duisenberg naar frederiksplein het geheim van het vertrouwen Op 1 mei a.s. komt hij in de directie van De Nederlandsche Bank, volgend jaar zal hij Zijlstra opvolgen als President van onze nationale Centrale Bank. Maar daar op zijn studeerkamer in Scheveningen is Duisenberg voor mij nog helemaal de Rabobankman zoals wij die kennen. Hij is er ook niet de man naar om zijn persoonlijkheid te laten bepalen door het gewicht van zijn functie. Hij schenkt de thee in van het blad, dat hij onderaan de trap van mevrouw Duisenberg meegekregen heeft, zakt gemakkelijk in hemdsmouwen onderuit in zijn stoel en dan is er meteen de sfeer waarin zo'n gesprek gemakkelijk loopt. Achter hem, aan de schoorsteen, hangt een houten melkjuk met inscriptie als herinnering aan wat hij als minister van Financiën te torsen had, een groot model van een Fries skütsje en foto's van het skütsjesilen passen wonderlijk goed bij zijn entourage en de van zijn Rabosecretaresse gekregen spreuk: 'geld maakt niet gelukkig, gelukkig maken wij (geen) geld', ontlokt de toekomstige President een hartelijke brede lach. Nog even een telefoontje. Blij verrast: 'twee kaartjes voor Nederland- Frankrijk. Ga ik naar toe vanavond met mijn zoon. Je weet wel, Abe Lenstra van vroeger uit Heerenveen, ken ik van jongsaf heel goed.' Erin geleefd drie rabojaren in toekomst perspectief i Wat is uw geheim? vroegen we aan Duisenberg. Vier jaar na dato bent u nog in wijde kring bekend als oud minister Duisenberg, een goede klank, want uw benoeming bij DNB is door nagenoeg iedereen met warme belangstelling begroet. Legt u het daarop toe? 'IMee, daar werk ik niet bewust aan,' is het peinzende antwoord, 'ik probeer eenvoudig eerlijk te zijn en ook duidelijk. Ik denk, dat de mensen dat sterk onderkennen. Wellicht is er nu een min of meer vaag vertrouwen in mij. Maar ik hoop vooral dat het in de komende jaren een heel hecht vertrouwen zal blijken te zijn geworden. Dat is nodig, ook als ik aan de toekomst denk. Ik voorzie dat door de stand van 's Rijks financiën en door de ongunstige ontwikkeling van de Nederlandse positie tegenover het buitenland De Nederlandsche Bank wel eens meer in het middelpunt van de publieke belangstelling zou kunnen komen te staan dan in het verleden het geval is geweest. Daarom is het te meer geboden dat het Frederiksplein, waar DNB in Amsterdam gevestigd is, een rustpunt, een punt van vertrouwen voor ons land blijft. Vertrouwen krijg je niet, dat moetje verdienen. Wie het heeft, zegge nooit: nu heb ik het, dus ik ben klaar. Je moet het blijven verdienen, steeds opnieuw!' - Hebt u een afscheidsgevoel tegen over de Rabobankorganisatie 'Die drie jaar was eigenlijk te kort. Het klinkt wat huichelachtig, zo bedoel ik het echt niet, maar ik was graag langer bij de Rabobank gebleven. Aan de ande- re kant vind ik het ook erg fijn waar ik nu naar toe ga. Ik heb mij goed gereali seerd, dat ik als een wat vreemde eend in de bijt bij de Rabobank kwam, maar voor de manier waarop men mij heeft ontvangen en waarop ik daar heb kun nen werken, heb ik geweldig grote waardering.' - Hoe ziet u die drie jaar van uw leven

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 8