Op de goede lijn
Levendig door vrijheid en
verantwoordelijkheid
Hoog genoteerd
U kreeg immers een heel andere invals
hoek dan als hoogleraar en minister.
'Ze hebben me een ervaring gebracht,
die ik voor wat het bancaire werk be
treft helemaal niet had. Ik heb in de eer
ste plaats een bank van binnen uit leren
kennen en gezien hoe dat werkt. En
doordat het een coöperatieve organisa
tie was ben ik in nauwe aanraking geko
men met een stuk coöperatiewezen, dat
een heel belangrijk segment is van het
economisch gebeuren in Nederland. Ja,
u hebt gelijk dat ik vroeger het coöpera
tieve kredietwezen tamelijk ingewikkeld
vond. Nu niet meer, ik heb het leren
kennen, erin geleefd, erin gewerkt.
Ik denk ook dat het voor mijn volgende
functie zeer waardevol is dat ik nu heb
meegemaakt hoe het gezamenlijke
bankwezen jegens elkaar en met elkaar
en ook soms tegen elkaar functioneert.
Een heel erg belangrijke wetenschap,
als ik eenmaal op die volgende stoel zit!
De macro-economie - het denken in
miljarden - mag u mijn terrein noemen,
maar niet eenzijdig, niet té macro: het
kleinschalige verdient naast het groot
schalige evenzeer aandacht. Als Rabo-
bankman weten we dat ook heel goed.
Overigens is de Rabobankorganisatie
van zo'n grote betekenis in Nederland
en ook gewoon in cijfers gemeten zo
groot, dat je met veel beslissingen die je
in het kader van Hoofddirectie en Raad
van Beheer neemt, rekening moet hou
den met nationale ontwikkelingen. Ook
vele contacten spelen zich af op natio
naal niveau. Eén van de boeiende din
gen is, dat je dat soort beslissingen dan
weer moet vertalen naar het werkterrein
en de werkplek toe van de plaatselijke
banken. Daardoor heb je bij ons een
hele sterke verbinding tussen wat me
neer Wiegel zou noemen de mensen in
het land en de belangrijke nationale ont
wikkelingen.
Een stuk bancaire ervaring mag ik mee
nemen naar DNB. Mijn twee voortreffe
lijke voorgangers aldaar, Holtrop en Zijl
stra, hadden dat wel niet, maar ik hoop
dat men over 10 jaar van mij zal zeggen,
dat ik van hetzelfde niveau ben ge
weest.'
- Wat heeft bij ons vooral uw aandacht
gehad?
'Vooral het laatste jaar ons werkgebied
bankzaken, dus het bancaire werk van
Rabobank Nederland en met name de
ontwikkeling van ons buitenlands be
drijf. Daarnaast was er voor mij net als
voor ieder lid van de Hoofddirectie het
gebeuren in de organisatie: daar had ik
toch ook een heel groot deel van mijn
tijd voor nodig.
Met het buitenland, Frankfort en nu
New York, zitten we op de goede lijn,
maar we zijn er nog niet. We zullen ons
in de komende jaren toch nog verder
naar het buitenland toe moeten ontwik
kelen. Er moeten ook nog enkele vesti-
gingspunten in de wereld bij komen.
Niet omdat we een groot internationaal
netwerk van bijkantoren moeten opbou
wen, maar wel omdat je op een aantal
sleutelplaatsen in de wereld zelf aanwe
zig moet zijn, wil je dicht betrokken blij
ven bij de ontwikkelingen aldaar.
Onze positie maakt dat eenvoudig
noodzakelijk, ook uit concurrentie-oog-
punt bekeken. Voorts krijgen onze leden
in sterk toenemende mate met het bui
tenland te maken. Wij moeten ze bedie
nen en begeleiden en af en toe, denk ik,
ook wel wat leiden naar buiten onze
grenzen. Verder ontwikkelen dus, maar
nooit vergeten, dat wij vóór alles een in
Nederland gevestigde en gewortelde
bankinstelling zijn. Dat is en blijft altijd
de kern van ons werken!
