weg naar
landinrichting
Onlangs is het Structuurschema voor de Landinrichting aan de Twee
de Kamer aangeboden. Dit lijvige stuk bevat de beleidsvoornemens
van de regering met betrekking tot de landinrichting. Niet alleen wat
men wil bereiken met landinrichting, maar ook waarom, hoe en waar.
Die beleidsvoornemens zijn nog niet definitief, want we mogen met
zijn allen niet alleen maar meedenken, maar ook nog ons zegje doen.
Daarna zal de regering het structuurschema zonodig aanpassen. Het
structuurschema maakt deel uit van de Landinrichtingswet, waarvan
het ontwerp in oktober 1979 bij de Tweede Kamer is ingediend. In dit
artikel zal getracht worden de niet-specialist op landinrichtingsgebied
- die het landinrichtingsbeleid ook direct raakt - in kort bestek te in
formeren omtrent het landinrichtingsgebeuren.
UT
Ruilverkaveling tot nu toe
De Ruilverkavelingswet uit 1954 die
momenteel van toepassing is, werd
voorafgegaan door ruilverkavelingswet-
ten uit de jaren 1924 en 1938 en speci
aal ingestelde Zeeuwse Herverkave-
lingswetten ten behoeve van de proble
matiek na de watersnoodramp. In de
wet van 1954 kregen naast agrarische
aangelegenheden ook andere aspecten
meer aandacht, zoals de verhouding van
de ruilverkaveling tot de ruimtelijke or
dening en de verzorging van het land
schap. Het laatste door invoering van
een landschapsbeleid als onderdeel van
een ruilverkavelingsplan. Vanaf toen
werd tot het midden van de jaren zestig
zo'n 55 000 ha ruilverkaveling per jaar in
uitvoering genomen.
In de loop der jaren veranderde er in
snel tempo veel in onze samenleving.
Door de verminderde werkgelegenheid
in de landbouw als gevolg van de me
chanisatie en door de bevolkingstoena
me breidden dorpen en steden zich uit.
De welvaart nam toe, de mobiliteit werd
groter. De behoefte aan recreatie vanuit
de woongebieden groeide, terwijl in
toenemende mate de bezorgdheid werd
geuit dat natuur en landschap werden
bedreigd onder meer door de moderni
sering van de landbouw.
In 1972 kwam de overheid tot het oor
deel dat de oude wet niet meer voldeed
en begon men te werken aan een nieu
we wet. Gezien de verwevenheid van
zowel agrarische als niet-agrarische be
langen in het landelijk gebied werd er
niet meer van ruilverkaveling, maar van
landinrichting gesproken. In feite was
men in de zestiger jaren reeds van de
m,;.A. J. Neuteboom
Bedrijfstakonderzoek
traditionele ruilverkaveling afgestapt
wat tot gevolg had dat de voorberei
dingstijd van ruilverkavelingsprojecten
langer duurde en het aantal jaarlijks in
uitvoering genomen projecten daalde
tot een dieptepunt in 1975, namelijk
7500 ha. Het resultaat van voornoemde
studie is uiteindelijk de ontwerp-Landin-
richtingswet, dat nu bij de Tweede Ka
mer ligt.
Andere 'groene' wetten en nota's
Er zijn de laatste jaren diverse wetten en
nota's tot stand gekomen, die met de
landinrichting te maken hebben. In de
eerste plaats is er de Reconstructiewet
Midden-Delfland en de Herinrichtings-
wet Oost-Groningen en de Gronings-
Drentse Veenkoloniën.
Beide wetten waren nodig omdat de
Ruilverkavelingswet voor die gebieden
onvoldoende mogelijkheden bood (de
op stapel staande landinrichtingswet
overigens wel) en kwamen in 1977 tot
stand. Voorts is er de Nota Landelijke
Gebieden. Daarin komen meer algeme
ne beleidslijnen van de overheid voor
met betrekking tot de landelijke gebie
den, voor zover van belang voor de be
stemming, de inrichting en het gebruik
van de grond. Een verdere uitwerking
van het beleid vindt plaats in drie struc
tuurschema's, te weten die van Landin
richting, Natuur- en Landschapsbehoud
en Openluchtrecreatie. Eerstgenoemde
is onverbrekelijk verbonden met de
Landinrichtingswet, de twee laatstge
noemde zijn van belang voor de realise
ring van de Nationale Landschapspar
ken waarvoor ook al een nota ver
scheen. Ten slotte kan nog genoemd
worden de Nota inzake de Relatie tus
sen Natuur- en Landschapsbehoud (Re
latienota) waaruit onder andere de Be
schikking Beheersovereenkomsten uit
voortgevloeid is.
Vormen van landinrichting
Bij verbetering van de inrichtingssituatie
denken wij aan ontsluiting (paden en