het snelle
landbouwprijzenakkoord
van 1981
CS
Dit jaar is er in Brussel opvallend snel
een beslissing gevallen over de
landbouwprijzen. Het is sinds 1974 niet
meer voorgekomen dat de nieuwe
prijzen bekend zijn voordat het nieuwe
produktieseizoen op 1 april begint. Een
snelle besluitvorming dus van de
Europese ministers van Landbouw.
Temeer omdat de Europese Commissie
eerst midden februari zijn voorstellen
bekend maakte. In de tussenliggende
tijd heeft ook het Europese. Parlement
zijn advies uitgebracht. In enkele
vergaderingen zijn de ministers tot een
akkoord gekomen. Een succes voor
onze minister van Landbouw, ir. G.
Braks, die het eerste halfjaar van 1981
de Raad van Landbouwministers
voorzat en kans zag de uiteenlopende
belangen en standpunten aaneen te
breien.
Toch is het voorbarig om nu maar te
concluderen dat er weer de vroegere
voortvarendheid heerst in het
Brusselse. Er was dit jaar een
bijzondere samenloop van
omstandigheden die een spoedig
besluit over de landbouwprijzen in de
hand heeft gewerkt.
Opluchting
Wat was namelijk het geval? Op grond van de gemid
delde kostenstijging in de Europese landbouw werd
door de Europese Landbouworganisatie COPA een
prijsstijging van 15,3 nodig geacht. Nodig om de in
de afgelopen paar jaar opgelopen inkomensachter
stand van de Europese landbouw ten opzichte van de
overige beroepsgroepen te overbruggen. Landbouwor-
Ir. J. H. Egberink
ganisaties in sommige landen wezen erop dat de boe
ren in hun land aan dit cijfer nog te kort zouden komen.
In Frankrijk en Denemarken werden alvast nationale
maatregelen getroffen om het hoofd te bieden aan de
kostenontwikkeling. Overigens lag de kostenontwikke
ling nogal verschillend. Met name Nederland en West-
Duitsland gaven minder forse kostenstijgingen te zien.
Een prijsaanpassing gebaseerd op het Europese kos-
tencijfer zou in deze landen ruimte kunnen bieden om
monetaire grensheffingen af te breken, zonder de inko
mens te zeer in gevaar te brengen. Nu de beslissing op
2 april jl. is gevallen en er een gemiddelde prijsverho
ging van circa 9 uit de bus is gekomen, lopen de
boeren van ons land niet te hoop. Het had slechter ge
kund, is de overheersende stemming in Nederlandse
landbouwkringen. Deze opluchting roept bij sommigen
vragen op. De consumentenorganisaties hebben zich
kritisch opgesteld. Een buitenstaander zou zich kunnen
afvragen hoe de landbouworganisaties tamelijk tevre
den kunnen zijn met 9%, terwijl 15% is gevraagd.
Daarom hieronder enkele zaken die een belangrijke rol
hebben gespeeld bij de prijsbesluiten. Naast het vast
stellen van de nieuwe landbouwprijzen hebben de
Europese ministers een aantal besluiten genomen die
te maken hebben met de gevolgen voor de landbouw
van de verschillen in de wisselkoersen.
'Mandjesmaat'
Door vroegere wisselkoersveranderingen gold tot 23
maart 1981 een aantal compenserende grensbedra
gen. Deze zijn bedoeld om abrupte verlegging van han
delsstromen bij een revaluatie of een devaluatie te