33 De vrouw als partner in een agrarisch gezinsbedrijf. Zij controleert hier de melkafgifte. lopen om zich goed voor te bereiden op het onderne merschap in de land- en tuinbouw. Het is dan ook dik wijls alleen de vrouw die, op het bedrijf althans, de man bijstaat in het werk en als ondernemer. Ook uit financieel oogpunt kan meewerken door de vrouw aantrekkelijk zijn. De kosten om extra arbeid aan te trekken kunnen zelf verdiend worden. Vooral voor jonge boeren, voor wie iedere gulden telt, kan dit een belangrijke verlichting betekenen. Maar gemakkelijk heeft een boerin het niet. Ook voor haar geldt de zorg voor de kinderen en de ge zinshuishouding. Meer dan vroeger moeten de bood schappen worden gehaald. De kleine winkels zijn haast uit het platteland verdwenen. In het drukke seizoen wil er nog wel eens een machine defect raken. Van de vrouw wordt dan verwacht dat er snel een boodschap bij de reparateur wordt gedaan. 'Inspringfunctie' wordt dit genoemd in een rapport van de Landbouwhogeschool in Wageningen. Dit rapport draagt wat dit betreft een sprekende titel 'Achter gaat voor'. Er komt uit naar voren dat de vrouw een onmis bare functie vervuld op de landbouwbedrijven. Een functie die niet altijd voldoende wordt gewaardeerd, zo luidt de conclusie. Opwaardering Die waardering speelt een rol in bijvoorbeeld het fisca le beleid, dat van toepassing is voor de in het bedrijf meewerkende vrouw. In 1973 is daar een belangrijke verbetering in aange bracht. Een deel van de bedrijfswinst mag worden toe gerekend aan de vrouw. Toch blijven er nog wel enige wensen op dit gebied bestaan. Hetzelfde geldt voor de sociale regelingen, zoals bij voorbeeld de AAW. Te weinig wordt daarin rekening gehouden met de wisselende inkomsten in het agrarisch bedrijf. Bij het vaststellen van een uitkering voor een arbeidsonge schikte agrarische vrouw kan dat ongunstig uitpakken. De agrarische vrouw is kwetsbaar. Naast de zorg voor het gezin heeft ze ook nog vele bedrijfstaken en het is dan ook een stap in de goede richting dat vanaf 1 ja nuari van dit jaar bij ziekte van de agrarische vrouw een vervanger kan worden verkregen via de bedrijfs- verzorgingsdiensten. De overheid legt daar een premie bij. Dit geldt is afkomstig uit de vorige jaar ten behoeve van de land- en tuinbouw uitgetrokken extra werkgele genheidsgelden. Op deze wijze worden sociale doelen en werkgelegenheidsdoelstellingen goed gecombi neerd. Voor het huishouden zullen andere oplossingen gevonden moeten worden. In sommige streken van ons land komt het nogal eens voor dat grootouders op of bij het bedrijf wonen. In vele andere situaties zal de man huishoudelijke taken vervullen, wanneer de vrouw uitvalt. Men zou dit de 'inspringfunctie' van de man kunnen noemen. De emancipatie in de landbouw kent vele faceitten. Er zijn vrouwen van agrariërs die een beroep bu ten het bedrijf uitoefenen. Het zijn vaak jongere vrouwen die hun oude beroep nog enige jaren aanhouden. Vooral voor beginnende ondernemers, met vaak hoge lasten, kan dat een welkome aanvulling van het be- drijfsinkomen betekenen. Zowel het bedrijf als het ge zin kunnen daar hun voordeel mee doen. Agrarische oriëntatie In de regel kiest de vrouw voor het meewerken in het bedrijf. Een goede agrarische oriëntatie is van belang. Voor de agrarische vrouwen bestaan verschillende cur susmogelijkheden. Plattelandsvrouwenorganisaties en landbouworganisa ties stimuleren deze ontwikkeling. Een bekende cursus is de cursus Economische Vorming Agrarische Vrou wen, in de wandeling EVAV-cursus genoemd. Ook op technisch terrein bestaan er cursussen, zoals voor het opfokken van kalveren, één van de taken die overwe gend door vrouwen wordt verricht. In de toekomst zullen er ongetwijfeld nieuwe bijscho- lings- en vormingswensen komen. Nieuwe ontwikke lingen zoals het werken met computers en moderne communicatiemiddelen zoals VIDITEL (het verstrekken van informatie via de telefoon op het TV-toestel) ko men op de land- en tuinbouw af. Het is zeker niet uit gesloten dat ook de agrarische vrouw hiermee te ma ken zal krijgen. De vrouw als partner in een agrarisch gezinsbedrijf lijkt een boeiende levensvervulling te blijven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 33