gang van zaken bij de
rabobankorganisatie in 1980
(De gebruikte gegevens zijn ten dele gebaseerd op ramingen en dra
gen daarom een voorlopig karakter. De cijfers van de plaatselijke
Rabobanken zijn geconsolideerd met die van Rabobank Nederland,
haar meerderheidsdeelnemingen en de Rabohypotheekbank N.V. Tus
sen haakjes staan de vergelijkbare cijfers over 1979.)
kredietverlening
de agrarische sector
handel, nijverheid en
dienstverlening
particulieren
De in 1979 aangevangen daling in de
groei van de kredietverlening heeft zich
in 1980 versterkt voortgezet en heeft
geleid tot een terugval in het bedrag
aan verstrekte nieuwe leningen. De
Rabobankorganisatie verstrekte in 1980
in totaal vvor f 14,5 miljard aan nieuwe
leningen, te vergelijken met f 18,1 mil
jard in 1979 en f 18,0 miljard in 1978.
De daling in de vraag naar bedrijfs- en
woningfinancieringen, die gaandeweg
het verslagjaar optrad, hield verband
met de minder gunstige inkomensont
wikkeling, een zeker pessimisme ten
aanzien van de nabije toekomst en de
relatief hoge rentestand. Aanvankelijk
had ook de kredietbeperking van De Ne-
derlandsche Bank enige invloed.
Van de f 14,5 miljard aan nieuwe lenin
gen namen de gezamenlijke aangeslo
ten banken f 10,6 (13,5) miljard voor
hun rekening, de Rabohypotheekbank
f2,2 (3,2) miljard en Rabobank Neder
land - de nieuwe naam voor de Centrale
Rabobank - f 1,7 (1,4) miljard.
De stijging bij Rabobank Nederland was
mede een gevolg van de toenemende
mate, waarin samen met aangesloten
banken financieringen worden verstrekt
(zgn. metafinancieringen).
Hoewel het bedrag aan nieuwe leningen
aan de agrarische sector in het verslag
jaar met 12 daalde tot f 5,2 (6,0) mil
jard, waarmee vrijwel hetzelfde niveau
werd bereikt als in 1978, steeg het rela
tieve aandeel van deze sector binnen de
Rabobankorganisatie tot 36 (33) Bin
nen deze sector namen de landbouwbe
drijven in engere zin f3,4 (3,8) miljard
voor hun rekening, de tuinbouwbedrij
ven f 1,2 (1,5) miljard en de agrarische
handel en industrie f0,6 (0,6) miljard.
Bij de daling van de vraag naar agrari
sche financieringen speelden een zekere
mate van verzadiging, afzetproblemen
in een aantal sectoren en stijgende kos
ten een belangrijke rol.
Bij de landbouwbedrijven valt op, dat
in de akkerbouwsector en de varkens
houderij de nieuwe verstrekkingen zich
nog hebben gehandhaafd. Varkenshou
ders en telers van fabrieksaardappelen
hadden te kampen met teleurstellende
opbrengsten.
Verstrekte nieuwe leningen hadden in
deze sectoren in verhoogde mate be
trekking op schuldsaneringen. De hierbij
door ons gevolgde gedragslijn houdt
verband met het coöperatieve karakter
van de Rabobankorganisatie.
In de veehouderijsector, één van de
sterkste groeiers in de verstreken jaren,
is de vraag naar nieuwe leningen flink
teruggelopen.
De investeringsanimo in de tuinbouw
bedrijven stond duidelijk onder druk
van tegenvallende resultaten in 1979,
waardoor de overschakeling van groen
teteelt naar glasbloementeelt vrijwel tot
staan kwam. Een belangrijke remmende
factor vormen hier zeker de dreigende
perspectieven omtrent energiekosten.
Nieuwe leningen aan de sectoren han
del, nijverheid en industrie daalden
slechts met 5%. De f3,4 (3,6) miljard
aan nieuwe leningen maakt 23 (20)
uit van de totale verstrekkingen.
De tanende investeringsbereidheid hing
samen met ongunstige inkomensont
wikkelingen, enigszins oplopende infla
tie en de hoge rentestand.
Tóch kan de huidige situatie naar onze
VERSTREKTE LENINGEN IN 1980 (1979) NAAR DOELGROEP
miljarden gids
procenten
Agrarische sector
5,23
5,96)
36
33)
Handel, nijverheid en dienstverlening
3,36
3,55)
23
20)
Particulieren e.a.
5,94
8,57)
41
47)
Totaal
14,53
(18,08)
100
(100)
mening eerder worden gekenschetsl als
een periode van afwachtend pas op de
plaats maken dan als een periode van
duidelijke neergang. Rekening dient im
mers te worden gehouden met de ver
vroeging van de investeringsbeslissin
gen ten gevolge van de invoering van de
WIR (in 1978 en 1979), in 1980 veelal
voor het eerst ontvangen WIR-premies
en wellicht ook de aangekondigde
maatregelen ter verlichting van de fi-
nancieringsproblematiek van kleinere
bedrijven.
De teruggang van de investeringen is het
sterkst bij de dienstverlenende bedrij
ven, o.a. op het gebied van vervoer, ho
reca en recreatie. In de met de trouw
verband houdende sectoren en zeker
ook bij de garagebedrijven is de tarug-
gang duidelijker waarneembaar dan bij
de handelsbedrijven.
In de sector particulieren werden in het
verslagjaar nieuwe leningen verstrekt
voor een totaalbedrag van f5,9 (8,6)
miljard. Dat is 31 minder dan in 1979,
waarin reeds sprake was van een daling
van 11 ten opzichte van 1978. Over
1978 werd nog een stijging gerea iseerd
van 15 Het overgrote deel van de le
ningen, te weten f4,9 (7,5) miljard,
heeft betrekking op de financiering van
het eigen woningbezit. Telt men hier het
bedrag bij op, dat voor hetzelfde doel
wordt verstrekt aan bedrijven, dan was
f 5,9 (8,8) miljard of 41 (49) van de in
totaal door de Rabobankorganisatie ver
strekte leningen bestemd voor de finan
ciering van het eigen woningbezi t.
Toonde 1979 reeds een sterk verzwak
kende tendens in de vraag naar woning
financieringen, het verslagjaar bracht
duidelijk een impasse. Oorzaken zijn de
geringe reële en inflatoire inkomens-
groei, de onzekerheden t.a.v. de toe
komstige ontwikkeling op dit punt, het
toegenomen kraakrisico bij leegstand,
verkoopbelemmerende maatregelen
van de (lagere) overheid en de nog
steeds niet geheel weggenomen onze
kerheid over de toekomstige fiscale be
handeling van de rentelasten. Ook de
hoge rentestand is een factor van be
tekenis geweest, met name voor de la
gere en middelgrote inkomenscate
gorieën.
Gezien de relatie tussen inkomen en fi
nancieringslasten betekent 1 verschil
in de rentestand ongeveer f 10 000,-
f 15 000,- verschil in financieringscapa
citeit voor de lagere en middelgrote in
komenscategorieën.
De eind 1978 ingezette prijsdaling heeft
zich in 1980 versterkt. De hiermee sa
menhangende afwachtende houding
van aspirant-kopers werkt op zich weer
prijsdalingen in de hand.
Hoewel in 1980 méér nieuwe eigen wo
ningen in aanbouw werden genomen en
voltooid dan in 1979 voltrok zich een