landbouw nog steeds
voedingsbodem
van amerikaanse
economie
Als men in één enkel symbool alles zou willen weergeven wat het
meest karakteristiek is voor de Verenigde Staten, dan zou dat de
Amerikaanse boer moeten zijn.
In de Amerikaanse boer vindt men al die individuele eigenschappen
verenigd, welke men zo gaarne aan het Amerikaanse volk toedicht:
open voor vernieuwing, arbeidzaam, eerlijk, trouw, individualistisch,
maar tevens een goede buur met een sterk gevoel voor
saamhorigheid.
De Amerikaanse boer vertegenwoordigt in feite 's lands grootste
industrie: de landbouw. En als de hele wereldbevolking uit haar
midden een land zou moeten kiezen met een duidelijk overwicht,
fundamentele kracht en verantwoordelijkheidsgevoel dat altijd met
echt leiderschap samengaat, dan is het zeer waarschijnlijk dat de
Verenigde Staten met haar enorme agrarische produktiecapaciteit zou
worden gekozen.
Dr. Randall E. Torgerson
Dr. Randall E. Torgerson,
onderwijsdeskundige op het
gebied van coöperaties en
landbouweconoom, geeft bij de
'A gricultural Cooperative Service
leiding aan een team van 60
landbouweconomen en
coöperatiespecialisten, die
onderzoek verrichten voor, en
technische bijstand verlenen aan,
de Amerikaanse boeren en
landelijke bevolking bij hun
streven om meer voordeel te
krijgen van het gebruik van
coöperaties.
Hij is de auteur van talrijke
artikelen en van twee boeken
over landbouwcoöperaties.
Dr. Torgerson is voorts
buitengewoon hoogleraar aan de
universiteit van Missouri in
Columbia, waar hij colleges geeft
over coöperatieve
handelsorganisaties,
managementprogramma's voor
coöperatieve bedrijven en de
economische aspecten van het
collectieve handelen in de
landbouw.
Waar ligt het begin van de Amerikaanse
landbouw? In een samenloop van
omstandigheden? Was het toeval dat
mensen uit alle hoeken van de
beschaafde wereld - waaronder zeer
velen uit Nederland - met elkaar een
nieuwe natie gingen vormen in een
uitgestrekt gebied dat zich bij uitstek
leent voor de produktie van voedsel?
Was het toeval dat die pioniers, met
hun totaal verschillende sociale,
politieke en economische opvattingen
vervolgens een levensstijl ontwikkelden
die stoelt op vrijheid van keuze en op
het vrije particuliere ondernemerschap?
Het zou interessant zijn om over die
vragen verder te filosoferen, maar ook
zonder dat kunnen we de oorsprong van
de Amerikaanse landbouw nauwkeurig
aangeven. De levensstijl van deze
'nieuwe wereld' ontstond op een
boerderij, in de toenmalige kolonies, en
kreeg zijn vorm rond de vaste kern van
het gezin. Die levensstijl bestaat tot op
de dag van vandaag en ligt aan de basis
van het Amerikaanse landbouw
systeem: het familiebedrijf.
Het agrarische familiebedrijf is
vanzelfsprekend door allerlei
ontwikkelingsfasen gegaan. Zo wordt
het proces van industrialisatie nog
steeds als een trauma ervaren. Maar
gelukkig is er de steun van een stabiele
en ondersteunende regering, en wordt
er tot nog grotere produktiviteit
aangespoord door een steeds hongerige
wereld.
■Er bestaat niet zoiets als een 'doorsnee'
boerenbedrijf. De 2,3 miljoen bedrijven
variëren enorm: van citrusaanplanten
van 20 ha en landbouw- en
veeteeltbedrijven van 200 ha tot de
reusachtige ranches van meer dan 1000
ha. En grootte is betrekkelijk, of je het
nu in geld of in grondoppervlak uitdrukt.
In de landbouw vallen ruwweg twee
categorieën te onderscheiden. Boven in
de eerste categorie vinden we een
relatief gering aantal grote, uiterst
commercieel geleide boerenbedrijven
met een omzet van meer dan
100 000. Deze groep telt zo'n 226 000
bedrijven en neemt 60 van de totale
omzet voor z'n rekening. De rest in deze
eerste categorie omvat 459 000
bedrijven met een omzet tussen
40 000 en 100 000, gezamenlijk
goed voor een kwart van de
totaalomzet.
In de tweede categorie vinden we 1,6
miljoen bedrijven met een omzet
beneden de 40 000. Deze komen
samen tot niet meer dan 15 van de
totaalomzet.
Hoe klein of groot ook, de structuur van
deze landbouwbedrijven is nog steeds
die van het familiebedrijf. Hieronder
verstaan we in het algemeen een
onderneming waarin een of meer
familieleden de produktiemiddelen