uit onze historie
Wat betreft de voormalige Centrale
Bank te Alkmaar, déérover schreef uw
Terugblikker in dit blad, no. 12 van 1978.
Er hebben plannen bestaan om deze
Centrale over te brengen naar Leiden,
blijkbaar om het aantal aangesloten
Zuidhollandse banken uit te breiden.
Daar is echter niets van gekomen. 'Alk
maar' tuimelde steeds sneller van de
helling. Vele banken leden grote verlie
zen, waaraan door de Centrales in Eind
hoven en Utrecht wel tegemoet werd
gekomen.
In 1921 bleek dat vele leden (van de
bank) bedankten voor de Land- en Tuin-
bouwbond. Zij zouden volgens bestaan
de statuten dan ook niet meer lid van de
bank kunnen blijven... 'doch zouden wij
onze mooie instelling zien verzwakken
wat niet in het belang der bank is en
ook niet in dat van de leden...' Heel
consequent werd nu maar besloten de
koppeling van beide lidmaatschappen te
verbreken.
Uit vele opmerkingen blijkt duidelijk dat
het de bank toch niet voor de wind ging.
Het beheer is zo zuinig mogelijk, maar
er moet toch een beetje winst gemaakt
kunnen worden om een reserve te kun
nen vormen? Wat de rente betreft
'staan we nu gelijk met de andere bank.'
Is het nodig dan moeten de rentetarie
ven worden aangepast, maar... 'alsdat
de gebruikers toch de zwakkere broe
ders zijn, welke volgens ons beginsel
toch het eerst gebaat moeten zijn'. Het
is en blijft moeilijk het schip in de vaart
te houden.
Zou het niet op de weg liggen om de se
cretaris een vergoeding te geven? Se
cretaris Kaay vindt dat niet zo erg nodig
alhoewel een klein douceurtje zo nu en
dan niet onwelkom zou zijn.
En voorzitter meent dat hij dan wel het
eerst aan de beurt moet komen daar het
hem ook veel tijd kost en 'zelfs de cor
respondentie er nog aan toe ligt'.
Ook kassier Streefland wenst een ver
hoging van salaris. 'Niet dat wij hem
voor een stakker behoefden te beschou
wen, maar de verantwoordelijkheid en
het vele werk wordt lang niet betaald'.
Er ontspon zich hierover een aangena
me discussie en Streefland kreeg sala
risverhoging.
Hulp voor 'Alkmaar'
En in maart 1922 was het dan zover.
Voorzitter las een schrijven voor van de
Centrale Bank te 'Leiden' met een bede
om hulp. Dat verzoek werd ook nog on
dersteund door het hoofdbestuur van de
RK Diocesane Land- en Tuinbouwbank
en eveneens door Z.D.H. de bisschop
van Haarlem. Men dacht hierbij aan ren
teloze winstbewijzen of aan preferente
aandelen.
Doen wel genoeg banken mee? De bis
schop zet zijn naam er niet voor niets
onder. Hij tracht ook de gewone acht
honderd land- en tuinbouwers en depo
sitohouders voor de ondergang te be-
hoeden.
Kort en goed, wanneer voldoende afde
lingen met het verzoek instemmen -
maar daarnaar moet zorgvuldig worden
geïnformeerd - willen de leden het wel
goedvinden dat de bank één preferent
aandeel neemt van duizend gulden.
Een put die niet te dempen was. Over
het dienstjaar 1922 leed 'Alkmaar' een
verlies van f202 676,76!!! Daarin zou
elke bij Alkmaar aangesloten bank, on
geacht het aantal leden, bijna
f12 000,moeten bijdragen. Vanzelf
sprekend bracht dit de tongen op de Le
denvergadering van 21 mei 1923 heftig
j in beweging.
Nadat besloten werd om door de eigen
bank het verliesaandeel te dragen werd
toch in 1923 met algemene stemmen
besloten om te trachten 'Alkmaar' drij-
vende te houden.
18 december 1924...
Er waren zesentwintig leden aanwezig
'dus meerderheid voor besluit te nemen
in deze gewichtige vergadering'; welk
aantal wel iets zegt over het totaal aan-
tal leden.
'Alkmaar' gaf kennis van liquidatie en
nu moest besloten worden of men zich
zou aansluiten bij 'Eindhoven' of bij
'Utrecht', zoals u weet de toen nog bei
de bestaande Centrales van Raiffeisen-
resp. Boerenleenbanken. Alle aanwe
zigen stemden voor aansluiting bij
'Eindhoven...' dus dat zaakje was afge
werkt, constateerde notulist blijkbaar
opgelucht.
