o.r./directie/kader mingsraad geldt hiernaast nog dat de belangstelling van de achterban, indien aanwezig, zich vooral blijkt te richten op concrete - vaak ondergeschikte - zaken terwijl de aandacht voor beleidsaange- legenheden vrijwel nihil blijken te zijn. Het is echter het 'noodlot' van de onder nemingsraad dat deze zich, als gevolg van het voortgaande maatschappelijke denken, steeds meer zal gaan (moeten) richten op beleidsvraagstukken. Het gevaar dreigt derhalve dat de af stand tussen het ondernemingsraadslid en de overige personeelsleden steeds groter zal gaan worden. De 'achterban' moet zich daar echter meer bewust van worden. Dit zou er toe kunnen leiden dat de be reidheid om zich kandidaat te stellen voor een ondernemingsraad nog verder zal gaan afnemen; en dat, terwijl deze bereidheid toch al niet zo groot blijkt te zijn. Hier ligt derhalve een belangrijke taak voor ondernemingsraad en ondernemer gezamenlijk. Voor de laatste alleen al, omdat op hem de wettelijke verplichting rust een ondernemingsraad niet alleen op te richten maar ook in stand te hou den. In gezamenlijk overleg zullen ze er naar moeten streven om het ondernemings raadswerk voor de personeelsleden her kenbaar en begrijpelijk te maken. Een belangrijk hulpmiddel hierbij vormt de publiciteit rond het vertegenwoor digend overleg. Bij het merendeel van de bedrijven kan op dit punt nog veel verbeterd worden. Het bekendmaken van de agenda en weken later publiceren van een uitge breid verslag is niet de meest geëigende weg om belangstelling te kweken. Snelle, beknopte, actuele berichtgeving is in deze belangrijker dan uitgebreide maar vertraagde informatie. Een ander, effectief gebleken hulpmid del om de contacten tussen de onderne mingsraad en achterban te versterken, is het actief betrekken van meer perso neelsleden bij het ondernemingsraads werk. De wet op de ondernemingsraden geeft hiertoe alle mogelijkheid door te bepa len dat in ondernemingsraadscommis sies ook personeelsleden kunnen wor den opgenomen die geen lid van een ondernemingsraad zijn. Naar mijn mening wordt in de dagelijkse praktijk nog te weinig gebruik ge maakt van dit 'hulpmiddel'. Via dit commissiewerk krijgt de onder nemingsraad niet alleen een breder draagvlak maar kan het werk effectiever van de ondernemingsraad in deze kleine ondernemingen, of een stem te geven in de overlegvergadering (de vergadering tussen bestuurder en ondernemings raad) vond in de ogen van de minister geen genade. Volgens hem zou daar mee de klok worden teruggedraaid naar de periode voorafgaande aan de laatste wetswijziging, waarin dat nog wel het geval was. Een verlaging van de hiervoor genoem de instellingsgrens van 35 personeelsle den naar 25 werd evenmin overgeno men. In het wetsontwerp wordt de verplich ting voor de ondernemer om voor be paalde belangrijke bedrijfs-economi- sche beslissingen advies aan de onder nemingsraad te vragen, voor de kleine onderneming beperkt. Dit advies be hoeft slechts te worden gevraagd, in dien de beslissing gevolgen kan hebben voor ten minste een kwart van het aan tal personeelsleden. De opschortings termijn, welke de ondernemer in acht moet nemen indien zijn beslissing van het advies van de ondernemingsraad af wijkt, behoeft evenmin te worden nage komen in de kleine ondernemingen. Ook kan de ondernemingsraad niet tegen deze beslissing in beroep gaan bij de ondernemingskamer van het Hof te Am sterdam. Met name op dit laatste concentreerde zich de kritiek van de commissie. De meerderheid van de leden achtte dit toch wel een ernstige uitholling van de adviesprocedure, zoals die geldt in grote ondernemingen. De minister was daarentegen van oor deel dat met name de mogelijkheid van beroep niet moest worden gehandhaafd voor de ondernemingsraad in kleine on dernemingen, omdat dit een te zware fi nanciële last voor de ondernemer zou opleveren. Ten slotte leidde de kritiek op de be perkte informatieverplichting van de on dernemer in de kleine ondernemingen om dezelfde reden evenmin tot wijzigin gen in het ontwerp. Op slechts één punt is de minister aan de kritiek van de commissie tegemoet gekomen. In de wet zelf is namelijk voorzien in de mogelijkheid om bij ver ordening van de Sociaal Economische Raad of bij collectieve arbeidsovereen komst de bevoegdheden van een onder-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 26