In die drie jaar heb ik ook voor het eerst
allerlei soorten bedrijven van binnenuit
leren kennen. Dat was op zichzelf al een
heel belangrijke leerschool voor mij. Je
ziet wat een verschil het maakt of je een
onderneming bent die het voor de wind
gaat of één die het in deze moeilijke tij
den zelf ook moeilijk heeft en pijnlijke
processen door moet maken van her
structurering en sanering. Wat dat be
treft is ieder bedrijf weer anders.'
- Heeft u wel eens gedacht: als ik mi
nister gebleven was, had ik er anders
over gedacht?
'Niet vaak, maar wel eens kreeg ik de
gedachte: hoe is het mogelijk dat ik be
paalde wetsontwerpen heb ingediend,
soms verdedigd, er ook wel doorge
haald bij het parlement, zonder dat ik
wist wat ik nu weet. Niet dat ik het dan
anders zou hebben gedaan, maar wel
dat ik het dan vanuit enorm veel meer
achtergrond zou hebben kunnen doen.
Een voorbeeld is de Wet Toezicht Kre
dietwezen. Ik heb een gereedliggend
wetsontwerp nogal sterk gewijzigd en ik
heb dat wetsontwerp verdedigd in de
Tweede Kamer. Wel is er door mij over
leg over gevoerd met de Rabobank en
met de Bankiersvereniging. Maar het
zou me veel gemakkelijker gevallen zijn
als ik toen geweten en gekend had wat
ik nu weet.'
- Wat vindt u de sterke en zwakke pun
ten van de Rabobanken?
'Het sterke staat voorop: de aard van de
organisatie.
Vooral de betrekkelijke onafhankelijk
heid van onze plaatselijke banken,
waardoor deze in sterke mate hun eigen
winstcentrum zijn. Dat schept een sta
biele voorraad aan middelen, die van
oudsher bij de Rabobanken terecht
komt. Een zwak punt is onze soms
moeizame besluitvorming. De proces
sen van bestuurlijke aard duren nogal
eens vrij lang, omdat er zoveel mensen
aan te pas komen, die allemaal in ver
schillende organen de besluitvorming
moeten voorbereiden. Aan de andere
kant maakt die actieve inschakeling van
zoveel mensen onze organisatie tot een
erg levendige en juist daardoor tot een
sterke.
Voor de centrale Rabobank zie ik toch
wel enig gevaar dreigen vanwege de
effecten die de afstand tussen onze kan
toren in Utrecht en Eindhoven oplevert.
Dat is een handicap, die het moeilijker
maakt om Rabobank Nederland één or
gaan voor de hele organisatie te laten
zijn. We moeten een beetje oppassen
dat uit die gescheiden vestigingen niet
twee 'culturen' ontstaan.
Overigens geen kwaad woord over ei
gen en collegiale verantwoordelijkheid
binnen de Hoofddirectie. Als minister
was je zelf verantwoordelijk, maar je
deelde ook de collegiale verantwoorde
lijkheid in het kabinet. Je wist dat zaken
die je zelf besliste, door een heel kabinet
gedragen moesten worden. In de
Hoofddirectie lag dat niet veel anders.
Collegiaal verantwoordelijk zijn met zijn
allen betekent toch dat de leden van
zo'n college elkaar veel vrijheid en ver
antwoordelijkheid moeten laten.'
'Voor mij zijn die Rabo-jaren buitenge
woon prettig geweest. Mijn vrouw was
er zelfs eerst op tegen dat ik weg zou
gaanHaar aanvankelijke reactie was: je
hebt het zo geweldig naar je zin hier en
dat straalt ook af op het gezin, waarom
zou je veranderen?'
Duisenberg kijkt me glunderlachend aan
als hij me die huiselijke informatie toe
vertrouwt. Ik voel dat hij waarheid
sprak, toen hij in het begin zei, dat die
drie jaren er eigenlijk best meer hadden