zing van Speciale Trekkingsrechten"
(SDR's) van SDR 4 miljard per jaar in de
periode 1979-1981. De toekenning van
SDR's is eveneens gekoppeld aan de
quataverdeling. De ontwikkelingslanden
wensen evenwel dat er bij toekomstige
nieuwe toewijzingen van SDR's (de
wenselijkheid daarvan is onderwerp van
studie) meer aandacht wordt besteed
aan de 'koppelinggedachte'. Dat wil
zeggen dat het criterium bij toewijzing
niet moet zijn de bestaande quotaverde
ling, maar dat toekenning aan moet
sluiten bij overwegingen van ontwikke
lingshulp. In de praktijk kan dit geschie
den door een selectieve toewijzing van
Trekkingsrechten. Ook over dit punt zal
een nadere studie uitsluitsel moeten ge
ven. Op het gebied van stemmenver
houding en 'link' zijn derhalve geen har
de resultaten geboekt maar de bereid
heid van het Fonds om aan deze zaken
fundamentele aandacht te wijden is uit
gesproken.
Speciale rekeningen
Op de jaarvergadering is tevens de aan
zet gegeven tot de instelling van twee
nieuwe faciliteiten. De eerste, de 'subsi
dierekening', is bedoeld om de armste
landen ter verlichting van hun externe
financieringslasten een rentesubsidie
toe te kennen. De tweede, de 'voedsel-
faciliteit', is bedoeld om landen, welke
al in ernstige moeilijkheden zijn, te kun
nen steunen ingeval van stagnatie in de
voedselvoorziening, veroorzaakt door
misoogsten en/of gestegen invoerprij
zen voor voedsel. Hoewel niet geheel uit
het zicht verdwenen, is de instelling van
een 'Substitutie-Rekening' (zie Rabo
bank 4/1980) niet verder aan de orde
gekomen.
Wel is in het verlengde van de eerder
gevoerde discussies de waardebepaling
van de SDR vereenvoudigd door de 'va-
lutamand' waarop dit 'papiergoud' ge
baseerd is terug te brengen van 16 valu
ta's naar 5 valuta's (dollar, yen, pond
sterling, Duitse mark en Franse frank),
welke 'mand' al gebruikt werd voor de
rentebepaling van de SDR.
Middelen
Door zowel de aangekondigde als de in
studie genomen maatregelen van het
IMF wordt de middelenvoorziening van
het Fonds van toegenomen belang. De
al in december 1978 overeengekomen
vergroting van de quota's zal, nu ook
het Amerikaanse Congres toestemming
zal verlenen, eind dit jaar van kracht
kunnen worden. Het totaal van de inge
legde gelden zal dan stijgen van SDR 39
miljard naar SDR 58,6 miljard. Alhoewel
dit een niet onaanzienlijke middelenuit
breiding betreft, zal dit toch onvoldoen-
i de zijn, gezien in het licht van de huidige
problemen en gelet op het effectief wor
den van een volgende quotaverhoging
niet eerder dan 1982.
Voor het aantrekken van additionele
middelen zal het Fonds zich op de eer
ste plaats moeten wenden tot de over-
schotlanden. Verstrekking van middelen
van die zijde is evenwel opgeschort naar
aanleiding van de onenigheid over de
waarnemersstatus van de PLO. Wellicht
dat na het onderzoek van de speciaal in
gestelde commissie omtrent de gang
van zaken rond de PLO-kwestie, met
name Saoedi-Arabië en Koeweit weer
bereid zullen zijn middelen te verstrek
ken. Mocht de middelenvoorziening
toch tekort schieten dan is als laatste
middel de mogelijkheid open gelaten te
lenen op de internationale kapitaal
markten. Zoals het er nu naar uitziet, is
dit evenwel een mogelijkheid die zo
lang mogelijk vermeden zal worden.
