de agrarische tachtiger
4
'Met de 80er jaren zijn de finan
ciële problemen van de agrari
sche sector in een andere fase
gekomen, moeilijker dan die van de
70er jaren.
Een uitspraak, die men in boeren- en
tuinderskring zal onderschrijven. Ze
komt van Lardinois, toen deze onlangs
een groot aantal financieringsdeskun
digen van de provinciale directies voor
de bedrijfsontwikkeling van het Ministe
rie van Landbouw toesprak ten kantore
van Rabobank Nederland op een bijeen
komst met mensen, die bij ons alles te
maken hebben met de financiering van
agrarische bedrijven.
Wederzijdse introductie was nauwelijks
nodig, we komen immers in ons werk
geregeld bij elkaar over de vloer. Juist
die 'andere, moeilijker fase' was echter
de aanleiding om spontaan over en
weer versterken van het contact te
wensen. De ontwikkeling van de laatste
jaren met zijn dalende grondprijzen, zijn
hoge renteniveau en zijn kapitaalschaar-
ste maakt dat de ambtelijke en de Ra-
bobankdeskundigen als vanzelf elkaar
opzochten. Ais vanzelf, omdat de eer
sten optreden bij de advisering inzake
aanvragen voor het Borgstellingsfonds
en de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen
en de tweede werken bij de bankorgani-
satie die verreweg het grootste deel
(rond 90 van de agrarische financie
ringen verstrekt.
Het Borgstellingsfonds heeft in zijn 30-
jarig bestaan een flinke bijdrage gele
verd aan de ontwikkeling van de land
bouw. Het is er ingesprongen, toen het
oude financieringsinstrument van de
persoonlijke borgstelling minder bruik
baar werd en toen tegelijk land- en tuin
bouw aan de vooravond van een grote
ontplooiing stonden. Lardinois wees er
op hoezeer het BF in de 50er en 60er ja
ren bevruchtend gewerkt heeft: niet
door middel van subsidies, maar door
garanties voor financiering te geven. De
uit-het-goede-hout-gesneden onderne
mer heeft vaak mede dank zij zo'n ga
rantie een gezonde financiering kunnen
rondkrijgen. Boer en bank hebben aan
het BF moeten wennen, maar er was 30
jaar geleden een goed verkoopargu
ment: 'een gulden kost maar vier cent,
waarom zou je het niet doen'!
Zo was het toen, een financiering tegen
een rente van 4 en gegarandeerd
door het BF.
Laat dit simpele voorbeeld uit het
verleden ons niet verleiden tot
een simpele vergelijking met het
heden. Er spelen nu heel andere invloe
den. Die kwamen in allerlei schakerin
gen ook op de bijeenkomst naar voren.
Een paar van de belangrijkste noemden
we al: dalende grondprijzen, hoge rente
en kapitaalschaarste.
Maar er is meer: de vraag naar bepaalde
landbouwprodukten raakt verzadigd, de
kwaliteit van de produkten en de wijze
van produktie staat volop in de aan
dacht, de energieschaarste heeft klem
mende gevolgen, milieubescherming en
natuurbehoud spreken meer en meer
mee, terwijl vanuit het internationale