gehuwde vrouwelijke ondernemer en fiscus In het februarinummer van ons maandblad is een artikel verschenen van mevrouw J. Bindt-De Haan, presidente van de Nederlandse Unie van Vrouwelijke Bedrijfshoof- den, getiteld 'de vrouwe lijke ondernemer'. Daarin spreekt zij ook over dis criminatie van de gehuw de vrouwelijke onderne mer door de fiscus. 'De gehuwde vrouw die ge heel zelfstandig haar ei gen onderneming leidt, moet ervaren dat door de belasting de winst uit haar bedrijf bij het inko men van de man geteld wordt,' schrijft zij onder meer. Volgens een atten te lezer van ons maand blad, de heer L. Hof, be stuurslid van de Rabo bank Wolvega, schildert zij met deze en andere passages de fiscale con sequenties voor de ge huwde vrouwelijke on dernemer 'te zwart af'. Wij hebben de heer Hochstenbach van het Directoraat Fiscale Zaken gevraagd een en ander nog eens op een rijtje te zetten. Hoewel de fiscus nog steeds het burgerlijk trekje vertoont om de belang stelling voor de vrouw grotendeels te verliezen, zodra zij in het huwelijk treedt, kan toch gesteld worden dat de gesignaleerde discriminatie voor de gehuwde vrouwelijke ondernemer in principe uit de inkomstenbelasting wet verdwenen is. Drs. W. J. Hochstenbach Directoraat Fiscale Zaken ingeval het aantal uren meer is dan: 525 875 1750 Voorwaarde is evenwel dat de gehuwde vrouw de voor haar rekening gedreven onderneming ook feitelijk moet uitoefe nen. Aldus wordt aansluiting verkregen met het beginsel dat de gehuwde vrouw voor de inkomsten, verkregen met zelf geleverde inspanning (in het algemeen: uit tegenwoordige arbeid) zelfstandig wordt belast. Zij geniet in dat geval fiscaal zelf de winst, heeft daarbij aanspraak op zelf standigenaftrek, winstaftrek, WIR-pre- mies, en kan een eigen fiscale ouded- dagsreserve vormen. Zij krijgt ook een eigen belastingaanslag. Zelfs is het mo gelijk dat een deel van de winst kan worden toegerekend aan haar man, mits hij als meewerkende echtgenoot werkzaamheden verricht in de onderne ming van de vrouw, en mits hij voldoet aan de urennormen die in de wet zijn gesteld aan de criteria 'geheel of nage noeg geheel', 'grotendeels', dan wel 'in belangrijke mate'. Ingeval de vrouw de op haar naam staande onderneming niet zelf in feite lijke zin uitoefent, wordt de winst bij haar man belast. De zelfstandigenaftrek en winstaftrek kunnen daarbij verloren gaan; de WIR- premie blijft in stand, en ook de moge lijkheid tot vorming van een fiscale ou- dedagsreserve voor de vrouw blijft be houden, zij het dat de mutaties hierin het inkomen van de man beïnvloeden, en eventueel kunnen cumuleren met zijn eigen fiscale oudeagsreserve. De gehuwde vrouw kan voorts als on dernemer optreden in enigerlei samen werkingsverband met haar man, bij voorbeeld in de vorm van een maat schap of vennootschap onder firma. Ook in deze gevallen wordt zij - mits ook feitelijk bij de bedrijfsuitoefening betrokken - voor haar winstaandeel zelfstandig belast, met dien verstande dat de zelfstandigenaftrek, winstaftrek, en fiscale oudedagsreserve dan voor haar zijn uitgesloten. Een maatschap of vennootschap onder firma tussen man en vrouw kan onder bepaalde omstandigheden aantrekkelijk zijn als alternatief van de meest voorko mende situatie, namelijk die waarbij de vrouw meewerkt in de onderneming van de man. In laatstbedoelde situatie, die in de wet nauwkeurig is geregeld, kan van de meewerkende gehuwde vrouw een deel van de winst worden toegerekend, welk deel afhankelijk is van het aantal door haar gewerkte uren op jaarbasis. Dit deel bedraagt: doch maximaal: 1/9 van de winst f 5 396,- 1/5 van de winst f 16 176, 1/3 van de winst f 26 955,-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 25