wob
wob
vervolg wob
werp is gewijd en zal ook op andere ma
nieren de aandacht van de organisatie
worden gevraagd voor het verantwoord
omgaan met energie.
Men kan zich afvragen waarom nu tot
actie wordt overgegaan. Als het enige
achterliggende motief verhoging van
het winstcijfer van onze organisatie zou
zijn, lijkt de actie niet van enige zelf
zucht ontbloot. Met nadruk zeggen wij:
lijkt. Want onze coöperatieve doelstel
ling verplicht ons boven alles de belan
gen van de leden in het oog te houden,
en daaraan kan een winstvergroting
door energiebesparing bijdragen. Maar
misschien nog belangrijker is een verde
re bewustwording van onze medewer
kers tegen de achtergrond van de maat
schappelijke verantwoordelijkheid, die
wij altijd zo graag uitdragen.
DE FISCALE POSITIE VAN DE
(WERKENDE) GEHUWDE VROUW
Sinds 1973 worden bepaalde inkomens
bestanddelen van de gehuwde vrouw
niet langer bij de man belast, doch
wordt zij daarvoor zelfstandig in de be
lastingheffing betrokken.
Het betreft uitsluitend inkomsten uit te
genwoordige arbeid inclusief ziekengeld
en werkeloosheidsuitkering en ingaande
1976 ook WAO-uitkeringen.
Ook de winst uit een door de vrouw fei
telijk gedreven onderneming en de aan
de vrouw toe te rekenen winst uit door
haar man gedreven onderneming, wordt
bij haar afzonderlijk belast.
In de periode vóór 1973 werd het volle
dige gezinsinkomen bij de man belast,
waarbij - in geval de gehuwde vrouw
buitenshuis werkte - een bepaalde af
trek, afhankelijk van haar arbeidsinko
men, was toegestaan.
Al jaren wordt van diverse zijden aange
drongen op een stelsel van belasting
heffing, waarbij de maatschappelijke
verzelfstandiging van de gehuwde
vrouw, alsmede de volledige maat
schappelijke gelijkheid van man en
vrouw fiscaal wordt bevestigd.
Naast deze principiële argumentatie
voor een mogelijke structuurwijziging
geldt als niet onbelangrijk argument het
financiële belang voor de individuele be
lastingplichtige. Immers door de pro
gressieve tarieven van de Inkomstenbe
lasting leidt samenstelling van inkomen
- in casu het inkomen van de vrouw bij
dat van de man - tot relatief meer be
lastingbetaling.
Overigens kan in dit verband worden
opgemerkt, dat volledige fiscale verzelf
standiging van de gehuwde vrouw vaak
synoniem wordt verondersteld met be
lastingverlaging.
Dit is bijvoorbeeld het geval, indien het
pensioen van de gehuwde vrouw bij
haarzelf wordt belast en niet, zoals
thans, bij de man.
Dat volledige verzelfstandiging echter
niet altijd zonder meer voordeliger is,
moge blijken uit de heftige oppositie die
is opgekomen tegen de voorstellen tot
verzelfstandiging van de gehuwde
vrouw ten aanzien van de premieheffing
volksverzekeringen, in welk geval de ten
laste van haar ingehouden premie
AOW/AWW, boven het voor de man
geldende maximum, niet meer zal wor
den gerestitueerd.
Een van de redenen waarom verdere
wijziging in de fiscale positie van de ge
huwde vrouw nog steeds niet tot stand
is gekomen, is het feit, dat deze proble
matiek in direct verband staat met een
van de belangrijkste uitgangspunten die
aan de heffing van Inkomstenbelasting
ten grondslag ligt, te weten: het draag
krachtbeginsel. Volgens dit beginsel
draagt een ieder bij in de overheidsuit
gaven overeenkomstig zijn of haar fi
nanciële mogelijkheden. Van oudsher
wordt hierbij voor gehuwden uitgegaan
van de gezinsdraagkracht, op welk prin
cipe thans alleen inbreuk wordt ge
maakt voor eerderbedoelde inkomsten,
welke bij de gehuwde vrouw zelfstandig
worden belast.
Deze inbreuk heeft er overigens toe ge
leid, dat een gezin waarin één van de
echtgenoten inkomen verwerft voor de
heffing van de Inkomstenbelasting vaak
relatief zwaarder wordt belast, dan een
gezin, waarin beide echtgenoten inko
men verwerven, ook al wordt hierbij re
kening gehouden met de draagkracht-
verminderende factoren, die door het
buitenshuis werken van beide partners
kunnen worden opgeroepen (bijvoor
beeld: extra kosten huishoudelijke hulp).
In geval van verdere fiscale verzelfstan
diging van de gehuwde vrouw zal desal
niettemin gestalte moeten worden ge
geven aan de gezinsdraagkracht. Diver
se mogelijkheden daartoe zijn thans in
studie, waarbij momenteel speciale
aandacht uitgaat naar het zogenaamde
'splitting' stelsel
Dit stelsel komt erop neer, dat echtge
noten via een gezamenlijke aangifte hun
inkomsten (en aftrekposten) kunnen sa
mentellen en daarna dit totaal kunnen
halveren. Vervolgens wordt dat op ie
dere helft een (algemeen) tarief toege
past, waarna de hieruit resulterende be
lastingbedragen weer worden samen
geteld.
Dit stelsel kan van toepassing zijn op
alle gezinnen, onafhankelijk van het feit
of één dan wel beide partners verdie
nen. Bovendien kan dit stelsel worden
toegepast op andere samenlevingsvor
men dan het huwelijk.
Alsdan wordt niet alleen verkregen een
gelijke fiscale behandeling van de (wer
kende) gehuwde vrouw ten opzichte
van haar man, doch evenzeer een ge
lijke fiscale behandeling van gehuwd en
ongehuwd samenwonenden.
BELEIDSPLAN 1981-1984
AANGESLOTEN BANKEN
Nu het ontwerp Beleidsplan in de Cen
trale Kringvergadering van 3 november
is behandeld, lijkt het ons goed nog
even bij een paar punten stil te staan.
Geconstateerd kan worden dat het zich