niet weg dat het onderzoekprogramma door het LEI-bestuur wordt vastgesteld. Aangezien het bestuur van 10 leden voor de helft bestaat uit vertegenwoor digers van het bedrijfsleven en voor de andere helft uit vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw en Visserij, is daarmee gewaarborgd dat overheid en bedrijfsleven (dat geldt ook voor de individuele boeren, tuinders, vissers en bosexploitanten) evenveel van het on derzoek kunnen profiteren. Een unieke situatie waarin ons land zich onder scheidt van het buitenland, waar over heid en bedrijfsleven hun eigen institu ten plegen te hebben. De wetenschap hoeve van bestemmingsplannen en streekplannen. Bij de vraagstukken die verband houden met het milieu hoort tegenwoordig ook de problematiek die verbonden is met het in standhouden van het landschap en de natuur. Prof. Maris gelooft dat de boer daarin een functie moet krijgen. Al dient de overheid zich wel rekenschap te geven van het feit dat daaraan voor de boeren kosten zijn verbonden. Die kosten die nen we als gemeenschap op te brengen en niet op de boeren af te wentelen. Zij zouden voor hun inspanningen op dat gebied bijvoorbeeld bepaalde beheers vergoedingen kunnen krijgen. 'Maar ge- Naast deze vijf afdelingen met ieder een eigen onderzoeksterrein is er ook nog een afdeling Statistiek en Algemene Za ken die beide centraal dienende werk zaamheden verrichten. Open boek Globaal is twee derde van het LEI-on- derzoek gericht op het verschaffen van gegevens voor de beleidsmakers bij overheid en bedrijfsleven en één derde op verbetering van de resultaten van in dividuele boeren en tuinders, en niet te vergeten de vissers. Zon driediizend boeren, tuinders, vissers en bosexploi tanten geven het LEI onbeperkte infor matie over het reilen en zeilen van hun bedrijf. In ruil daarvoor ontvangen zij een deelnemersverslag, waarin het LEI de bedrijfsuitkomsten van hun individu ele bedrijf bijhoudt, alsmede een over zicht met bedrijfsvergelijkingen van be paalde groepen landbouwbedrijven. Dank zij de bereidwilligheid van de agrarische ondernemers tot medewer king beschikt het LEI over een unieke en betrouwbare documentatie, waar de hele bedrijfstak zijn voordeel mee kan doen. 'De landbouw is een open boek. Over geen enkele bedrijfstak is zoveel bekend als over de landbouw, aldus prof. Maris, die zich ervan bewust is dat die openheid tegenover het LEI geba seerd is op het langjarige vertrouwen dat zowel het bedrijfsleven als de over heid in dit instituut stellen. Een vertrou wensrelatie die ook door de coöperatie ve Rabobankorganisatie al jarenlang met het LEI gekoesterd wordt. In het be lang van de agrarische sector aan wie zij beide, zoals we in december schreven, dienstbaar willen zijn. JD pelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en de objectiviteit van het on derzoek ligt bij de directie en bij de lei ding van de verschillende afdelingen. Er zijn 5 van deze afdelingen: Landbouw, Tuinbouw, Visserij/Bosbouw, Structuur onderzoek en de Stafafdeling. Wat de werkzaamheden betreft spreken de eer ste drie voor zichzelf. De afdeling Struc tuuronderzoek houdt zich onder meer bezig met aanpassing van omvang, sa menstelling en kwaliteit van het ar beidsaanbod aan de dalende werkgele genheid en met schaalvergroting, afge stemd op de toegenomen verwerkings capaciteit, landinrichting en milieu. Daar hoort ook het agrarisch planologisch onderzoek bij dat het LEI verricht ten be zien de huidige toestand met betrekking tot het overheidsbudget, zou het wel eens zo kunnen zijn dat deze ontwikke ling geen hoge vlucht neemt,' zegt prof. Maris spijtig. De Stafafdeling van het LEI houdt zich in hoofdzaak bezig met het jaarlijks uit brengen van het Landbouw-Economisch Bericht en het verschaffen van actuele informatie ten behoeve van het land bouwbeleid. Daarnaast maakt zij ook studie van de nationale en internationale economi sche en economisch-politieke ontwikke lingen, voorzover die op de agrarische bedrijfstak en het landbouwbeleid van invloed zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 19