2 Rabobank december 1980 De minder gunstige verwachtingen met betrekking tot de economische ontwikke lingen waarmee we de tachtiger jaren zijn ingegaan, zijn, voor wat betreft het eer ste jaar, heiaas voor een groot deel juist gebleken. De werkloosheid is toegeno men, de kosten zijn gestegen, de winstmarges verder ingekrompen; veie bedrijven zijn in de rode cijfers gekomen en zijn gedwongen diep ingrijpende maatregelen te treffen, die veelal gepaard gaan met inkrimping of sluiting. Ook in de land- en tuinbouw en in het niet-agrarische midden- en kleinbedrijf zijn meer dan in vorige jaren bedrijven in financiële moeilijkheden geraakt. Voor onze Rabobankorganisatie zijn de bedrijfsresultaten over 1980 zeker niet on gunstig. De sterke groei, zoals we die de laatste jaren hebben gekend, is welis waar aanzienlijk afgenomen, het bedrijfsresultaat mag zeker bevredigend ge noemd worden. Het is begrijpelijk dat men de vraag wet eens hoort of het wel zo nodig is dat de Rabobankorganisatie zo'n grote winst maakt, terwijl vele bedrijven, agrarische en niet-agrarische, waaronder ook landbouwcoöperaties, in financiële problemen zijn geraakt. Hoewel ik in het verleden meerdere malen op deze vraag antwoord heb gegeven, wil ik er nu toch nog even op ingaan. Om haar taak ongestoord te kunnen uitoefe nen moet iedere bank, ook onze Rabobankorganisatie voldoen aan solvabiliteits- eisen. Hoe hoog die solvabiliteitseisen zijn, is afhankelijk van de aard en de om vang van de uitzettingen van de desbetreffende bank. De Nederlandsche Bank heeft daarvoor minimumnormen vastgesteld, waaraan iedere bank moet voldoen. In ons beleidsplan hebben we voor onze organisatie zelf een norm gesteld waar naar wij streven en welke gebaseerd is op de eisen van De Nederlandsche Bank. De in het beleidsplan vastgestelde norm is zodanig, dat we in redelijkheid mogen verwachten dat onze organisatie haar functie ongestoord kan blijven uitoefenen met betrekking tot de financiering van leden en cliënten. Zonder versterking van het eigen vermogen en dus zonder voldoende winst te maken, zou de bank belemmerd worden in het doen van uitzettingen. Méér winst maken dan onze voorgenomen en door de organisatie middels het beleidsplan aanvaarde norm, is niet nodig en m.i. ook niet gewenst. Het is echter juist in een tijd van economische stagnatie van het grootste belang, dat de Rabobankorganisatie een sterke financiële positie inneemt en haar dienst betoon aan leden en cliënten zonder belemmering kan voortzetten. Tijdens de algemene vergadering heb ik gesteld dat wij elkaar in de tachtiger ja ren, wellicht meer dan ooit nodig zouden hebben. Ik heb er daarbij op gewezen dat wij als veruit de belangrijkste bank voor de financiering van de agrarische sec tor een eigen en bijzondere verantwoordelijkheid hebben, die wij niet zullen ontlo pen. Bij ons beleid zullen wij de beginselen van een gezond bankbeleid blijven handhaven, maar, heb ik er ook aan toegevoegd, 'als uitgangspunt zal moeten gelden, dat wij de plicht hebben om vooral in moeilijke tijden achter onze leden en cliënten te gaan staan en met name bij de probleemfinancieringen aanvaardbare oplossingen toe te passen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 2