/T// landbouwcommentaar se landbouwbeleid maken. Dit beginsel is niet geheel nieuw. Het wordt al toegepast in het Europese suiker beleid en ook sinds twee jaar in het melkprijsbeleid via de zogenaamde medeverantwoordelijkheidsheffing. De commissie wil dit systeem nu ook gaan toepassen voor de granen en het systeem bij het melkprijsbeleid verzwaren. Voorgesteld wordt dat voor elke procent Ir. J. H. Egberink dat de graanproduktie een bepaalde vastgestelde pro- duktiehoeveelheid overschrijdt, de garantieprijs met één procent wordt verlaagd. Bij melk wordt er zelfs een meervoudige medeverant woordelijk voorgesteld. Een algemene heffing voor de veehouders als bijdrage in de algemene kosten van het zuivelbeleid. Daarnaast een zogenaamde superheffing voor zuivelfabrieken die in het prijsjaar 1981/1982 meer melk tot produkten verwerken waarvoor de EG financieel wordt aange sproken, dan gemiddeld in de afgelopen twee jaar. Deze heffing is mede bedoeld als stimulans om de melk te verwerken tot produkten waar vraag naar is. Verder wordt nog een derde heffing aangekondigd, na melijk voor bedrijven met een grote produktie van melk per hectare. Uit deze voorbeelden komt naar voren dat er inderdaad iets fundamenteels aan het wijzigen is in het Europese landbouwbeleid. De Europese overheid lijkt niet alleen bezig te zijn met het herwaarderen van haar financiële taak op landbouwgebied. Bij de verschuiving van lasten naar het bedrijfsleven wordt het accent vooral gelegd bij die gebieden en die boeren die het meest gewerkt hebben aan de centrale doelstelling van het EG-landbouwbeleid, namelijk het verhogen van de produktiviteit. Uitleg nodig Bij de Nederlandse boeren, grootgebracht en nog da gelijks werkend om zoveel mogelijk uit het bedrijf te halen, zal zo'n wending van het beleid op z'n minst en kele vraagtekens oproepen. Dat geldt vooral voor veehouders die enige jaren geie- den met steun van de EG hun bedrijf gemoderniseerd hebben en de raadgevingen van de landbouwvoorlich ting om de nieuwste snufjes op hun bedrijf toe te pas sen hebben opgevolgd. Minister Braks en zijn collega-ministers van Landbouw in de andere EG-landen zullen, wanneer de voorstellen van de Europese Commissie op dit punt aanvaard wor den, nog wel het een en ander moeten uitleggen in boerenvergaderingen. Een voordeel daarbij in ons land zal ongetwijfeld zijn dat de Nederlandse boer ook ten opzichte van het be leid zich praktisch opstelt. Meer dan de helft van zijn inkomen hangt af van het feit dat de buitenlandse con- Langzaam en onopvallend is het gegroeid. Van buiten onderscheidt het zich in niets van het adressenboekje dat de wat luxueuzere uitvoeringen van onze agenda's meekrijgen, maar binnenin... Wie nu rechtop gaat zitten met het lelijke vermoeden dat ik in een boekje de adressen en capaciteiten verza mel van aantrekkelijke relaties of de geheime bewegin gen noteer van plaatselijke notabeien, vergist zich in mij. Mijn oeuvre valt onder het hoofd naslagwerken en het begon zijn bestaan enkele jaren terug, toen ik voortdurend allerlei afkortingen door elkaar begon te halen. Ik wist niet meer wat nu eerst zou komen KTS of KIK en steeds weer vergat ik of het heilig ideaal nu RNT of RTN zou heten. Dat was dus ten tijde van de rituele verbranding van de laatste ponskaarten en ik eens een keertje mijn ge zondheid wilde laten beproeven bij de AID te Zeist, omdat ik was vergeten dat ik daarvoor mij diende te vervoegen bij de BCD te Utrecht. Daar ik er vroeg mee ben begonnen, is het nu al een goed hanteerbaar boekwerk geworden, dat loopt van ARC tot ZV en mij in een handomdraai het onderscheid verklapt tussen EDP en ASP. Voor mij hebben BIS, FIS, PRIS, AID, COM, SOS of WAB geen geheimen. Het verschil tussen POAB en POCB, de overeenkomst tussen COSAD en COSIDDat zoeken we even op, meneer. Als de meisjes zeggen dat er aan de telefoon een me neer is van de CB, die vanuit het RK met me wil praten over mijn managementinformatiebehoefte in verband met het VTS, dan trek ik mijn boekje en ga even ge makkelijk onderuit zitten, want mij pakken ze niet. Ik ken een collega, die nog altijd blind vaart op zijn ver mogen om in de loop van een gesprek boven water te krijgen waarover men met hem spreekt als professio neel bezoek met afkortingen begint te gooien. Maar dat kan fout gaan, want toen een functionaris hem on langs in code toesprak, heeft hij ja gezegd tegen iets, wat geen vrijblijvende visite bleek te zijn van een soli taire specialist op het gebied van het baliekasverkeer, doch een complete meute experts die met multifuncti oneel toepasbaarheidsonderzoek op zoek waren naar de probleemdefinitie van iets waarvoor men nodig functionele specificaties moest ontwikkelen. Ik noem geen namen of onderwerpen, want misschien komen ze bij u ook nog een keertje langs. Eigenlijk laat ik een flink gat in de marktkous ongestopt door mijn boekje voor mezelf te houden. D 'r zit wellicht een bestsellertje in, want wie zou niet zo'n handig boekje willen hebben, al of niet in losbladig verband? Wat me tegenhoudt is het bange vermoeden dat het binnen de kortste keren wordt vervangen door een of ander handig vertaalmoduletje met digitaalklokje en alarmschijf, dat na intoetsen van de afkorting niet al leen de volledige tekst geeft, maar ook nog bij wie je ervoor moet wezen en wat het telefoonnummer is. De technologische ontwikkeling gaat immers zo snel. Ik blijf voorlopig nog maar voor mezelf doorgaan met het opschrijven van de betekenis van TSO, TSD, BIR, OR, TC, EF, BGC, SPR en SPCB en als mijn rode boekje vol is, begin ik aan een tweede deel. Mocht u in ernstige moeilijkheden komen met een of andere afkorting, dan belt u maar even. Ik sta met mijn boekje voor u paraat. Elke dag vang ik wel weer een nieuwe lettervlinder met mijn eigen datanetje; een prikkebeen van deze tijd. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 38