als indirect onderscheid te maken tus sen mannen en vrouwen bij de arbeid. Onder direct of onmiddellijk onder scheid wordt verstaan een onderscheid dat rechtstreeks te maken heeft met ie mands geslacht, zoals in het geval, wanneer een vrouw, omdat zij vrouw is onder overigens gelijke omstandighe den, anders zou worden behandeld dan een man. Of omgekeerd, wanneer een man anders wordt behandeld omdat hij man is. Onder indirect onderscheid ver staat de wet een onderscheid dat wordt gemaakt door verwijzing naar een hoe danigheid, die op zichzelf geen verband houdt met iemands man- of vrouwzijn, maar die in de praktijk met name op personen van een bepaald geslacht van toepassing is. De wet verwijst in dat verband bijvoor beeld naar de echtelijke staat of naar de gezinsomstandigheden. Het maken van onderscheid is wel geoorloofd in be paalde uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer het geslacht bepalend is voor de functie, bijvoorbeeld de functie van zanger of zangeres. Verder is onder scheid geoorloofd als dit bedoeld is om feitelijke ongelijkheden op te heffen. Zo mag men vrouwen aanmoedigen tot een bepaald soort werk, als dat werk tot nu toe vooral door mannen werd ge daan. In beroep ledereen die meent dat er in zijn nadeel een onderscheid is gemaakt dat door de wet verboden is, kan in beroep gaan bij de al genoemde speciale commissie. Dit is overigens dezelfde commissie die al bevoegd was te oordelen in zaken, die verband houden met de Wet gelijk loon voor mannen en vrouwen, welke met het oog op de ruimere werkingssfeer Aletta Jacobs, de eerste vrouw in Nederland die een academische opleiding voltooide. van de nieuwe wet uitgebreid werd met andere deskundigen. Ook degene die wil weten of hij door zijn handelwijze in strijd komt met de wet, kan deze com missie om advies vragen. Overigens kan men zich met een klacht ook rechtstreeks wenden tot de burger lijke rechter of in bepaalde gevallen tot een bij CAO aangewezen geschillen commissie. Men moet daarbij wel be denken dat deze instanties, vóór zij een bindende uitspraak doen, eveneens het oordeel van de commissie kunnen vra gen. Verder is het mogelijk dat de commissie j de Minister van Sociale Zaken op eigen initiatief verzoekt een onderzoek in te stellen naar een vermeend verboden on derscheid. De commissie is bevoegd conclusies mede te delen aan organisa ties van werkgevers of werknemers, of aan andere organisaties uit het bedrijfs leven. Hoewel er dus nu een wet is die gelijke behandeling van mannen en vrouwen voorschrijft, is er toch nog een aantal wetten die het onderscheid wel kennen. Ingevolge de genoemde EG-richtlijn zul len deze discriminerende bepalingen vóór 22 februari 1984 verdwenen moe ten zijn. Hieraan wordt hard gewerkt. Er ligt op dit moment bij de SER een ad viesaanvraag inzake het opheffen van bijzonder beschermende bepalingen van de vrouw, zoals het verbod op nacht arbeid. Alleen de beschermende bepa lingen met betrekking tot zwangerschap en moederschap zullen blijven. Gelijkheid en sociale zekerheid De gelijke behandeling van mannen en vrouwen dient ook gevolgen voor de so ciale zekerheid te hebben. Op 19 de cember 1978 heeft de Europese Ge meenschap een richtlijn uitgevaardigd betreffende de geleidelijke tenuitvoer legging van het beginsel van gelijke be handeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid. Het gaat daarbij om wettelijke regelingen met betrekking tot ziekte, invaliditeit, ouderdom, arbeidsongevallen, beroeps ziekten, werkloosheid en aanvullende bijstandsregelingen voor zover deze een aanvulling vormen op, of in de plaats komen van deze wettelijke regelingen. Ten aanzien van deze onderwerpen die nen discriminerende bepalingen afge schaft te worden op het gebied van: - de werkingsfeer van regelingen als mede van de voorwaarden voor toela ting tot de regelingen: - de verplichting tot premiebetaling en de premieberekening; - de berekening van de uitkeringen. De afzonderlijke lidstaten hebben een termijn van 6 jaar om de nationale wet geving aan de richtlijn aan te passen. Voor Nederland heeft deze richtlijn tot gevolg dat voornamelijk wijzigingen die nen te worden aangebracht in de Alge mene Ouderdomswet (AOW) en de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV). De aanpassing van de Algemene Arbeids ongeschiktheidswet heeft per 1 januari 1980 reeds plaatsgevonden. Rabobankorganisatie In het algemeen kan worden gesteld dat binnen onze organisatie geen onder scheid gemaakt wordt tussen mannen en vrouwen. Het beloningssysteem is voor ieder gelijk en de secundaire ar beidsvoorwaarden op een enkele uit zondering na ook. Deze uitzonderingen worden zo spoedig mogelijk aan de be palingen van de nieuwe wetten aange past. Wel zullen wij aandacht moeten beste den aan het feit dat mannen en vrou wen bij promoties gelijke kansen krij gen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 29