1980 toonde nieuwe werkelijkheid Eén harde werkelijkheid is door 1980 in ieder geval schel aan het licht gebracht: de vaart van het economische leven is voelbaar teruggelo pen. De toeneming van de welvaart, waarop we in het verleden jaar voor jaar meenden te kunnen rekenen, is verstard. De waarschuwende te kenen daarvan waren de laatste jaren al merkbaar, maar 1980 heeft ons onverbloemd met de gevolgen geconfronteerd. lardinois: aanpassing kiem voor nieuwe inspiratie Ook in ons bankbedrijf was dat te merken. De totale kredietverlening steeg de helft minder dan vorige jaren en vooral het verstrekken van nieuwe leningen bleef ver achter. De oorzaken zijn niet ver te zoeken. De algemeen sombere verwachtingen voor de toekomst stimuleerden de investeringsanimo niet, terwijl de voortdurende hoge rentestand en de inkrimpende rentabiliteit de ondernemers weinig lust tot het ondernemen van grote plannen gaven. Ook de particulieren ondervonden de gevol gen van de minder gunstige inkomstenontwikkeling. Hun spaarruimte verminderde kennelijk en omdat het even duurt eer het uitgavenpatroon zich aan de teruglopen de inkomstenstijging aanpast, is er vermoedelijk nogal wat spaargeld geconsu meerd. Op de woningmarkt was er alom terughoudendheid van aspirant-kopers. Deze houding, gepaard met hoge rente en onzekerheid over de fiscale aftrekbaar heid van de rentelasten, heeft de huizenmarkt in een impasse gebracht. Dit alles heeft het liquiditeitsbewustzijn bij particulieren en bedrijven duidelijk versterkt: uit staande rekeningen worden zo spoedig mogelijk geïnd - en moeten eerder dan men gewend was betaald worden, terwijl de belangstelling voor een consumptief kre diet duidelijk verflauwde. Tegen deze achtergrond hielden wij kort voor de jaarwisseling een gesprek met de heer Lardinois. In vogelvlucht het jaar overziende, kan ook zonder exacte cijfers te gebruiken, gezegd worden dat de Rabobankorganisatie het jaar goed doorgekomen is. Maar op verschillende punten zijn de knelpunten toch duidelijk anders komen te liggen dan vroeger. Enerzijds betekende dat voor ons ver lichting, bijvoorbeeld ruimere liquiditeit, anderzijds maakte dat het bankbeleid niet gemakkelijk. Het afgelopen jaar mag dan geen groot jaar geweest zijn, het heeft zeker in vergelijking met zijn voorgangers ons er weer eens goed bij bepaald, dat een bank ook in minder fa vorabele tijden zijn weg moet weten te vinden. Leiding en medewerkers zijn zich dat in 1980 heel goed bewust kun nen worden. Ook Lardinois vond het een heel merk waardig jaar. 'Je kunt het als een soort breukjaar voor het bankbedrijf zien, ze ker in het licht van de goede tijden die we in de 70-er jaren beleefden. De con- junctuur is op het eind van die jaren om geslagen en dit kwam in 1980 duidelijk aan de dag. Al zullen de winstcijfers in het algemeen voor de banken nog wel bevredigend zijn - in elk geval voor ons - het is evident dat het kweken van ex- tra-voorzieningen geen luxe is geweest. De afschrijvingen op dubieuze debiteu ren zijn dit jaar sterk in omvang toege nomen, veel meer dan we in de 70-er ja ren gewend waren. Gelukkig zullen die wat onze banken betreft nog wel binnen aanvaardbare perken kunnen blijven, maar ik voorzie, dat het komende jaar in dit opzicht niet gunstiger zal zijn. Hier zien we hoe goed het is geweest dat we in goede jaren uit onze winst voorzie ningen hebben opgebouwd. Dat is niet alleen normaal verstandig beleid, maar ook coöperatief in het belang van onze cliënten. Die toegenomen verliezen op debiteu ren, die overigens bij ons meevallen ver geleken bij het gemiddelde van het ove rige bankwezen, komen door het afboe ken op de voorzieningen niet zo duide-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 8