ondernemingsraad in relatie tot directie en leidinggevend kader In een eerder artikel werd inge gaan op de positie van een onder nemingsraadslid binnen een on derneming. In vervolg hierop zal nu aandacht worden besteed aan de relaties welke binnen een bankbedrijf bestaan tussen de on dernemingsraad en de directie, het personeel (de 'achterban') en het leidinggevend kader. Het blijkt namelijk dat men zich nog onvoldoende de gevolgen van dit soort relaties blijkt te reali seren, hetgeen nogal eens tot on nodige wrijving en misverstanden kan leiden. Wij hebben de heer Meijer van Arbeidsverhoudingen en Overlegzaken bereid gevonden over deze problematiek zijn visie te geven. De redactie realiseert zich dat wellicht niet iedereen de mening van de heer Meijer zal on derschrijven. Dit artikel moet dan ook gezien worden als een dis cussiestuk over deze belangrijke materie. Als gevolg van de wetswijziging van september 1979 is er een principiële verandering gekomen in de relatie tussen de directie en de ondernemings raad. Voor de wijziging bestond een ondernemingsraad uit de gekozen (werkne mers) leden en de directeur. Thans is een ondernemingsraad samengesteld uit gekozen werknemers en vindt de ontmoeting tussen de ondernemings raad en directie formeel alleen plaats in de zogenaamde 'overlegvergaderin gen'. Dit principiële verschil zal stellig gaan leiden tot accentverschuivingen in de contacten tussen de beide overlegpartners. Ondernemingsraad en directie Wanneer we terugkijken op de periode vóór 1979 dan kan niet worden ontkend dat ondernemingsraadsvergaderingen in hun algemeenheid vaak werden be paald door een - voornamelijk monde linge eenzijdige stroom van informatie en mededelingen van de kant van de di rectie. Op de ondernemingsraadsleden rustte dan de taak om hierop tijdens de vergadering spontaan te reageren het geen, mede als gevolg van de heteroge ne samenstelling van de ondernemings raad gemakkelijk kon leiden en ook bleek te leiden tot onvoldoende overwo gen besluiten en vaak onbedoelde mis verstanden. In feite fungeerde een on dernemingsraad op deze wijze veel meer als een gelegenheid voor gedach- tenwisseling, dan als een besluitvor mend orgaan. De wetgever heeft, via de verzelfstandi ging van de ondernemingsraad, hierin verandering willen aanbrengen. In de nieuwe situatie heeft de onderne mingsraad een duidelijke mogelijkheid aangereikt gekregen om zich tevoren op een gesprek met de directie voor te be reiden en de uiteindelijke besluitvor ming in eigen kring te laten plaatsvin den. Dat brengt met zich mee dat een direc tie niet meer de mogelijkheid heeft om zelf sturing te geven aan de gedachten- en besluitvorming van de raad. Reeds tijdens de parlementaire behan deling van de wetswijziging werd van vele kanten de vrees uitgesproken dat een ondernemingsraad in haar nieuwe samenstelling veel meer het karakter van een belangenbehartigingsorgaan (uitsluitend werknemersbelang) in plaats van een samenwerkingsorgaan, primair gericht op het ondernemingsbe- lang, zou gaan krijgen en dat dit polari serend zou gaan werken op de relatie tussen de directie en de ondernemings raad. Het valt niet te ontkennen dat zich in Mr. J. H. Meijer Arbeidsverhoudingen en Overlegzaken het afgelopen jaar ook binnen het bank wezen, een aantal gebeurtenissen heeft afgespeeld, die een duidelijk voorbeeld waren van polarisatie. Afgewacht zal moeten worden of hier sprake is ge weest van incidenten, voortkomend uit een wat overtrokken zelfbewustzijn van de ondernemingsraad, als gevolg van de plotselinge verzelfstandiging, dan wel van een duidelijke structurele tendens. In het eerste geval zal, wanneer zo'n on dernemingsraad in zijn nieuwe rol is ge groeid, vermoedelijk weer een goede onderlinge samenwerking mogelijk zijn. In het tweede geval zal een weg worden ingeslagen, die het overleg tussen direc tie en ondernemingsraad meer en meer het karakter gaat geven van onderhan delingen vanuit tevoren ingenomen standpunten, met alle problemen van dien, zoals vrees voor gezichtsverlies. Beide partijen zullen er daarom goed aan doen om er naar te streven een der-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 24