingen tussen ex
porterende bedrijven. En om de opsom
ming te besluiten: er bestaan verschei
dene financieringsmogelijkheden voor
de nafinanciering van kapitaalgoederen
voor de export naar ontwikkelingslan
den terwijl de Nederlandse Credietver-
zekeringsmaatschappij de risico's aan
export verbonden aanzienlijk kan ver
minderen. Om deze veelheid van infor
matie meer bekendheid te geven is kort
geleden bij het speciale bureau Innova
tie Nü, onderdeel van het Ministerie van
Economische Zaken in Den Haag, een
zogenaamd exportloket geopend.
Ook onze organisatie is met man en
macht bezig haar buitenlandse dienst
verlening uit te breiden.
Eigen vestigingen en deelnemingen in
het buitenland, een net van correspon-
dentbanken, uitbreiding van de deskun
digheid bij onze aangesloten banken en
aanvullend vanuit de centrale bank
advisering van ondernemingen.
Maar ondernemers kunnen ook uitste
kend zichzelf en elkaar helpen. In 1952
bijvoorbeeld werd de NEC (de Neder
landse Export Combinatie) opgericht
met het doel om door informatieuitwis
seling en begeleiding de problemen bij
export voor de individuele ondernemer
te verminderen.
Thans zijn circa 500 bedrijven bij de
combinatie aangesloten, waaronder Ra
bobank Nederland. Op 24 maart jl. zijn
wij dan ook als gastheer opgetreden
voor een honderdtal leden die naar
Utrecht gekomen waren om nader ken
nis te maken met onze organisatie.
Daarnaast werden in een drietal korte
uiteenzettingen actuele onderwerpen
behandeld: risicoparticipatie - exportfi
nanciering en de rente-ontwikkeling
op de geldmarkt.
Het was een zeer geanimeerde ochtend,
die zeker heeft bijgedragen tot een ver
sterking van onze band met het expor
terend bedrijfsleven maar anderzijds de
noodzaak onderstreept om als organisa
tie onze leden exporteurs of exporteurs
in spé ook over de grenzen te onder
steunen.
vervolg wob op pagina 6
De zon gaf een feestelijk tintje aan een
bijzondere gebeurtenis: de officiële ope
ning van het New Yorkse kantoor van
Rabobank Nederland.
Op de tweeëndertigste verdieping van
de wolkenkrabber op Park A venue mid
den in het kantoor en omringd door de
plaatselijke medewerkers en gasten ver
klaarde de Nederlandse minister van
landbouw, ir. G. J. M. Braks het kantoor
voor geopend en wenste de Rabobank
en alle medewerkers veel succes in de
toekomst. Tijdens de receptie waarvoor
de nationale en internationale financiële
wereld van New York w,as uitgenodigd,
werden de vertegenwoordigers van de
Rabobank ook vele malen succes toege
wenst.
Het is in deze wereld overigens wel dui
delijk wat de Rabobank in Amerika
komt doen. Immers een werkelijk doel
treffende ondersteuning van Nederland
se cliënten bij hun activiteiten in Noord-
Am erika kan alleen dan effectief worden
aangeboden wanneer een eigen vesti
ging in dit grote land kan worden inge
schakeld.
Een eigen vestiging betekent niet alleen
een fysieke presentatie door middel van
een eigen kantoor maar veel meer nog
een eigen plaats in de financiële mark
ten van het betrokken land. De Rabo
bank zal in de Amerikaanse geld- en ka
pitaalmarkt niet alleen een betrouwbare
maar bovendien een regelmatig optre
dende partij moeten zijn wil het de fi
nanciële diensten, die de Nederlandse
bedrijfscliënten aan de bank vragen,
snel en tegen een redelijke prijs kunnen
verlenen.
Op het moment van opening had het
kantoor New York vijfendertig mede
werkers. Zo ongeveer het minimale aan
tal om een afgerond en volledig pakket
van financiële diensten aan het bedrijfs
leven te kunnen bieden, niet alleen aan
het Nederlandse maar zeer bepaald ook
aan het Amerikaanse bedrijfsleven.
Nu kan men zeggen dat op zichzelf een
bankvestiging in Amerika logisch is
wanneer deze bank belangstelling heeft
voor het doen van zaken in de Verenig
de Staten. Voor de Rabobank heeft de
vestiging van het kantoor in New York
nog een extra motivering.
De Rabobank in New York wil graag be
trokken worden bij de financiering en in
het bijzonder bij de internationale finan
ciering van de Amerikaanse agribusi
ness. De opbouw van een relatiekring
met deze tak van het Amerikaanse be
drijfsleven is in volle gang.
Als resultaat van al deze activiteiten
hoopt de Rabobank een groeiende rela
tie op te bouwen met het agrarische
bedrijfsleven en met het landbouw
kredietwezen in de Verenigde Staten:
een bijdrage te leveren aan de financie
ring van de Amerikaanse agribusiness
en van dochters van Amerikaanse be
drijven in Nederland en voorts een eigen
positie op te bouwen in de geld- en ka
pitaalmarkt en vreemde valuta markten
in New York.
Het is nu op deze positie dat de Neder
landse cliënten van de Rabobank een
beroep kunnen doen. Of zij nu behoefte
hebben aan
- een dollarfinanciering voor korte of
voor lange termijn
- de omzetting van guldens in dollars
of omgekeerd
- advies op het gebied van nieuwe
markten, investeringen of samenwer
kingen
- begeleiding bij im- of export
een goed ingevoerd kantoor met een
eerste klas naam in de markt is hiervoor
van groot belang.
Dit betekent dat de opbouw van een ei
gen positie in de Amerikaanse markt
door de Rabobankorganisatie een es
sentiële voorwaarde is om de dienstver
lening en de ondersteuning te kunnen
leveren die de Nederlandse cliënten van
hun bank verlangen.
Als onderdeel van de opening van het
kantoor New York werd een seminar ge
houden met het thema: international
agribusiness and trade.
Tijdens dit seminar, waaraan werd deel
genomen door vertegenwoordigers van
het Nederlandse en het Amerikaanse
agrarische bedrijfsleven, kwam als be
langrijke conclusie naar voren dat de
wereld in de toekomst een nog veel
krachtiger beroep op de agrarische sec
tor zal doen dan reeds nu het geval is.
Met name het Amerikaanse en het Ne
derlandse agrarische bedrijfsleven, de
grootste exporteurs van agrarische pro-
dukten ter wereld, moeten zich hiervan
bewust zijn.
Deze uitdaging vereist allerlei vormen
van samenwerking om te voorzien in de
noodzakelijke kapitaal- en organisatie
structuur, de planning en marketing.
We mogen vertrouwen, dat ook in dit
bredere perspectief door de Rabobank
organisatie mede met behulp van haar
buitenlandorganisatie een positieve bij
drage kan worden gegeven.
Dr. G. J. M. Vlak