lijk in de verlies- en winstcijfers tot ui-
ting. Dat geldt ook voor onze obligatie
portefeuille, die door de hoge rente na
tuurlijk een flinke waardevermindering
heeft ondergaan. We beseffen echter
dat dit twee punten zijn, waarop het in
1980 niet meegezeten heeft.'
Het is duidelijk, dat wij veel meer dan
vroeger te maken hebben met pro
bleemgevallen onder onze cliënten. Hoe
ziet u onze taak daarbij?
Lardinois: 'Ik zie het voor ons als een
opdracht zo'n cliënt te begeleiden en fa
ciliteiten aan te bieden om de levens-
vatbaarheid van zijn bedrijf te herstel
len. Maar het moet wel zinvol blijven en
dat betekent dat er in redelijkheid uit
zicht op levensvatbaarheid moet zijn.
Als een situatie door een plotselinge ne
gatieve ontwikkeling hopeloos is ge
worden, dan is het ook wijs beleid van j
het bestuur van een aangesloten bank
om de knoop door te hakken. Uitstel
maakt dan de toestand alleen maar er
ger. Begrijp goed, dat als iemand niet
meer op eigen benen kan staan, hij ook
een probleem wordt voor zijn zakelijke
relaties, bv. toeleverende bedrijven.
Moeilijke beslissingen kunnen dat zijn.
Ze maken het managen van een bank
een stuk zwaarder, maar doen ook goed
zien dat de verantwoordelijkheden van
de bank groot zijn geworden. Aan het
inzicht, besluitkracht en vaak ook aan
de wijsheid van besturen en directeuren
worden in zulke gevallen hoge eisen ge
steld.'
In die geest zal ook Mertens gedacht
hebben toen hij vorige maand in ons
blad de plaatselijke bank de 'eerste ver
antwoordelijke' noemde bij moeilijkhe
den voor een lid of cliënt.
Lardinois: 'Ik ben er van overtuigd dat
die verantwoordelijkheid door onze ban
ken heel goed beseft wordt. Het is ech
ter een meerzijdige verantwoordelijk
heid, want banken, ook de coöperatieve,
moeten natuurlijk voorzichtig zijn. We
werken uiteindelijk niet met geld van
ons zelf, maar met dat van degenen die
het ons toevertrouwden, zeg maar de
spaarders.
Ondertussen wordt er ook in breder ver
band gewerkt om als organisatie zo mo
gelijk hulp bij moeilijkheden te bieden,
Daarbij denken we aan een fonds om le
vensvatbare landbouwbedrijven van
vooral jongere ondernemers, die nog
pas kort geleden investeerden, tege-
moet te komen.
Gesprekken zijn gaande met het minis
terie van Landbouw en dat van CRM om
daartoe regelingen te treffen. Intern
heeft de centrale bank daarvoor reeds
een bepaald bedrag gereserveerd en wij
hopen dat onze aangesloten banken dat
zullen verdubbelen. Samen met bijdra
gen die vanuit de ministeries ter be
schikking komen, verwacht ik dat er
zo'n f25 miljoen bij elkaar zal kunnen
worden gebracht. Het is niet de bedoe
ling dat fonds voor alle landbouwbedrij
ven te laten inspringen, maar alleen
voor bedrijven van jongere boeren, die
door recente investeringen en zeer hoge
lasten in problemen zijn gekomen. Zo
zou hulp kunnen worden geboden door
bepaalde schulden voor een tijd rente
vrij te maken.'
Voor ons, Rabobanken. is niet
onbelangrijk geweest, dat 1980
ons als het ware meer 'lucht'
gegeven heeft. Men zal zich her
inneren dat onze interne liquidi
teit omstreeks december 1979
zeer krap was. Mertens en Lar
dinois grepen toen zelfs naar
het ongewone middel van een
'brandbrief' waarin zij de ban
ken maanden hun uitzettingen
niet te veel te laten stijgen. In
dat opzicht is de situatie in de
tweede helft van het jaar sterk
verbeterd. Onze liquiditeitsposi
tie ging allengs een wat norma
ler beeld vertonen en ook de
enigszins krap geworden rente
marge werd in de loop van het
jaar gelukkig weer iets ruimer.
