Het snelle prijsakkoord van dit jaar was een succes voor onze minis
ter van Landbouw, ir. G. Braks, die het eerste half jaar voorzitter van
de Europese Raad van Landbouwministers is.
voorkomen. Wanneer een Nederlands produkt, bijvoor
beeld boter, naar West-Duitsland werd geëxporteerd,
moest een grensheffing van 7,6 worden betaald.
Omgekeerd werd een toeslag betaald. Bij export van
Nederland naar de Britse markt moest zelfs een heffing
van 14,1 worden betaald. Door de onevenwichtige
ontwikkeling in de wisselkoersen in de afgelopen jaren
is op deze wijze in Europa een nieuw stelsel van grens-
heffingen ontstaan.
Vrijwel ieder jaar komt bij de Brusselse prijsonderhan-
delingen de vraag aan de orde of een deel van deze
monetaire compenserende bedragen (mcb's) kan wor
den afgebroken. Dit heeft echter gevolgen voor de prij
zen in de verschillende landen.
Op 23 maart jl. devalueerde de Italiaanse lire. Dit had
gevolgen voor de Europese Valuta Eenheid (EVE), dit is
de Europese geldeenheid op papier. Tegelijk werd re
kening gehouden met de gestegen waarde van het En
gelse pond. De verschillende Europese munten worden
daarbij in een 'mandje' gewogen, zoals financiële ex
perts het uitdrukken.
Doordat het Engelse pond veel zwaarder meeweegt
dan de Italiaanse lire en het pond de afgelopen periode
sterk in waarde is gestegen, ging de Europese Valuta
Eenheid met 2,5 omhoog. De landbouwprijzen uitge
drukt in de nationale munten, zoals guldens of Duitse
marken, gingen daardoor omhoog. Deze ontwikkeling
maakte het mogelijk een aantal monetaire grensheffin-
gen af te breken met 2,5 Daarmee was de eerste
voorzet gegeven voor een overeenstemming over de
landbouwprijzen. Maar hiermee was de operatie nog
niet afgesloten. De formule van het mandje zou name
lijk inhouden dat in een aantal landen opnieuw mcb's
zouden ontstaan.
Namelijk in de landen met de zwakke munten. Daarom
besloot de ministerraad verder te gaan en de compen
serende grensbedragen voor Denemarken, Frankrijk,
Griekenland en Ierland op nul te stellen. Dat betekent
voor deze landen extra prijsverhogingen uiteenlopend
van 2,5 tot 4
Met de 'normale' prijsverhoging van gemiddeld 9%
komen deze landen dus op zo'n 12 a 13 prijsverho
ging. Voor Italië is zelfs 7 van het mcb-percentage
weggewerkt, zodat de totale prijsverhoging daar op
circa 16% terecht komt. Wat minder gemakkelijk ligt
het voor die landen met sterke munten waar naar de
'mandjes'-operatie nog positieve compenserende
grensbedragen bleven bestaan. Dat waren de Benelux-
landen, West-Duitsland en Groot-Brittannië. In die si
tuaties houdt het afbreken van mcb's immers een prijs
verlaging in.
Toch is voor West-Duitsland zo'n 4% extra van de
mcb's afgebroken. Dat betekent voor de Duitse boeren
een aanzienlijk lagere verhoging van de landbouwprij-