Uit de agenda voor straks Kolos als rustpunt door lijn en stijl interview dr. duisenberg mogen worden. The best years of his life mogen, naar we hem en zijn gezin toewensen, nog in de toekomst liggen, het doet goed te horen dat zijn Rabo-ja- ren zeer hoog genoteerd staan. Tussendoor ving ik ook nog even een in formatie ten behoeve van ons cliënten bestand: 'van mijn drie, nee vier bankre keningen, zal ik er één moeten opzeg gen: dat is de bank 3000, dat wil zeggen Rabobank Nederland. Maar ik blijf wel bij de Rabobank Scheveningen.' Dat laatste is een mooie aanleiding om over de Rabo-connectie van Duisenberg heen een paar zaken in breder verband aan de orde te stellen. In gepaste mate, natuurlijk. Want Duisenberg zegt, ge vraagd naar de grootste problemen op internationaal gebied: 'ik ga daar niet teveel over zeggen, omdat ik niet voor uit wil lopen op mijn volgende functie, waarin ik er sterk mee te maken zal krij gen!' Maar rustig, bedachtzaam spre kend laat hij ons toch iets weten: 'Ik vind dat er de komende jaren gepro beerd moet worden te komen tot meer samenwerking tussen het particuliere bankwezen en internationale instellin gen als Wereldbank en IMF. Laten we dat nastreven, want de risico's voor banken in het rijke westen naar landen van de derde wereld toe, stapelen zich steeds meer op. Het is goed als de ban ken zouden kunnen aanhaken bij een soort toezicht en informatieverstrekking door internationale instellingen. Een goede zaak lijkt mij ook, dat centra le banken meer informatie willen heb ben en controle willen uitoefenen op het eurovalutabedrijf, dat nu betrekkelijk ongecontroleerd zijn eigen gang gaat. Zoiets is ook in het belang van het parti culiere bankwezen. De toekomst van het Euro-monetaire systeem? Dat hoeft geen 'hang-zaak' te blijven, maar het zal wel een heel lang zaam proces zijn naar mijn idee. Het zal alleen dan werkelijk van de grond kun nen komen, als er ook op andere dan monetaire terreinen veel meer onderlin ge afstemming van beleid komt in de verschillende deelnemende landen.' - Is er niet vaak een verschil tussen wat de politieke, nationale autoriteiten zich voorstellen en wat de financiële deskundigen nastreven, bijvoorbeeld betreffende de oprichting van het Euro pese monetaire fonds? 'Ik denk dat de politieke autoriteiten meer de grote plannen op tafel leggen, maar dat ze wellicht niet altijd in alle diepgang de gevolgen daarvan besef fen. Eer je nationaal beïnvloedingsmo gelijkheden van het economisch proces uit handen geeft, moet je ook heel zeker weten, dat er iets anders voor in de plaats komt, dat minstens even goed is. Ook in het monetaire beleid geldt: nooit oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt.' - U hebt gepleit voor ruimere participa tie van banken in ondernemend vermo gen van bedrijven. Verwacht u er wat van? 'Let wel: verruiming in beperkte mate. Meer heb ik nooit bedoeld. Men moet er ook geen te grote verwachtingen van koesteren, maar het zal iets helpen om kleine ondernemingen en kleine initia tieven net over een drempel heen te helpen, die ze anders misschien niet zouden kunnen nemen. Of het nu door banken gebeurt of door banken samen met anderen, is niet zo verschrikkelijk belangrijk. Het gaat erom, dat het een goede stimulans kan zijn om weer initia tieven, zij het op betrekkelijk kleine schaal, tot ontwikkeling te brengen. Wel vind ik, dat het ondernemen in industrie of dienstverlening los moet blijven van het financieren via de banken. Naar mijn oordeel moet een bank haar participa tie-activiteit ook zelf zorgvuldig geschei den houden van haar normale financie ringswerkzaamheden.' Eerst minister van Financiën, toen top man bij een particuliere bank en straks President van DNB: is er geen gevaar voor inconsistentie met vroegere uitla tingen? Duisenberg gaat daar met kennelijk ple zier op in: 'geef me maar voorbeelden, ik denk niet dat u ze zult vinden. Het is natuurlijk wel zo, dat je in de ene functie wel eens voorzichtiger moet zijn dan in de andere. De draagwijdte van je woor den kan groter zijn.' Zo komen we als vanzelf bij de naaste toekomst van Duisenberg. Of hij zijn nieuwe functie zijn leven lang geambi eerd heeft? Duisenberg vangt dat heel gemoedelijk op: 'och, ik denk dat iedere student in de monetaire economie daar wel eens een keer aan denkt en het ook meteen weer weg lacht. Alleen, ja, bij mij is het toevallig werkelijkheid geworden. Dat is toch wel een heel prettige ervaring.' Ruim een jaar geleden in Elseviers Weekblad noemde Duisenberg het mi nisterschap als het meest fascinerende dat er voor iemand van zijn stiel kon zijn. Gaat hij nu toch een nog fascine render hoogtepunt tegemoet in die ko los van DNB op het Frederiksplein in Amsterdam? 'Ik weet het niet,' zegt Duisenberg ern stig, 'maar het is in ieder geval anders dan het ministerschap. Als minister zit je middenin de maatschappelijke ont wikkelingen, je geeft er mede zelf vorm aan, terwijl je als President van DNB naar mijn oordeel de opdracht hebt daar in belangrijke mate buiten te staan. Ik zie die kolos aan dat Frederiksplein als een rustpunt en baken dat we nodig hebben. Holtrop en Zijlstra hebben daarin samen een buitengewoon ver trouwen en gezag opgebouwd, wat van zeer groot belang is, vooral in tijden dat het economisch in dit land moeilijk gaat. Een van mijn belangrijkste en ook moei lijkste opgaven zal zijn om na verloop van tijd hetzelfde vertrouwen en gezag in dit land te genieten als mijn voorgan gers. Dat betekent om te beginnen, dat er ook in het beleid van DNB een grote continuïteit moet zijn. En de lijn van DNB doorzetten is, zo zou ik het willen zeggen, ook de lijn van Zijlstra. De eer ste opdracht van de wet aan DNB is het bewaken van de waarde van de gulden en deze zo stabiel mogelijk te doen zijn. Daarop kan de President worden aange sproken. Maar nooit kan hij, noch DNB, die taak alleen klaren! DNB kan nu een maal met zijn monetair beleid niet com penseren, wat er op andere beleidster reinen gebeurt. Denk aan de begrotings- politiek, de prijzenpolitiek, de inkomens politiek. Dat betekent, dat DNB ook op dracht heeft om aan anderen, de rege ring en het bedrijfsleven, signalen te ge ven als ze van oordeel is dat de eigen opdracht, het handhaven van de waarde van het geld, in gevaar zou komen. De lijn van Zijlstra doorzetten. Zelfs als ik zou willen - hetgeen niet zo is - dan nog is er in Nederland op dit moment weinig keus. De toestand van de rijksfi nanciën en de ontwikkeling van de be talingsbalans leggen welhaast op, dat er een beleid gevoerd wordt in de lijn en de stijl zoals dat de afgelopen jaren is gebeurd.' - Kenwoorden zijn momenteel werkge legenheid en rentabiliteit van bedrijven. 'Juist, en die twee staan niet los van el kaar! De werkgelegenheid kan alleen maar ondersteund worden als de renta biliteit van het bedrijfsleven daartoe mogelijkheden geeft en dus wordt ver beterd. Maar ik denk tevens, dat wij ons erop moeten instellen, dat het herstel van de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 10