ondernemingsraad? gewoonste zaak van de wereld! directeuren hedel-ammerzoden: Inwerkingtreding In afwijking van hetgeen meestentijds gebruikelijk is, zal de wet, na aanvaar ding door de Eerste Kamer en plaatsing in het Staatsblad, niet meteen van kracht worden. De inwerkingtreding zal geschieden op een bij Koninklijk Besluit nader te bepa len tijdstip. Dit tijdstip zal daarbij voor de verschil lende groepen van ondernemingen ver schillend kunnen zijn. Deze bepaling is op het laatste moment in het ontwerp opgenomen omdat ge bleken is dat diverse Bedrijfscommis- sies (die met het toezicht op het OR-ge- medezeggenschap in kleine ondern. heden beschikken beide categorieën van ondernemingsraden over dezelfde instemmingsrechten. - De ondernemingsraad in kleine on dernemingen kan alleen met toestem ming van de ondernemer een commis sie instellen of deskundigen uitnodigen. Ten aanzien van dit laatste geldt echter wel de uitzondering dat de toestem ming ondermeer niet vereist is, als de deskundige geen kosten in rekening brengt. - De bedrijfscommissie kan het aantal uren voor onderling beraad en het aan tal dagen voor scholing en vorming be neden het wettelijk minimum voor de bedrijven met 100 of meer werknemers stellen. 10-35 werknemers Voor ondernemingen met 10 tot 35 werknemers wordt een eenvoudige me- dezeggenschapsregeling ingevoerd, die voorziet in rechtstreekse inspraak voor alle werknemers. Die komt er in hoofdzaak op neer, dat de ondernemer verplicht zal zijn ten minste tweemaal per kalenderjaar een bijeenkomst te houden met het perso neel. In deze bijeenkomsten kunnen alle aan gelegenheden van de onderneming aan de orde worden gesteld, waarvan de on dernemer of de in het bedrijf werkende mensen overleg wenselijk vinden. Ten minste eenmaal per jaar moet de ondernemer met zijn personeel de alge mene gang van zaken van de onderne ming bespreken en daartoe mondeling of schriftelijk gegevens verstrekken over de werkzaamheden en de resultaten van de onderneming, alsmede over zijn verwachtingen dienaangaande. De on dernemer moet het personeel in de ge legenheid stellen zijn oordeel te geven over elk door hem voorgenomen besluit, dat kan leiden tot verlies van arbeids plaatsen of tot een belangrijke verande ring van de arbeid, de arbeidsvoorwaar den of arbeidsomstandigheden van ten minste een vierde van de in de onderne ming werkzame personen. beuren in de bedrijfstakken zijn belast) de gevolgen van de wetswijzigingen van september 1979 nog niet te boven zijn en een grote achterstand hebben in hun werkzaamheden. Voor de banksector geldt dit echter niet, zodat het niet onwaarschijnlijk moet worden geacht dat de banken zullen be horen tot de eerste groep ondernemin gen op wie de wet van toepassing zal worden verklaard. Ongeacht het bovenstaande is het ech ter te allen tijde mogelijk om op vrijwil lige basis een ondernemingsraad op te richten. Conclusie Het uiteindelijke resultaat overziende, moet geconstateerd worden dat - tegen de verwachting in - het wetsontwerp tijdens de parlementaire behandeling in de Tweede Kamer nauwelijks meer is gewijzigd. Met de theoretische en vooral prakti sche bezwaren van vele zijden geuit, is helaas nauwelijks rekening gehouden en zo zal de medezeggenschap in de kleinere ondernemingen dan toch zijn vorm moeten krijgen binnen het - erg formele - kader van een wet die oor spronkelijk werd ontworpen voor grote - vaak centraal geleide - ondernemin gen. Het zal er hierdoor voor directie en on dernemingsraad niet gemakkelijker op worden maar misschien kan 'gedeelde smart' ook een hecht fundament voor effectieve medezeggenschap vormen. In dit nummer wordt ruimschoots aandacht besteed aan de medezeggen schap van werknemers in hun bedrijven. Na voorzitter Mertens van de Raad van Beheer, die zijn licht liet schijnen over een eventuele centrale on dernemingsraad voor het hele Rabobankpersoneel en mr. Meijer van Ar beidsverhoudingen en Overlegzaken, die de nieuwe spelregels voor mede zeggenschap in kleinere ondernemingen uiteenzette, nu het woord aan een aangesloten bank, die tot de categorie 'kleinere onderneming' behoort. Ons oog viel daarbij op de Rabobank Hedel-Ammerzoden, waarvan de heren C. A. van den Bogert en S. P. M. Hen driks directeur zijn. Geen toevallige keu ze overigens, want het is deze bank die j binnen onze organisatie, als één van de eerste van de kleinere banken alvast een begin heeft gemaakt met de proce dure die moet leiden tot een onderne mingsraad. Een zaak die voor zo'n 180 banken met tussen de 35 en 100 perso neelsleden verplicht wordt. Het initiatief in Hedel ging uit van de beide directeu ren Van den Bogert en Hendriks. Zij hebben het personeel gevraagd om eens over deze zaak na te gaan denken en met voorstellen te komen. 'We vonden dat trouwens de gewoon ste zaak van de wereld. Toen wij enige tijd geleden lazen dat de kamer het wetsontwerp, om de instellingsgrens voor ondernemingsraden te verlagen De directeuren Van den Bogert flinks) en Hendriks (rechts) van de Rabobank Hedel-Ammerzoden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 12