ff/// ff///&M//f7 landbouwcommentaar produkten. De kosten van het EG-landbouwbeleid wor den teruggewenteld op de producenten. Voor de suiker kennen we al een beleid waarin dit min of meer is ver werkt. Voor een deel van de produktie wordt een nor male prijs gegarandeerd, voor het meerdere een lagere prijs. Voor de melk is er het vorig jaar een voorzichtige stap in de richting van medefinanciering gezet door de in troductie van een produktieheffing. Heftige discussies vinden momenteel in Brussel plaats over een eventuele verdere uitwerking van dit systeem. Kanteling van het beleid Anders dan bij het suikerbeleid komen daarbij zaken op tafel zoals de draagkracht van de bedrijven en uitzon deringen voor bepaalde gebieden. Frankrijk meent, dat bij de medefinanciering van het zuivelbeleid, de kleine re bedrijven moeten worden ontzien. Enkele andere landen, en Nederland neigt daar steeds naar toe, me nen, dat een eventuele financieringsbijdrage vooral moet worden gelegd op de groei van de produktie. Landen met berggebieden claimen uitzonderingen. Bo vendien komt steeds meer naar de voorgrond de dis cussie over de oorzaak van de sterk toegenomen pro duktie. Een beschuldigende vinger gaat dan naar het hoge ver bruik van krachtvoeder, dat voor een belangrijk deel wordt ingevoerd. Door dit duurder te maken zouden meer vliegen in één klap geslagen kunnen worden, zo luidt dan de redene ring. De groei van de melkproduktie zou kunnen wor den afgeremd, industrieel getinte ontwikkelingen in de melkveehouderij, de varkenshouderij en pluimveehou derij zouden kunnen worden tegengegaan, terwijl bo vendien de Europese bodemproduktie, met name de graanproduktie in een gunstiger concurrentiepositie komt tegenover importen van graanvervangende pro dukten van overzee. Door deze importen te belasten, kan de Europese Gemeenschap bovendien een nieuwe financieringsbron aanboren. Of deze benadering, die een kanteling zou betekenen van het Europese land bouwbeleid, levensvatbaar is, hangt af - zoals bij alle voorstellen - van de uitwerking ervan naar de verschil lende landen toe. Nederland met zijn grote afhankelijk heid van veevoerimporten, zal deze financieringsvorm van het EG-landbouwbeleid wellicht het minst aan spreken. Bovendien worden op deze wijze de lasten van het beleid deels afgewenteld op het buitenland. Ontwikkelingslanden zowel als de Verenigde Staten, onze belangrijkste levenranciers van veevoergrondstof- fen, zullen over een dergelijke financieringsvorm in het EG-landbouwbeleid ook nog wel een hartig woordje willen meepraten. Deze discussies maken wel duidelijk dat zowel van de afzonderlijke bedrijven als van de be leidsvormers, de komende tijd veel span- en veerkracht wordt vereist. Daarbij is het goed in gedachten te hou den dat bij te veel spanning op de veer de wijzers van een uurwerk stil gaan staan en dat bij doordraaien het uurwerk waardeloos is geworden. Tussen varkensfinanciering, drie dagen parijs all-m, te- lebingo, rabopolis en strippenkaart door, blijf ik plezier houden in dat primitieve gedoe met gouden munten. Ze gaan bij ons niet met zakken vol over de balie maar als aandenken of geschenk, met toch een knipoogje naar de blijvende waarde. Tegen zo'n ouderwetse vorm van sparen brengen we uiteraard het allerzwaarste geschut in stelling tijdens de spaarweek. Van achter kartonnen schoorstenen be stoken we de klanten met tonnen papier in vierkleuren druk en overal sluipen onze advertenties. Thuis las ik een vrouwenblad. Vroeger heette het da mestijdschrift en de man die met grote zijtassen op de fiets die lectuur kwam slijten, noemde zich heel deftig wederverkoper van damesbladen. Nu komt hij in een soort boekwinkeltje voorrijden. Maar dat alles ter zijde, want het ging me om een ad vertentie in dat blad, waarin een zeer exuberante dame ten tonele wordt gevoerd. Dat mens blijkt na enkele decennia van intensief adverteren onzerzijds nog steeds niet te weten dat je bij ons gewoon kan sparen. Dat wordt duidelijk uit zo'n monkeltekstje waarop de reclamemannen zo dol zijn heden ten dage, zo van en wij hebben d'r wel effetjes in alle blijheid en vrijheid verteld dat ze maar het beste een dosklant kan wor den, weet je wel. Ik wil niet stoken, maar waar blijven de protesten van de strijdbare vrouwenorganisaties. Mijn langjarige ervaring leert me dat vrouwen aan de balie meestal veel gisser zijn als het aankomt op spaar- vormen. Vrouwen en sparen, daarbij dacht ik aan de oude da me, die ruim twee jaar geleden een aanzienlijk deel van haar spaarcenten omzette in miniportretjes van vroe gere Oranjes. Ze was een ouderwetse vrouw in de goede zin van het woord. Gruwelde van verspilling en leegloperij. Zuinig dus en altijd druk met iets. Niets kopen dat je zelf kon maken, niets weggooien dat nog door anderen kon worden gebruikt. Ze vond naar haar zin te weinig ge hoor, zo bleek uit de gesprekjes aan de balie. Toch was ze niet afkerig van de nieuwe tijd. Ze had het liefst bril, stok en gehoorapparaat weggeworpen om zich met hart en ziel te storten in de strijd voor emancipatie, waarover ze zeer uitgesproken ideeën had. Ze stierf ongeveer een jaar geleden en een paar dagen na haar verscheiden kwam een zoon wat nerveus op de bank. De snelle daling van het spaarsaldo zo kort voor haar overlijden had wat rimpelingen verwekt in de rustige familievijver. Na de notaris te hebben geconsulteerd, vertelde ik hem van de aankoop van oma en raadde hem aan nog maar eens goed alles na te zoeken. De goudschat bleef weg. Geen miljoenenstrop die de voorpagina zou halen, maar toch wel jammer. De boe del werd verdeeld en wat niemand wilde hebben ging de weg van alle oude dingen, die voorbijgaan... Vorige maand is het raadsel van de verdwenen schat toch nog opgelost. Een grote doos met bollen heerlijke zachte breiwot en fijne lapjes was terecht gekomen bij een kleindochter, die net als oma hield van bewaren. Toen zich onlangs een kleintje aankondigde rende ze niet met een boodschappenlijstje naar de Blijde Baby Boetiek, doch dook in de wolvoorraad van oma. Ge noeg was er om maanden wat om handen te hebben. Toen ze de tweede kluwen rose wol bijna op had ge breid vond ze een briefje. Keurig gevouwen om drie gouden vijfjes, met een korte en krachtige tekst: Wie je ook bent, je hebt ze verdiend. Je bent zuinig geweest en hebt ervoor gewerkt. Een letterlijk zeer langdradig onderzoek leverde vele puntige teksten op rondom het thema zuinigheid en vlijt, alsmede een muntvoorraad die ongeveer het ver dwenen spaarsaldo dekte. Het geld is eerlijk verdeeld. De wol zal wel opgebreid worden. Ze zullen elkaar nog eens wat vaker gaan op zoeken. Om een patroontje of zo maar voor de gezellig heid en om nog eens over die malle oma te praten. En vrouwen zouden niet weten wat sparen is? Kom nou! Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 32