opper-volta gezien door de ogen van een o n t wik kei in gs werker 18 Halfacht in de ochtend. Op het kantoor van de Stichting Nederlandse Vrij willigers in Ouagadougou zitten drie boeren te wachten: de blote voeten in kapotte plastic sandalen, het mutsje zenuwachtig in de handen, de katoe nen jakken onder het rode stof dat onderweg langs de onverharde wegen opwaait. Ze zijn in alle vroegte op de fiets naar de hoofdstad gekomen, een afstand van 20, 30, misschien wel 40 kilometer, op zoek naar een willig oor voor hun problemen. Het kan gaan om de bouw vari een kraamkliniekje, een dak voor de graan- opslagschuur, een schooltje, een magazijn voor een hoedenvlechters- coöperatie, een waterput. Geen gemakzucht Denk vooral niet dat het gemakzucht is van een dorpsbevolking om bij een bui tenlandse organisatie om hulp te komen aankloppen. In de meeste gevallen is er mogelijke moeite om voor 'groupe- ments villageois' aan aanvullende fond sen te komen. Zo is er ook een paar maal een beroep gedaan op de Stich ting Steun door Rabobanken. Daardoor Voltaanse boer. kon er in Torna een kluis ingemetseld worden in het gebouw van de land- bouwkas; in Ourgou zijn het consultatie bureau en de kraamkliniek mede dank zij de Stichting Steun door Rabobanken tot completering gekomen; en in Sapo- né is een klein gebouwtje gekomen waarin de plaatselijke hoedenvlechters- coöperatie een kantoortje, een overdek te werkplaats en een afsluitbaar maga- zijntje heeft ondergebracht. Lange wachttijden U zult zich misschien afvragen waarom zo'n delegatie van boeren bij het SNV- kantoor om steun komt vragen, en niet bij bijvoorbeeld het ministerie van plat- in het dorp zelf al heel wat georgani seerd en gewerkt: families hebben een malig of maandelijks een bedrag in een pot gestort; alle mannen uit het dorp zijn er op uit geweest om leemaarde te verzamelen; de vrouwen en meisjes hebben in kruiken op het hoofd water aangevoerd; met vereende krachten is de fundering gegraven en zijn de muren van het gebouw uit lemen stenen opge trokken. Maar dan doet zich het pro bleem voor van een tekort aan geld om óók nog het dak te kunnen bekostigen van de school, of de inrichting van het kraamkliniekje. Het team van de SNV-veldstaf in Opper- Volta vindt dat dit soort initiatieven die uit de bevolking zélf zijn voortgekomen niet verdienen dood te lopen op een fi nancieel tekort van een paar honderd of duizend gulden, en doet daarom alle Boeren voeren op de fiets zand aan voor de bouw. Meisjes putten water om cement aan te maken voor de bouw van het dorpshuis. Bij de Rabobankorganisa- tie is veel oog voor de no den van de Derde We reld. De Stichting Steun door Rabobanken levert daar geregeld het bewijs voor. Het maandblad re kent het tot zijn taak om regelmatig over ontwik kelingswerk te publice- In dit nummer daarom een verhaal over Opper- Volta, van de hand van Marie-Louise Beerling, die samen met haar man, ir. Marie-Louise Beerling ir. Frank Bakx, zoon van de oud-vice-voorzitter van de hoofddirectie van onze centrale bank, in dat land ontwikkelingswerk doet. Marie-Louise Beerling (28) studeerde sociologie aan de Landbouwhoge school in Wageningen. Na korte verblijven in In dia en Soedan is zij naar Opper-Volta gegaan, sa men met haar man, die daar assistent-teamleider is voor de Stichting Ne derlandse Vrijwilligers (SNV).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 18