Over de afwikkeling van de schuldenlast
van de geliquideerde Centrale Bank te
Alkmaar wordt nu maar verder gezwe
gen.
Op 26 maart 1925 werd in het café
Americain op de Markt te Gouda de
vraag ter tafel gebracht of ook niet-ka-
tholieken lid van de bank mochten wor
den. Alle leden konden het daar mee
eens zijn, maar de nieuwe statuten ver
boden dat uitdrukkelijk, alle goede be-
doelingen ten spijt.
Die nieuwe statuten, die nodig waren bij
de aansluiting tot de Coöperatieve Cen
trale Boerenleenbank te Eindhoven wer
den op 5 maart 1926 verleden.
'De vereeniging, vroeger genaamd
Coöperatieve Land- en Tuinbouwbank,
draagt van heden af de naam van RK
Coöperatieve Boerenleenbank GA'.
Het inspelen op 'Eindhoven' nam van
zelfsprekend van beide kanten wel
enige tijd in beslag. Niet dat dit de leden
slapeloze nachten bezorgde; op 17 mei
1929 waren slechts omstreeks 24 leden
aanwezig maar 'Eindhoven' liet de
nieuw aangesloten bank niet in de
steek.
Juist had de voorzitter de vergadering
geopend of... 'op dit ogenblik komt juist
den WelEdelHeer J. A. v. Reyen, contro
leur der Bank met groot genoegen ter
vergadering der leden met onmiddellijke
aanbieding tot steun der behandeling
van behandeling der notulen en agenda
der te houden vergadering waarbij de
WelEd. Heer van Reyen door de voorzit
ter het verzoek stelde of WelEd. Heer
van Reyen bereid zoude willen zijn om
zijne plaats wenschte aan te nemen en
de leiding zoude willen vervullen...
waaraan de WelEd. Heer van Reyen on
middellijk gehoor gaf en tot de werk-
zaamheden der vergadering zich geheel
leiden.'
De herkozen kassier 'was helemaal ter-
neergeslagen en geen woorden kon vin
den om te beantwoorden van het ver
trouwen hem geschonken'.
Met veel vreugde werd kort daarop ver
nomen dat een winst van ruim vijfhon
derd gulden naar de reserve kon worden
geboekt. De Inspecteur der Centrale
constateerde 'dat wij er om zoo te zeg
gen bovenop gekomen zijn'. Maar
krachtig propaganda voeren, vooral met
het oog op den bisschoppelijke uit
spraak dat katholieken zich steeds ka
tholiek moeten organiseren. (Zo wés dat
toen nog!)
De heer Streefland legde zijn functie ge
zien zijn hoge leeftijd neer en voorzitter
drong aan op de hoogst mogelijke ernst
bij de benoeming van zijn opvolger. Dat
werd de heer M. T. Moons.
De oud-kassier kreeg zeer hartelijke
woorden van dank voor zijn plichtsbe
trachting en grote toewijding en ook
een jaarlijkse toelage, wat zeker niet on-
belangrijk was.
Dat de notulen van 12 april 1934 bewe
ren dat dit een vergadering was van de
Algemene vergadering der RK Coöpera
tieve Centrale Boerenleenbank, mag
men op goede gronden betwijfelen. De
wens was waarschijnlijk de vader van
de gedachte want Gouda heeft beslist
nooit een Centrale (van Boerenleenban
ken) gehad.
Terugblikker kan zich niet voorstellen
dat de oorlogsdagen van mei 1940 on
gemerkt aan de leden van de bank zijn
voorbijgegaan. Wél mopperde een lid
op 13 juni 1940 dat de Centrale Bank
wel eens iets meer voor de z.g. noodlij
dende banken kon doen. Vooral in het
afgelopen jubileumjaar had dit zeer op
zijn plaats geweest om met haar miljoe
nenreserve eens een goede daad te ver
richten, maar behalve dat men op een
passende wijze feest ervan gevierd
heeft, was hem van een goede daad
niets gebleken.
Daarop sloot de voorzitter de vergade
ring maar.
Misschien maakte de Centrale alles
weer goed toen zij bij het vijfentwintig
jarig bestaan van de bank een gelukste-
j legram stuurde.
Maar helemaal zonder feestjes gingen
de jaren toch niet voorbij. Daar met het
40-jarig bestaan van de bank niets was
gedaan, stelde voorzitter voor, mede na
mens het bestuur, om nu maar eens de