de eurovaluta- en
euro-obligatiemarkt
in perspectief
studie van
professor lieftinck
J. J. van Antwerpen
Kort geleden maakte dr. P. Lief-
tinck, oud-minister van Financiën
en sinds enkele jaren adviseur
van de Hoofddirectie van onze
bank, een studie over de eurova
luta- en euro-obligatiemarkt. In
deze uitermate heldere beschou
wing over een onderwerp, dat
voor velen van ons met nog zo
veel magie is omgeven, laat hij
aan de hand van de historische
ontwikkeling, de structuur en de
ontplooiing, zien welke belangrij
ke rol het euromarktgebeuren is
gaan spelen in de internationale
financiële wereld. Daarbij ruimt
hij ook een plaats in voor het
vraagstuk rond het toezicht op
deze externe financiële markten,
dat tot nu toe nauwelijks concre
te vorm heeft gekregen doch
niettemin voor de toekomstige
ontwikkeling van zeer wezenlijk
belang is. Gelet op de omvang
van de studie volstaan we ten be
hoeve van ons maandblad met
het geven van een beknopte ver
sie.
Vanaf het midden van de vijftiger jaren ging een aantal handelsbanken in de voor
naamste financiële centra van Europa in toenemende mate deposito's aanvaarden
en kredieten verlenen in buitenlandse valuta's. Na enige tijd ontstond ten slotte een
zelfstandige, internationale markt, die gelet op de oorsprong de 'euro-currency' (eu
rovaluta) markt werd genoemd.
Aanvankelijk werd alleen in dollars (eurodollars) gehandeld, doch later eveneens in
andere valuta's, met name Duitse marken.
Parallel met deze markt vormde zich de 'eurobond' (euro-obligatie) markt, waar obli
gaties in vreemde valuta worden uitgegeven en geplaatst op de kapitaalmarkten
van een aantal kredietverstrekkende landen.
Oorsprong en ontwikkeling van de
eurovalutamarkt
Het ontstaan van de eurodollar c.q. eu
rovalutamarkt was voornamelijk het ge
volg van de tegenstelling tussen ener
zijds de overheersende rol van de dollar
als internationaal betalings- en reserve
middel en anderzijds de geringe moge
lijkheden van de Amerikaanse financiële
markten om aan de groeiende vraag
naar deposito's en kredietfaciliteiten te
voldoen. Dit probleem werd allengs gro
ter naarmate Europa in het wederop-
bouwproces vorderde en haar reserves
in dollars toenamen. Vandaar dat de in
ternationaal meer ervaren banken in
Europa hun activiteiten met betrekking
tot de bemiddeling in dollars verhoog
den, nadat de herkregen inwisselbaar
heid van de Europese valuta's hen daar
toe in de gelegenheid stelde. De drang
in deze richting werd verder versterkt
toen men in de zestiger jaren in Amerika
een rentevergoedingsplafond voor bin
nenlandse deposito's instelde en in het
licht van toenemende betalingsbalans
tekorten de kapitaaluitvoer aan beper
kingen onderwierp.
Vooral het laatste bracht met zich mee
dat de toenemende investeringen van
Amerikaanse bedrijven in Europa ter
plaatse in dollars werden gefinancierd.
Hierdoor werd tevens de uitbreiding van
het aantal vestigingen van Amerikaanse
banken in Europa bevorderd.
Inmiddels werd de eurovalutamarkt als
verschijnsel meer en meer door de cen
trale banken geaccepteerd, waarbij met
name die buiten Europa ertoe overgin
gen zelf deposito's op deze markt te
plaatsen. Naast de deposito's van priva
te en officiële beleggers werd de markt
op grote schaal gevoed vanuit de 'off
shore-centra', de zogenaamde belas-
tingvluchthavens voor particulier kapi
taal.
Ofschoon in vijftien jaar tijd reeds een
opmerkelijk depositovolume was ont
staan, trad vooral na 1974 met de olie-
gelden een bovenmatige expansie op.
Dit groeibeeld tekende zich eveneens
aan de vraagzijde van de eurovaluta
markt af. Tijdens de eerste periode wa
ren het vooral de Amerikaanse bedrijven
die hun financieringsbehoeften op deze
externe markt dekten.
Na de oliecrisis in het begin van de 70-
er jaren traden in het bijzonder de lan
den met groeiende betalingsbalanste
korten als vrager op. Ook Oosteuropese
landen begonnen op bescheiden schaal
van de markt gebruik te maken.
Oorsprong en ontwikkeling van de
euro-obligatiemarkt
De voornaamste redenen voor het ont
staan van de euro-obligatiemarkt waren
de Amerikaanse kapitaalmarktrestricties
en de beperkte vrijheid waarmede bui
tenlanders in de Europese landen obli
gatieleningen in plaatselijke valuta ('fo-
reign bonds') konden uitgeven. De be
leggers in euro-obligaties bestaan voor
ongeveer 60 uit vermogende particu
lieren. Daarnaast zijn institutionele be
leggers en banken belangrijke afnemers.
Als kredietvrager treden vooral op over
heden, publieke organen, internationale
instellingen en grote bedrijven in de in
dustrielanden. Zo waren het in de perio
de 1963-1974 voornamelijk Amerikaan
se bedrijven die op de euro-obligatie
markt emitteerden.
Daarna zakte hun aandeel snel weg na
opheffing van de Amerikaanse kapitaal
marktbelemmeringen.
Kwantitatieve betekenis van de
eurovaluta- en euro-obligatiemarkt
De eurovaluta- en de euro-obligatie-
markt besloegen te zamen grosso modo
twee derde van de per eind 1979 uit
staande bedragen op de internationale
kapitaalmarkt. Deze omvat zowel het in
ternationale deposito- en kredietbedrijf
van banken in eigen of vreemde valu
ta's, als de internationale obligatie-
markt. Het cumulatieve totaal aan inter
nationaal bankkrediet (exclusief inter-
bankdeposito's) bedroeg naar schatting
per eind 1979 665 miljard waarvan