giedragers. Deze laatste component heeft de invoersubstitutie van energie dragers. Tabel 3 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de directe bijdrage. Aangezien de waarde van de aardgas- uitvoer in bijvoorbeeld de jaren 1978 en 1979 respectievelijk f6,5 en f7,0 mil jard bedroeg, terwijl voor 1980 een op brengst van f 10,5 miljard wordt ver wacht, kan via tabel 3 het bedrag aan invoersubstitutie worden becijferd op respectievelijk f 6,9 miljard, f9,8 miljard en f 11,8 miljard. De netto bijdrage van het aardgas is Een persoonlijke visie van de fotograaf op overigens onpersoonlijke installaties. Na 1976 zou echter een aanzienlijke verslechtering zijn ingetreden. Met an dere woorden: als Nederland het zonder aardgas had moeten stellen, dan zou van het verloop van de lopende reke ning, zowel eerder, als vooral ook krach tiger een signaal zijn uitgegaan voor aanpassing van het economisch beleid. De overheidsfinanciën en aardgas Een volgend aspect van het aardgasbe- zit is de invloed van de aardgasexploita tie op de overheidsfinanciën (tabel 5). Opgemerkt zij dat in de voor 1981 ge raamde bedragen van tabel 5 de extra aardgasbaten, als gevolg van de heron- aanzienlijk geringer dan de directe. Dit komt omdat de aardgasexploitatie heeft geleid tot een hoger binnenlands beste dingsniveau, hetgeen weer een grotere invoer met zich meebracht. Geschat wordt dat de netto bijdrage aan de lo pende rekening op ruwweg een derde a de helft van de directe kan worden ge steld. Als dit percentage bij wijze van benadering op 40 wordt gesteld, dan kan een indruk worden verkregen van de netto bijdrage. Tevens kan dan een vergelijking worden gemaakt van de ontwikkeling van de lopende rekening van de betalingsbalans met en zonder aardgas (tabel 4). Uit de tabel kan worden afgelezen dat de ontwikkeling van de lopende reke ning zonder aardgasbezit tot 1976 nog redelijk bevredigend zou zijn geweest. Tabel derhandeling van exportcontracten zijn begrepen. Uit de tabel kan worden op gemaakt dat de overheid volgend jaar een bedrag van f4,6 miljard aan extra aardgasbaten zal binnenhalen, waarvan f2,6 miljard uit het buitenland zal ko men. De gasbaten zullen dan in 1981 een verdubbeling hebben ondergaan in vergelijking met de opbrengst in 1979. Overigens profiteren ook de oliemaat schappijen Shell en Esso in belangrijke mate van deze stijging via hun aandeel van elk 5 in de aardgasopbrengsten, waardoor voor de totale overheid (het Rijk plus de lagere overheden) 90 res teert. Het Rijk neemt daarvan het leeuwedeel voor zijn rekening: dit be droeg de laatste jaren circa 90 Voor bijvoorbeeld de periode 1979, 1980 en 1981 kunnen de gasbaten van het Rijk ongeveer worden gesteld op f7,6, f 10,9 en f 15,1 miljard. Als deze bedragen worden uitgedrukt in een per centage van de totale inkomsten ten gunste van de Rijksbegroting, dan blij ken de gasbaten daarvan in de bedoelde jaren, respectievelijk 8,8%, 11,3% en 14,5 uit te maken. Uit deze cijfers blijkt nog eens duidelijk hoezeer het aardgasbezit voor de Rijks financiën van betekenis is. Zo is de snel le uitbouw van het beroep op het socia le verzekeringsstelsel voor een belang rijk deel mede mogelijk geweest door de rijkdom aan aardgas. Dit betekent echter dat de gasopbrengsten vooral in de consumptieve sfeer zijn aangewend, hetgeen nogal wat kritiek heeft opge roepen. De laatste tijd kan dan ook een zekere verschuiving in het economisch beleid worden waargenomen: terug dringen van de consumptieve bestedin gen en ruimte scheppen voor de inves teringen, ten behoeve waarvan ook de via heronderhandeling van export contracten te verkrijgen extra aardgas baten zullen worden ingezet. Economische groei en aardgas Terloops werd reeds opgemerkt dat de aardgasexploitatie heeft geleid tot een hoger bestedingsniveau. Daarmee is te vens gezegd dat de gasexploitatie een positief effect heeft gehad op de econo mische groei. Daarbij moet worden be dacht dat de produktiestructuur van onze economie door de beschikbaarheid vervolg op pagina 22 AARDGASBATEN EN OVERHEIDSFINANCIËN (f mrd) Bron: Miljoenennota 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 Aardgasbaten overheid** (1 2,4 5,3 7,8 9,0 8,6 8,5 12,1 16,7 w.v. uit het buitenland 0,9 2,1 3,3 4,3 4,0 3,7 5,6 8,2 (1in van nat. inkomen 1,4 2,8 3,6 3,8 3,4 3,1 4,2 5,5 raming op kasbasis

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 19