1980 biedt vertrekpunten voor een nieuw landbouwbeleid 35 Het eerste van de jaren tachtig zit er bijna op. De problemen waar mee land- en tuinbouw de komende tijd worden geconfronteerd worden duidelijker. Het zaaibed waarin oplossingen tot ontkieming moeten komen kan nu aangelegd worden. Daarmee is 1980 voor de landbouw geen verloren jaar. Kwetsbaarheid vergt zorg Voor de akkerbouw vormt het najaar en de winter de periode om de zorg van het produktieseizoen even opzij te zetten. De administratie moet bijgewerkt wor den, de nodige vakkennis kan aangevuld worden, de opbrengsten van verschil lende teelten en rassen worden vergele ken, het nieuwe plan voor het komende jaar dient uitgedokterd te worden. Een aantal machines behoeft herstel en on derhoud. Een karwei dat de moderne boer zoveel mogelijk zelf of met hulp van een handige collega verricht. Boer blijven houdt ook hier in van alle markten thuis zijn. Toch zal er menige akkerbouwer zijn die, terugkijkend op het seizoen, zal vaststellen dat het anders gelopen is dan het vorig jaar was voorzien. Het re sultaat van een heel jaar werken kan door een te vroeg ingevallen vorstperio de teniet zijn gedaan. Daaruit blijkt weer eens hoe kwetsbaar de landbouw is in vergelijking met industrie en dienstver lening. Een kwetsbaarheid die de macht van een individu vaak te boven kan gaan. Al leen al daarom is bijzondere zorg van de gemeenschap voor wel en wee van de landbouw verantwoord. Tegenover de betrekkelijke rust in de akkerbouw staat de activiteit van de tuinbouw op dit moment. De teelt in de kassen is al weer een eind op streek. Glastuinbouw is bijna een jaar-rond-ac- tiviteit geworden. Met de melkveehou derij en intensieve veehouderij (produk- tie van varkens en pluimvee) de meer 'industrieel' getinte bedrijfstak van de landbouw. Maar het blijven activiteiten waar met levend materiaal wordt omge gaan zodat een volledige planning van de activiteiten niet mogelijk is. Het zaaien gaat nu eenmaal aan het oogsten voorat. En ziekten zijn niet altijd te voorkomen. Dit te zamen met de am bachtelijke opzet van de bedrijven on derscheidt ook deze onderdelen van de landbouw van industriële activiteiten. Een aantal aken van de relatief klein schalige landbouw is evenwel geëigend om grootschalig aangepakt te worden. Dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de afzet en de verwerking van agrari sche produkten en de dienstverlening ten behoeve van agrarische bedrijven. Op deze wijze worden de voordelen van een grootschalige benadering binnen het bereik van de individuele land- en tuinbouwbedrijven gebracht. Een voor beeld daarvan is dat tuinbouwbedrijven niet ieder afzonderlijk met het plaatse lijk gasbedrijf gaan onderhandelen over de prijs van het te leveren aardgas, maar dat landelijk door het Landbouw schap met de Gasunie tot prijsafspraken wordt gekomen. Uiteraard wordt daarbij rekening gehouden met het feit dat de gedecentraliseerde levering kosten vergt. Maar voor de Gasunie is de glas tuinbouw een zo interessante afnemer dat prijsconcessies, zoals ook worden gegeven aan Hoogovens en buitenland se aluminiumverwerkende bedrijven die zich vestigen in Nederland, commercieel gezien verantwoord zijn. Maar dat niet alleen. De overheid is er zich van be wust dat de glastuinbouw een grote bij drage geeft aan de werkgelegenheid en de export. Het jaar 1980 heeft echter duidelijk gemaakt dat er grenzen zijn aan het beleid. Onder druk van de om ringende landen en de Europese Ge meenschap heeft het dit jaar tot een aanzienlijke prijsaanpassing moeten ko men voor het aardgas dat aan de tuin bouw wordt geleverd. Dit heeft overigens de internationale druk op de glastuinbouw niet weggeno men, zodat voor de toekomst verdere aanpassingen niet uitgesloten moeten worden. Toekomstgericht De overheid heeft de lastenverzwaring in de tuinbouw daarom begeleid door een intensief energiebesparingsplan. Ir. J. H. Egberink Het aanbrengen van dubbele gevels en energieschermen boven de planten wordt financieel gestimuleerd. Onder zoek naar nieuwe vormen van energie gebruik zoals infra-rood bestraling wor den onderzocht. Het onderzoek naar plant-variëteiten die minder energie vra gen is versterkt. Voor de glastuinbouw was 1980 een stap naar een toekomst gericht beleid. Toekomstgericht beleid is evenzeer van belang voor de andere agrarische secto ren. In dit verband is ook van belang op welke wijze de extra middelen worden aangewend die het Ministerie van Land bouw ter beschikking heeft gekregen uit de extra aardgasbaten van de regering door het verhogen van de exportprijzen van het aardgas. De komende vier jaar is er ruim 100 mil joen gulden extra voor de landbouw in het vooruitzicht gesteld. Daarmee zou een aantal knelpunten in bepaalde pro- duktietakken en gebieden versneld kun nen worden aangepakt. 1980 heeft duidelijk gemaakt dat er één knelpunt is dat de komende jaren in vrij wel elke sector speelt: namelijk de liqui diteitspositie van de land- en tuinbouw bedrijven. Het is daarom bestudering waard of een deel van deze middelen daarvoor gebruikt kan worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 35