uit onze historie
belang bedrijfsbibliotheek
thecair leenverkeer. Dank zij deze sa
menwerking is de bibliotheek in staat
informatie te verschaffen, welke niet in
eigen bezit aanwezig is en/of waarvan
aanschaf niet dringend noodzakelijk is.
Dit laatste veroorzaakt een voortdurend
dilemma, waar de bibliotheek mee ge
confronteerd wordt. Wat moet in de ei
gen bibliotheek aanwezig zijn en in wel
ke gevallen kan worden volstaan met
bijvoorbeeld lenen?
Het valt buiten het kader van dit artikel
een gedetailleerde beschrijving te geven
van alle voorkomende taken en diensten
van de bibliotheek. Samenvattend kan
wel vermeld worden dat zowel in
Utrecht als in Eindhoven in de biblio
theek relatief veel informatie aanwezig
is in de vorm van boeken, tijdschriften,
rapporten, brochures, jaarverslagen en
overheidspublikaties. Voor zover deze
informatie gebruikt wordt voor het be
antwoorden van vragen is dat te be
schouwen als een passieve vorm van in
formatie-verstrekken.
De actieve vorm komt onder meer tot
uitdrukking in een uitgebreide tijdschrif
tencirculatie en diverse attenderings-
systemen, zoals een maandelijkse aan
winstenlijst.
In de nabije toekomst zal de bibliotheek
sterk beïnvloed worden door ontwikke
lingen, in de richting van de 'informatie
maatschappij'.
Automatisering zal ook hier een belang
rijk middel gaan worden bij het optima
liseren van de dienstverlening. Bij de
onvermijdelijke aanpassing van taken zal
het belang van de gebruikers echter al
tijd centraal staan.
Ten opzichte van de andere categorieën
bibliotheken heeft de bedrijfsbibliotheek
daarbij een groot voordeel, omdat de
gebruikersgroep bekend is.
Naar de coöperatieve banken in de omgeving van de Waterweg
Nü naar de Coöperatieve Rabobank WA gevestigd te 's-Gravenzande, met
bijkantoren o.a. te Hoek van Holland en - maar dat weet u natuurlijk al -
gevestigd vlak bij de monding van de Nieuwe Waterweg en tegen de bin
nenzijde van de 'blonde duinenrij' die daar zo smal is dat de Delflandse
Hoofden voor extra bescherming moeten zorgen tegen de lang niet altijd
vreedzame Noordzee.
Bij haar vijftigjarig bestaan in 1962 werd
door de bank een klein maar zeer ver
zorgd gedenkboekje uitgegeven. Het
eerste hoofdstuk draagt de titel 'Hoe het
was' vóór de oprichting van de bank,
toen nog niet van giraal geldverkeer
sprake was. De tijd dus, waarin onze va
ders en grootvaders (nü dus ook onze
overgrootvaders!) met min of meer dik
ke gevulde portefeuilles stad en dorp af
reisden om hun financiën af te wikkelen,
of zelfs (toen er ook nog geen bankbil
jetten bestonden) met een geldbuidel
met harde munten over hun schouder
hun relaties langs gingen. Dat afwikke
len van geldzaken gebeurde gelukkig
niet elke week, maar meestal éénmaal
per jaar. Hoe groot moet het onderling
vertrouwen in die tijd geweest zijn, als
wij deze vergelijken met onze huidige
maatschappij.
In die tijd werd ook wel gespaard door
het geld in de welbekende oude kous te
stoppen of door het bespaarde in bewa
ring te geven aan vertrouwde personen,
die daarmede dan wel wisten te 'wer
ken'.
Men was zo weinig veeleisend dat het
voor ons een wonder mag lijken dat een
arbeider van zijn geringe weekloon tóch
nog een huisje wist over te sparen.
Voor 'kredieten op lange termijn' moest
men zich wenden tot notarissen of an
dere vertrouwensadressen.
Wilde men een eigen bedrijf stichten
dan begonnen pas goed de moeilijkhe
den en stapelden zich de risico's op.
Men kocht poot- en plantgoed en mest
'op krediet' bij de leverancier en had de
verplichting de te verwachten oogst te
leveren aan een bepaalde koopman of
commissionair (soms dezelfde als de le
verancier!).
Die financieringen waren soms zo moei
lijk 'rond te krijgen' dat de arbeiders hun
in de winter verdiende loon pas in de
zomer uitbetaald kregen. Het was dan
Aspergeteelt omstreeks 1912.
In het midden met zwarte hoed) de eerste kassier, de heer D. L. Pattist.