geld- en kapitaalmarkt De ogen van de financiële wereld waren in december vooral gericht op de Verenigde Staten, waar de rente zeer snel opliep. De banken speelden daar haasje over bij verhogingen van de 'prime rate'. Aan het begin van de maand was het niveau 18%, maar nog vóór de Kerstdagen werd al 21 14 bereikt, waarmee een 'all- time record' werd gevestigd. Het verschil met het ge beuren in het voorjaar, toen er ook sprake was van een snelle rentestijging, is dat de geldmarktrente in Neder land nu niet omhoog ging. Integendeel, het tarief voor 3-maands interbancaire deposito's bedroeg op 1 december 10 maar aan het eind van de maand was het niveau gedaald tot 9,4 Dat is niet vanzelf gegaan. Toen de tarieven eind no vember mede met het oog op de traditioneel krappe maand december waren opgelopen, kwam De Neder- landsche Bank met een speciale belening a 9V* met een looptijd van 5 december 1980 tot 8 januari 1981 De belangstelling van de banken was groot. Ondanks het feit dat boven f25 miljoen slechts 60 werd toe gewezen, bedroeg de omvang van de belening f2,7 miljard. Deze steun kon niet verhinderen dat de rente steeg. De Nederlandsche Bank reageerde daarop met verschil lende dollarswaps, onder andere een bedrag van ruim f 1 miljard voor de periode van 10 december tot 12 ja nuari. Vlak voor het einde van de maand volgde nog een 4-weeks transactie ad f 680 miljoen. Op de maandultimo bedroeg de totale steun van De Nederlandsche Bank f 4,4 miljard. De sterke positie van de gulden heeft de Bank, zeker in de tweede helft van 1980, in staat gesteld de geldmarkt onmiddellijk te hulp te komen, zodra de omstandigheden daartoe aan leiding gaven. De Nederlandsche Bank kondigde in 1980 tien maal een speciale belening aan. Daarmee was in totaal f 14 miljard gemoeid. De Bank deed 21 maal swaptransacties tot een totaalbedrag van f6,6 miljard. Inmiddels is de eerste belening van het nieuwe jaar alweer een feit. De banken hebben tegen 9'/s een extra krediet van f 1,2 miljard voor de periode van 8 tot 22 januari. Het Rijk had aan het einde van het jaar een tegoed van f2,3 miljard bij De Nederlandsche Bank. Dat lijkt be hoorlijk wat meer dan er eind 1979 in de schatkist zat: f 0,9 miljard. Het verschil ad f 1,4 miljard is echter pre cies het bedrag dat op 1 februari 1980 van een bijzon dere rekening is overgemaakt naar de gewone reke ning van het Rijk. Die bijzondere rekening ontstond in 1973 toen de Nederlandse reservepositie in het IMF door de Staat aan De Nederlandsche Bank werd over gedragen. Het Rijk mocht slechts over het saldo op die rekening beschikken voor monetair neutrale doelein den, zoals voorziening in een korte seizoenmatige fi nancieringsbehoefte. Door de samenvoeging van beide rekeningen is die beperking niet meer van kracht. In tegenstelling tot de rente op de geldmarkt steeg de kapitaalmarktrente wel mede onder invloed van de rentestijging in de Verenigde Staten. De middellange rentewijzer steeg van 10,24% tot 10,55%. Berichten over tegenvallende belastingopbrengsten en een on gunstige ontwikkeling van het financieringstekort van de lagere overheid, waardoor het tekort van de totale overheid in 1980 ongeveer 7 van het nationale inko men ofwel f21 miljard zou hebben bedragen, kunnen ook een steentje hebben bijgedragen. In de tweede helft van de maand zorgde een daling van de Ameri kaanse tarieven voor eenzelfde ontwikkeling in Neder land. Aan het eind van december wees de rentewijzer 10,29 aan. In december kon op 5 obligatieleningen worden inge schreven. Twee gezondheidsinstellingen kwamen elk met een kleine emissie van f 15 miljoen. De Algemene Bank Nederland leende f 150 miljoen via de uitgifte van 11 kapitaalobligaties. De gemiddelde looptijd be draagt 1014 jaar en de uitgiftekoers was 9914 Het effectieve rendement kwam op 11,09%. De emissie verliep moeizaam vanwege uitgebleven buitenlandse belangstelling. Drs. H. J. Leliveld Algemeen Economisch Onderzoek Anders verging het de emissie van 1114 kapitaalobli gaties door de Nederlandsche Middenstandsbank. Het leningbedrag ad f 125 miljoen werd tegen een koers van 9914 (effectief rendement 11,35%) met gemak opgenomen. Er werd zelfs nog f 25 miljoen onderhands geplaatst op dezelfde voorwaarden. De lening had een voor kapitaalobligaties opmerkelijk korte gemiddelde looptijd van 8 jaar. De Staat kwam met de 9e openbare lening van 1980. Door de Minister van Financiën is 8 wel eens het maxi mum aantal genoemd. Deze emissie was een tweede tranche van de achtste lening. Dat betekent dat dezelfde voorwaarden golden (103/4% couponrente, gemiddelde looptijd 1014 jaar) en dat beide leningen op de beurs als één lening wor den verhandeld. De Staat nam een bedrag van f350 miljoen op, waarmee de laagste opbrengst van 1980 werd genoteerd. Op de uitgiftekoers van 100,1 werd 45 van de inschrijvingen toegewezen. Daarboven kreeg men het volle pond. De storting op deze lening vindt plaats in 1981, zodat de opbrengst niet meegerekend mag worden voor de dekking in 1980. In 1980 is f7,34 miljard gestort op openbare en ongeveer f9 miljard op onderhandse Staatsleningen. Er werd netto f3,4 miljard aan schat kistbiljetten geplaatst. Uitgaande van een financie ringsbehoefte van het Rijk van ongeveer f21 miljard, resteert dus een bedrag van circa f 1,5 miljard. Ook in 1981 zal er een directe kredietrestrictieregeling gelden. Het bankwezen en de PTT-gelddiensten mogen hun relevante kredietverlening maar met 6 ten op zichte van 1980 laten groeien. Een nog nader vast te stellen deel van de groeinorm zal worden toegewezen aan een aantal kleinere banken. In 1980 bedroeg de to tale norm 8 maar in verband met de verminderde economische groei is tot een verlaging besloten. De korte kredietverlening aan de overheid valt opnieuw buiten deze restrictie. De omvangrijke monetaire finan ciering door de lagere overheid heeft er echter toe ge leid dat door de monetaire autoriteiten beperkende maatregelen worden voorbereid. Daartoe is De Neder landsche Bank thans in overleg met het bankwezen over een aparte beperking van de korte kredietverle ning aan de lagere overheid. Het zal duidelijk zijn dat zo n maatregel in 1981 tot een extra vraag op de kapi taalmarkt kan leiden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 38