geld- en kapitaalmarkt In het begin van de maand november werden de ge moederen op de geldmarkt volledig beheerst door de valutaire ontwikkelingen. De half oktober ingezette snelle koersstijgingen van dollar, pond en yen vonden aan het einde van de eerste novemberweek een hoog tepunt. Binnen het Europees Monetair Stelsel liepen de spanningen hoog op. De mark en de Belgische frank bereikten ten opzichte van de gulden en de Franse frank het onderste interventiepunt en moesten daarom via verplichte aankopen worden gesteund. De Neder- landsche Bank intervenieerde voor ongeveer f 650 mil joen. Daarna herstelde de mark zich. Daaraan werd on der andere bijgedragen door Franse steunmaatregelen, winstnemingen en de ontspanning in Polen. Een moge lijk gevoel van onderwaardering van de Duitse mark kan ook meegespeeld hebben. De gulden is bijna de gehele maand de sterkste EMS- munt geweest. Eind november lag de Belgische frank voortdurend tegen het onderste interventiepunt aan en was de Duitse mark nog steeds buiten de gevarenzone. Het herstel van de mark is zonder ingrijpende maatre gelen tot stand gekomen. Ook een verlaging van het Nederlandse disconto bleef achterwege. Sommigen sloten zo'n maatregel niet uit, ofschoon de disconto verlaging in oktober ter ondersteuning van de mark niet het beoogde effect had. Een verlaging van de tarieven van De Nederlandsche Bank zou ook tegen de marktontwikkelingen zijn inge gaan. In de Verenigde Staten liep de rente de afgelo pen maand snel op. Begin november stond de 'prime rate' nog op 14V4 Aan het einde van de maand re kenden de Amerikaanse banken officieel 17% (inci denteel 18 rente voor kredieten aan hun beste debi teuren. Vooral onder invloed daarvan steeg de geld marktrente in Nederland. De prijs van 3-maands inter- bancaire deposito's liep op van 9Vi tot 10 Ook binnenlandse factoren zorgden voor een opwaart se druk op de rente. De ruimte op de geldmarkt, die in de traditioneel moeilijke maand oktober was meege vallen, gaf in november een tegenvallende ontwikke ling te zien. Op de helft van de maand stonden de ban ken voor f4,5 miljard in het krijt bij De Nederlandsche Bank, waarmee een record voor dit jaar werd geves tigd. Het bankwezen had het krediet vooral nodig om betalingen aan het Rijk te financieren. Het tegoed van het Rijk bij De Nederlandsche Bank liep op tot f3 mil jard. De schatkist was dit jaar nog niet zo vol geweest. Op 20 november brak een nieuwe 3-maands contin gentsperiode aan. Het gemiddelde bedrag, waarvoor de banken voorschotten bij De Nederlandsche Bank kunnen opnemen, werd door de Bank vastgesteld op f3,25 miljard. In de vorige periode bedroeg het contin gent f 3,7 miljard, zodat de ruimte met ongeveer f 500 miljoen werd verkleind. Als reden daarvoor kan gelden dat de seizoenmatige krapte op de geldmarkt achter de rug is, terwijl ook de verruiming door de contante inter venties aan het begin van de maand mede in overwe ging kan zijn genomen. Bovendien heeft het bankwe zen de afgelopen periode weinig gebruik gemaakt van het contingent. Het gebeurt regelmatig dat de rente aan het begin van een nieuwe contingentsperiode stijgt. De banken zijn bevreesd dat zij niet genoeg zullen hebben aan de hun toegemeten ruimte. Om te voorkomen dat zij aan het einde van de periode in de problemen geraken, maken zij aan het begin weinig gebruik van hun contingent, waardoor op de rente een opwaartse druk wordt uitge oefend. Mede om dat te voorkomen kwam De Neder landsche Bank met een speciale belening, die liep van 20 november tot 5 december. Tijdens deze periode werd een verkrapping verwacht, omdat de banken de Sinterklaasaankopen moesten fi nancieren, zodat de belening ook daarvoor een tegen wicht kon vormen. Het bankwezen schreef tegen i 97b rente voor f2,13 miljard in, waarna 100 werd toegewezen. Drs. H. J. Leliveld Algemeen Economisch Onderzoek Het beeld raakt stilaan vertrouwd: De Nederlandsche Bank komt de markt onmiddellijk te hulp als de rente te zeer dreigt op te lopen. Zij zal dat blijven doen zolang de waarde van de gulden haar daartoe in staat stelt. Bij een ontluikend wantrouwen in de gulden zal De Neder landsche Bank de beschermende deken echter onmid dellijk wegtrekken, zodat valutaire ontwikkelingen het beeld op de geldmarkt zullen blijven bepalen. De kapitaalmarkt werd in november gekenmerkt door een rustige ontwikkeling. De rente veranderde nauwe lijks. Aan het begin van de maand stond de middellan ge rentewijzer op 10,15 tegen 10,25 aan het einde ervan. Op de onderhandse markt was het aanbod over het algemeen gering bij een rente van ongeveer 11 Het is opmerkelijk dat er sinds eind oktober weer een meer normale rentestructuur bestaat: hoe langer de looptijd, hoe hoger de rente. Een uitzondering vormt de relatief hoge prijs voor tweejaars leningen. Deze lenin gen genieten in verband met de kredietrestrictie een zekere voorkeur. Het is de vraag of binnenkort bij de stijgende geldmarktrente de omgekeerde rentestruc tuur niet weer actueel zal zijn. De obligatielening van de Centrale Rabobank, die begin november werd aangekondigd, mag een succes wor den genoemd: er werd een bedrag van f110 miljoen uit de markt genomen. Dat resultaat is des te opvallen der als men bedenkt dat de Staat een week later, bij haar achtste emissie dit jaar, 10%% couponrente moest bieden. Dat was punt hoger dan de coupon van de Centrale Rabobank. De aflossing op de laatste Staatslening vindt plaats in 1986/1995, met dien ver stande dat vervroegde aflossing a 103 vanaf 1990 is toegestaan. De uitgiftekoers bedroeg 100,8 Daar mee kwam het effectieve rendement op 10,6 gelijk aan dat van de Rabobanklening. De Staat kreeg een bedrag van f650 miljoen binnen, hetgeen het via openbare leningen opgenomen bedrag voor dit jaar op f7,3 miljard bracht. Aan onderhandse leningen werd tot nu toe f 9 miljard opgenomen, terwijl voor f3,4 miljard netto aan schatkistpapier werd ge plaatst. Na de Staatslening volgde nog een goed geslaagde emissie van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Het bedrag was f 125 miljoen, de couponrente 10% en de gemiddelde looptijd 18 jaar. De uitgiftekoers be droeg 101 waarmee het effectieve rendement op 10,6 kwam.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 38