frida terlouw
bedankt!
18
Dit opschrift lijkt familiair, maar dat mag in dit geval. Het zal weerklank
vinden in de wijde kring van al degenen, die weten dat dr. Frida Terlouw
deze maand haar werk bij de Nationale Coöperatieve Raad wegens
pensionering heeft beëindigd. Zelf mag ze dan als bescheiden bekend staan
en zeggen dat ze bij de NCR lange tijd 'het binnenmeisje' is geweest en pas
later 'ook naar buiten' optrad, in de Rabobankorganisatie en in de hele
coöperatieve kring weten we waar de naam Frida Terlouw met of zonder
mejuffrouw, drs. of dr. voor stond.
Haar loopbaan en functies,
wetenschappelijke en
maatschappelijke, kan men in het
aprilnummer van hetNCR-blad
'Coöperatie' vinden, maar ook 'uit ons
hoofd' wisten we allang dat Frida
Terlouw 'coöperatie' betekende en nog
wel wat meer op aanverwant terrein.
Ook als jarenlang hoofdredactrice van
de 'Coöperatie' en als inleidster op tal
van cursussen en bijeenkomsten heeft
zij in de coöperatieve wereld nationaal
en internationaal een zeer bekende,
vertrouwde plaats.
Frida Terlouw heeft 30 jaar in die wereld
gezeten en deze voor haar deel 'mee
gemaakt'. Ik waag het niet hier met
onderscheidingen te gaan werken, want
het komt allemaal toch weer in haar
persoon samen: de wetenschappelijke
kant, de coöperatieve overtuiging en het
doordrongen zijn van de zakelijke
waarde van de coöperatie voor boer en
tuinder. Laat ik ook niet vergeten: de
vrouw en de coöperatie, maar daar
heeft ze in een recent interview al een
paar behartenswaardige dingen over
gezegd. Dat alles en nog wat meer is
voor mij eenvoudig in het begrip 'Frida
Terlouw' opgesloten.
Ze heeft het mij niet uitdrukkelijk
gezegd, maar ik denk dat in de dertig
jaren met name de geweldige
ontwikkeling van de coöperatie haar
geboeid moet hebben. Het ontstaan van
grote topcoöperaties leidde in 1973,
vooral via de pen en het meedenken van
dr. Terlouw, tot het NCR-Rapport:
'Structuur van de grote
landbouwcoöperaties'. Haar werk aan
dat rapport garandeerde zonder meer
dat met name ook de verhouding van
leden tot hun coöperatie in dat rapport
veel aandacht kreeg. Het doet goed in
haar afscheidsinterview in 'Coöperatie'
te lezen, dat dr. Terlouw de
bestuursvorm van Rabobank Nederland
ook voor andere grote coöperaties de
moeite van het bestuderen zeer waard
vindt. Twee bestuurscolleges - i.c.
Hoofddirectie en Raad van Beheer -
binnen één en dezelfde coöperatieve
vereniging zijn volgens dr. Terlouw altijd
nog wenselijker dan het coöpereren in
twee rechtspersonen - een
coöperatieve en een NV/BV.
Als coöperatrice heeft Frida Terlouw
voor en in de land- en tuinbouw
gewerkt. Zo hoort het ook, zelfs
statutair, als je aan de NCR verbonden
bent. Toen zij en ik elkaar een paar
weken vóór haar afscheid
ongedwongen ontmoetten, 'een gezellig
praatje, geen stof voor een artikel',
kwam even ter sprake of de Rabobank
wel in de NCR past. Als coöperatieve
banken zijn we immers niet uitsluitend
land- en tuinbouwcoöperatie.
Dat is geen enkel probleem voor dr.
Terlouw: 'Wij in de NCR moeten heel
gelukkig zijn, dat we de
Rabobankorganisatie als coöperatieve
kredietinstelling hebben, zowel de
landbouw als de landbouwcoöperaties.
Daarom neemt de heer Lardinois niet
alleen als persoon maar ook als
vertegenwoordiger van de Rabobank
een belangrijke positie in in het
Dagelijks Bestuur. De heer Mertens, die
Frida Terlouw poseert
gewillig voor het gebouw
van de door haar
gekoesterde Nationale
Coöperatieve Ftaad.