40-jarig lei
naar de zich wijzigende man-land-ver-
houding en werden vraagstukken on
derzocht zoals de afstemming van de
bedrijfsomvang van land- en tuinbouw
bedrijven op de toegenomen verwer
kingscapaciteit per bedrijf. De regio
naal-economische politiek van de rege
ring werd ondersteund door LEI-onder-
zoekers te detacheren bij de provinciale
Economisch Technologische Instituten.
Zij hebben ook een belangrijke rol ge
speeld bij de tegelijk met de schaalver
groting optredende behoefte naar her
inrichting van het platteland, die gestal-
pese Gemeenschap. Dit heeft gevolgen
voor de afzetmogelijkheden van de
landbouw. En het ligt dan ook voor de
hand dat veel onderzoek door het LEI
geconcentreerd wordt op de oplossing
van deze problemen. 'Veel van onze
aandacht," aldus prof. Maris, 'gaat uit
naar het marktonderzoek in de breedste
zin van het woord. Dat heeft betrekking
op afzetbevordering, waarbij vooral ge
keken moet worden naar afzetmogelijk
heden voor de Nederlandse landbouw
op markten buiten de inmiddels verza
digde EG, zoals het Verre Oosten, Afrika
en Latijns-Amerika. Verder is daarbij
aan de orde het signaleren van consu-
Deze varkenshouderij in Schijndel
verwarmt zijn stallen op wei heel ver
nuftige en experimentele wijze. Zonne
panelen op het dak van de stallen ver
warmen water, dat op zijn beurt weer
varkensmest verwarmt, die vervolgens
begint te gisten. De daarbij vrijkomende
gassen worden in de hierbij afgebeelde
gasklok opgeslagen en voor de verwar
ming van de stallen gebruikt. Een inte
ressante vorm van energiebesparing, dé
grote uitdaging van de tegenwoordige
land- en tuinbouw.
te kreeg in grootscheepse ruilverkave
lingen.
Stagnerende economie en hoge
energieprijzen
Al enkele jaren, om precies te zijn vanaf
de eerste oliecrisis in 1973/74, staat de
landbouw weer voor nieuwe uitdagin
gen. Zij wordt vandaag de dag gecon
fronteerd met een stagnerende econo
mie en hoge energieprijzen. Daarbij
komt nog dat de bevolkingsgroei veel
minder is dan een jaar of tien, vijftien
geleden nog voorspeld werd.
Een beeld dat niet exclusief Nederlands
is, maar dat ook waar te nemen valt in
een aantal andere landen van de Euro-
mentenvoorkeuren en het bevorderen
van de efficiency van de hele agri-busi-
ness-bedrijfstak.'
En wat de energieproblematiek betreft:
prof. Maris is ervan overtuigd dat het
technisch onderzoek in de landbouw er
in zal slagen om energiearme produktie-
methoden te ontwikkelen.
Hij verwacht overigens niet dat de ten
dens uit de jaren 50 en 60 om te zoeken
naar arbeidsbesparende technieken
voort zal gaan. Er treedt eerder een sta
bilisatie op dat gebied op, die te maken
heeft met de groeiende werkloosheid en
de tot nul - en soms nog lager - gedaal
de inkomensgroei. Tegen die achter
grond, zo meent prof. Maris, wordt het
zelfstandige agrarische gezinsbedrijf
nog belangrijker dan in de jaren 50 en
60. 'Ik denk dan ook dat veel agrariërs
de komende jaren bereid zijn hun arbeid
en vermogen voor hun bedrijf aan te
wenden, ondanks de matiging in de
beloningsvergoedingen. Het met minder
genoegen nemen weegt dan op tegen
het grote goed van de zelfstandigheid.'
Onafhankelijk
Het Landbouw Economisch Instituut is,
ondanks de wijziging die zich in 1971 op
het gebied van de financiering heeft
voorgedaan, altijd onafhankelijk geble
ven. Het geld komt nu weliswaar voor
95 van de overheid, maar dat neemt