Wereldbank
Activiteiten
Gedurende het boekjaar 1980 (juli
1979-juni 1980) deed de Wereldbank
krediettoezeggingen ter grootte van
7,6 miljard aan 48 landen. In datzelfde
jaar werd feitelijk aan krediet opgeno
men 4,4 miljard. De grootste klanten
van de Wereldbank zijn: Brazilië, Indo
nesië, Turkije, Korea, Thailand en Mexi
co. De dochterinstelling van de Wereld
bank, de IDA (International Develop-
l ment Association), gericht op het ver-
Strekken van leningen onder zachte
voorwaarden aan de zeer arme ontwik
kelingslanden, deed in hetzelfde jaar
krediettoezeggingen ad 3,8 miljard,
terwijl in feite werd opgenomen 1,4
miljard. Belangrijke klanten van de IDA
zijn India en Bangladesh. Doel van het
verstrekken van deze leningen is de le
vensstandaard in de ontwikkelingslan
den te verhogen door een overdracht
van financiële middelen van de rijke lan
den naar de ontwikkelingslanden. De le
ningen zijn produktiegericht en bedoeld
om de economische groei te stimuleren.
Tot in het recente verleden betekende
dit voornamelijk financiering van projec
ten van vooral infrastructurele aard. Uit
het verslag van de Wereldbank wordt
duidelijk dat in de toekomst meer aan
dacht zal worden geschonken aan lenin
gen gericht op structurele aanpassing,
waarmee gedoeld wordt op investe
ringskredieten welke in belangrijke
mate dan voorheen aangrijpen bij het
welzijn van brede lagen van de bevol
king. Hieronder vallen bijvoorbeeld ar
beidsintensieve investeringen en inves
teringen gericht op de ontplooiing van
een breder scala van economische acti
viteiten. Hiermee vermindert het accent
op de directe economische groei. Men
zou kunnen zeggen dat dergelijke lenin-
I gen de ontwikkelingslanden een wat
langere adem geven om de huidige pro
blemen te kunnen overwinnen, zodat
een lange termijnperspectief mogelijk
blijft. In dit verband kwam op de jaar
vergadering aan de orde de mogelijke
instelling van een aparte dochter van de
Wereldbank, gericht op de financiering
van energieprojecten in de Derde We
reld. De mogelijkheden hiertoe zullen
bestudeerd worden.
Middelen
Het kapitaal van de Bank wordt door de
lidstaten bijeengebracht. De kredietver
lening van de Bank wordt hoofdzakelijk
gefinancierd door het opnemen van
middelen op de internationale kapitaal
markten. Zoals de scheidende president
van de Wereldbank Robert McNamara
in zijn afscheidsrede aangaf, zal het be
schikbare kapitaal van de Bank onvol
doende zijn om in de nabije toekomst
aan de gestegen behoeften tegemoet te
komen. Een versterkte toename van de
middelen wordt vereist door de olie
prijsverhogingen, zowel als door de
hoog blijvende mondiale inflatie. Daar
naast doet de toetreding van China, ge
let op de kredietbehoefte van dit land,
een additionele vraag naar leningen
ontstaan.
Een eerste middelenuitbreiding zal be
reikt worden door de overeengekomen
vergroting van het eigen vermogen met
40 miljard tot een totaal van 84 mil-
jard. Een verdere toename van de mid
delen kan verkregen worden door een
verbreding van de kapitaalbasis. Dit
wordt gerealiseerd door de nu geldende
verhouding tussen eigen en vreemde
middelen van 1 1 te veranderen in bij
voorbeeld 1 2. Een andere mogelijk
heid is het eigen kapitaal te verhogen
zonder een feitelijke storting door de lid
staten te verlangen.
De middelen van de IDA komen uit in
schrijvingen, aanvullende bijdragen (zo
genaamde 'replenishments') van de
geïndustrialiseerde en meer ontwikkel
de lidstaten, speciale contributies van
de rijke landen en een overdracht uit de
winst van de Wereldbank. In maart jl.
werd reeds overeenstemming bereikt
over de zesde 'Replenishment' voor de
periode juli 1980-juni 1983 ten bedrage
van 12 miljard.
Deze gelden worden bijeengebracht
door 33 landen, waaronder Nederland
voor 360 miljoen. Effectief wordt de
'aanvulling' pas wanneer circa 80 van
het totale bedrag door de deelnemende
landen is geratificeerd. Door achterblij
ven van de Verenigde Staten, die 27
van de totale 'replenishment' bijdraagt,
dreigde dit uitgesteld te worden.
Op de jaarvergadering kon McNamara
evenwel meedelen dat 14 lidstaten ak-
vervolg op pagina 35
Special Drawing Rights (SDR)