Lardinois: 'Voor ons was het tweede
halfjaar duidelijk beter dan het eerste
(voor de handelsbanken was dat ver
moedelijk precies omgekeerd). Die
brandbrief heeft zeker effect gehad: dat
beroep op onze organisatiediscipline
was terecht, maar het is ook opgevolgd I
Echter de allerbelangrijkste reden dat
onze liquiditeit zich zo snel heeft her
steld, ligt in het simpele feit, dat de kre-
dietvraag vanaf mei duidelijk verminder
de. Noem dat maar een op dat moment
gunstig bij-effect van een ongunstige
economische situatie. Ik verwacht ove
rigens niet, dat de vraag zich in 1981 zal
herstellen tot een gewenst niveau.
Daarvoor liggen er nog te veel onopge
loste problemen, die onzekerheid ge
ven.'
Is het wel zo erg, dat de kredietverle
ning door verminderde vraag achter
bleef bij onze verwachtingen?
Lardinois: 'Nee, integendeel, ik ben er
enerzijds wel blij mee, want de span
ning die de sterke vraag in de jaren
1977, 1978 en 1979 op onze middelen
voorziening legde, is nu wat vermin
derd. Ik geloof ook niet dat we ons be
leidsplan hoeven bij te stellen. Door de
enorme vraag van de laatste jaren heb
ben onze banken een zeer groot beroep
moeten doen op de Rabohypotheek-
bank.
Ik zie het zo dat de banken die aan de
RHB doorgeschoven posten na de eer
ste vijf jaar desgewenst altijd weer in ei
gen beheer kunnen nemen. Gesteld dat
de woningmarkt en de investeringen in
landbouw en midden- en kleinbedrijf
zich niet zouden herstellen en de ban
ken zouden straks in overliquiditeit ko
men, dan zal de RHB hun een magnifie
ke reserve voor uitzettingen in eigen be
heer kunnen bieden. Een andere reden
voor voldoening is, dat mede door de
verminderde groei we in 1980 de ver
mogensdoelstelling van ons beleidsplan
binnen bereik hebben gekregen. De te
vredenheid daarvoor wordt wel iets ge
temperd door de rol die de post dubieu
ze debiteuren in het bankwezen blijkt te
gaan spelen.'
De direct-opvraagbare-spaargelden zijn
door opvragingen en niet te vergeten
door een verschuiving naar particuliere
deposito's drastisch gedaald. We heb
ben het initiatief genomen om met in
gang van 1980 de rente te verhogen van
4/2 tot 5 juist omdat we ons spaarre-
servoir veilig wilden stellen. Dat is niet
helemaal gelukt, zijn we daardoor 'be
schadigd'?
Lardinois: 'Moeilijk te zeggen. Ik ben er
wel van overtuigd, dat als wij niet tot
die renteverhoging waren overgegaan,
de d.o.s. gelden harder waren terugge
lopen. Vergeet ook niet, dat we eronder
door zijn gegaan op de geldmarkten,
waar we een jaar geleden met rentepie-
ken van 18 zaten.
In dat opzicht is het gelukkig wat rus
tiger geworden op de geldmarkt. De al
tijd aanwezige bedreiging van het
spaargeld is in ieder geval nu een stuk
minder. We zijn blij, dat we per saldo in
1980 ons aandeel in de spaarmarkt roy
aal hebben kunnen handhaven.'
Binnen onze mogelijkheden is ons ta
riefbeleid niet ongunstig geweest voor
de spaarders. Bovendien zijn in onze hy
potheektarieven niet de jongste verho
gingen van de concurrerende instel
lingen gevolgd.
Lardinois: 'Inderdaad, daarin spreekt
mee onze coöperatieve opzet. Maar ik
weet niet of we het kunnen volhouden.
Als de hoogste spaarrente weer om
hoog gaat, dan is het niet uitgesloten
dat ook de hypotheekrente mee moet.
Ik wijs er in dit verband op, dat onze
aangesloten banken in 1980 doorgaans
niet de pieken van de geldmarkt hebben
gevolgd. Daardoor stonden hun marges
in de kredietsfeer onder druk. Vooral ge
durende het eerste halfjaar.
Het is een van de redenen, misschien
wel de belangrijkste waarom onze re
sultaten over dat eerste halfjaar achter-